Een
symfonieorkest
is een groot
orkest
dat doorgaans
klassieke muziek
ten gehore brengt, bijvoorbeeld
symfonieen
,
symfonische gedichten
en
soloconcerten
. Sommige symfonieorkesten hebben ook een taak in
opera's
bij operatheaters zonder eigen orkest.
Veel symfonieorkesten spelen in een vaste
concertzaal
en hebben een vaste chef-
dirigent
. Ze werken vaak samen met gastdirigenten en met solisten (zangers en instrumentalisten).
Voor de ontwikkeling van het symfonieorkest is de
18e eeuw
van groot belang geweest. In het tijdperk van de
renaissance
hadden muziekensembles geheel geen vaste samenstelling en werd niet door de
componist
maar door de uitvoerenden bepaald door welke instrumenten een compositie uitgevoerd werd. In de
barok
kwam er enige organisatie maar de bezetting van het orkest was nog niet gestandaardiseerd. Het samenspel en de harmonieen werden bepaald door de
basso continuo
die meestal voor rekening kwam van een
toetsinstrument
(
klavecimbel
,
orgel
,
spinet
) en een
violoncello
.
Pas na 1700 vond de emancipatie van
strijkinstrumenten
plaats en vormde deze sectie een tweede instrumentale kern binnen het orkest. Rond deze stabiele eenheid (basso continuo en strijkers) werden alle mogelijke combinaties van
blaasinstrumenten
gearrangeerd. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in
Bachs
Brandenburgse Concerten
, zijn passies en suites en in
Handels
Messiah
. Voor Handels
Water Music
was een orkest nodig met goed hoorbare blaasinstrumenten; de muziek moest ver te horen zijn omdat ze op een boot op de
Theems
werd uitgevoerd. De instrumentatie van Handels
Water Music
doet al modern-symfonisch aan.
In het midden van de 18e eeuw worden de strijkers geleidelijk belangrijker en gaan de kern van het orkest vormen. Zij nemen de functie van de basso continuo over en vervangen daarom het klavecimbel. De blazers worden gegroepeerd in een vaste kernformatie. Geheel verdwenen zijn de
blokfluit
, de
zink
en de
kromhoorn
. De alt- en tenorhobo verdwijnen tijdelijk. Deze ontwikkeling deed zich in verschillende Europese steden voor maar werd het beroemdst door het orkest van
Mannheim
. Het orkest bestond in die jaren uit ongeveer 25 man. De bezetting bestond uit: strijkers, hobo (meestal 2), fluit (1 of 2), fagot (speelde met cello's en bassen mee) en hoorns (2). Soms werden ook twee trompetten gebruikt, altijd met onafscheidelijk paukenpaar. Met een dergelijke bezetting waren componisten zoals
Mozart
en
Haydn
vertrouwd.
Door uitvinding en perfectionering van instrumenten bleef het orkest zich geleidelijk uitbreiden. Een belangrijke nieuwkomer was bijvoorbeeld de
klarinet
. Hoewel dit instrument al rond 1690 was uitgevonden komt het pas een eeuw later regelmatig voor in het symfonieorkest. De overdaad in de
rococo
en de statigheid van het
classicisme
droegen ook bij tot de uitbreiding van het orkest. De begeleiding van een
pianoconcert
vergde langzamerhand een steviger bezetting en met het opkomen van openbare concerten werden zalen en bezetting van het orkest steeds groter.
Sedert
Beethovens
5e symfonie
kwamen trombones met steeds grotere regelmaat voor, en in diens
negende symfonie
werd het orkest verder uitgebreid met 1 piccolo, 1 contrafagot, 2 extra hoorns (dus in totaal 4) en 3 trombones.
Mahler
breidt het orkest nog verder uit tot gigantische proporties.
In Frankrijk werkte
Berlioz
al in 1830 met een kolossale bezetting. Hij wordt beschouwd als een der grootste instrumentatoren uit de romantiek en legde zijn omvangrijke kennis neer in een standaardwerk over instrumentatie. Met de komst van de saxofoon in 1840 werd ook dit instrument met enige regelmaat toegevoegd aan het symfonieorkest, bijvoorbeeld door
Rachmaninov
en
Sjostakovitsj
.
In de tweede helft van de twintigste eeuw gaat de symfoniemuziek ook verbindingen aan met populaire muziek. Bij deze wederzijdse beinvloeding spelen symfonieorkesten samen met popartiesten. Zo speelde het
London Symphony Orchestra
met de hardrockgroep
Deep Purple
, het
Koninklijk Concertgebouworkest
met het popduo
CocoRosie
in het
Concertgebouw
, het
Metropole Orkest
met de metalband
Within Temptation
in
Ahoy Rotterdam
en muziekgroepen in de ontstane stijl.
Symfonische metal
spelen samen met orkesten, hoewel daar voor symfonische klanken merendeels gebruik wordt gemaakt van de
synthesizer
.
Het grote symfonieorkest heeft doorgaans een opstelling in de vier hoofdgroepen strijkers, houtblazers, koperblazers en slagwerk, soms aangevuld met andere instrumenten zoals harp, piano of orgel.
De
dirigent
vooraan, met de rug naar de luisteraars, de
dirigeerstok
in de hand en voor zich de
partituur
(sommigen dirigeren zonder stok en/of partituur). In de meest linkse 'taartpunt' de eerste
violen
(onder leiding van de
concertmeester
), met de tweede violen daarnaast. De
altviolen
zitten middenvooraan met de
cello
's rechts daarvan en daarachter de
contrabassen
. Achter de altviolen zitten de
fluiten
en
piccolo
met daarnaast
hobo's
en
althobo
, daar weer achter de
klarinetten
,
basklarinet
met daarnaast
fagot
en
contrafagot
. Daar weer achter de
koperblazers
- links de
hoorns
, rechts de
trompetten
,
trombones
en de
tuba
. Helemaal achteraan: het
slagwerk
, waaronder
pauken
en waar nodig
klokkenspel
en de
harp
linksachteraan.
Een andere, oudere opstelling is de zogeheten 'Duitse' opstelling. Vooral de
Wiener Philharmoniker
houdt deze opstelling in ere. Hierbij bevinden zich de contrabassen achteraan. De eerste violen vindt men links op hun gebruikelijke plaats, dan de altviolen, de cello's en geheel rechts de tweede violen. In deze opstelling is het geluid van de contrabassen verdeeld over het gehele orkest en de afwisseling tussen de eerste en tweede violen komt meer tot uiting. De laatste jaren ziet men de Duitse opstelling weer vaker.
Een symfonieorkest bestaat uit circa 40 (klein orkest) tot meer dan 100 (groot orkest) musici. Een indicatie van de orkestgrootte en samenstelling staat in de tabel hieronder.
|
kamerorkest
|
symfonieorkest
|
klein
|
groot
|
klein
|
midden
|
groot
|
houtblazers
|
-
|
2 dwarsfluiten
|
3 dwarsfluiten
|
4 dwarsfluiten
|
5
dwarsfluiten
|
2 hobo's
|
2 hobo's
|
3 hobo's
|
4 hobo's
|
5
hobo
's
|
-
|
2 klarinetten
|
3 klarinetten
|
4 klarinetten
|
5
klarinetten
|
fagot
|
2 fagotten
|
3 fagotten
|
4 fagotten
|
5
fagotten
|
-
|
-
|
-
|
-
|
saxofoon
|
koperblazers
|
-
|
2 hoorns
|
2 hoorns
|
4 hoorns
|
6
hoorns
|
-
|
2 trompetten
|
3 trompetten
|
4 trompetten
|
5
trompetten
|
-
|
-
|
3 trombones
|
3 trombones
|
4
trombones
|
-
|
-
|
tuba
|
tuba
|
2
tuba
's
|
slagwerkers
|
-
|
pauken
|
pauken
|
pauken
|
2
paukenisten
|
-
|
-
|
slagwerker
|
3 slagwerkers
|
6
slagwerkers
|
diversen
|
-
|
-
|
harp
|
2 harpen
|
2
harpen
|
-
|
-
|
-
|
pianist
|
2
pianisten
[1]
|
strijkers
|
4 eerste violen
|
6 eerste violen
|
10 eerste violen
|
14 eerste violen
|
20 eerste
violen
|
4 tweede violen
|
6 tweede violen
|
8 tweede violen
|
12 tweede violen
|
18 tweede violen
|
2 altviolen
|
4 altviolen
|
6 altviolen
|
10 altviolen
|
14
altviolen
|
2 cello's
|
3 cello's
|
6 cello's
|
8 cello's
|
12
cello
's
|
contrabas
|
2 contrabassen
|
4 contrabassen
|
6 contrabassen
|
10
contrabassen
|
totaal
|
18 musici
|
34 musici
|
60 musici
|
85 musici
|
124 musici
|
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Ook wel: piano en celesta
|