Een
studierichting
is een combinatie van vakken in het hoger of
middelbaar onderwijs
, zodanig dat die vakken een bepaalde
discipline
of een bepaalde (beroeps)gerichte opleiding vormen, welke discipline,
beroepsopleiding
of algemene opleiding zich onderscheidt van andere.
In
Vlaanderen
hanteert men de benaming
studierichting
voor een onderdeel van een
onderwijsvorm
in het
secundair onderwijs
.
In Vlaanderen kent men 4 onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso), kunstsecundair onderwijs (kso) en beroepssecundair onderwijs (bso). Deze onderwijsvormen bestaan in principe pas vanaf de tweede graad secundair onderwijs. In de eerste graad spreekt men van A-stroom en B-stroom.
De vakken in een studierichting bestaan uit:
- "gemeenschappelijke vakken"; dit zijn de vakken die in alle studierichtingen van dezelfde
onderwijsvorm
voorkomen.
- richtingsspecifieke vakken; dit zijn de vakken die eigen zijn aan de studierichting, en meestal ook verband houden met de naam van de studierichting. Zo zijn de vakken technisch tekenen,
elektriciteit
met practicum,
mechanica
met practicum, toegepaste fysica en chemie, eigen aan de richting "elektromechanica" in de tweede graad
tso
.
- "complementaire vakken"; enkele lestijden per week die de school zelf kan invullen. Het kan gaan om uitdieping (meer lestijden) van reeds gegeven vakken, of verrijking (bijvoorbeeld extra taal) of een ander extra vak.
Deze studierichtingen worden naar verwantschap gegroepeerd in "
studiegebieden
". Zo bevat bijvoorbeeld het studiegebied
Beeldende kunsten
in de tweede graad van het
kso
onder andere de studierichtingen "
Audiovisuele vorming
", "
Beeldende en architecturale vorming
" en
"Beeldende en architecturale kunsten
".
In het
hoger onderwijs
spreekt men van "(basis-)opleidingen" (bijvoorbeeld
Bachelor
in Verpleegkunde
), die onderverdeeld kunnen worden in "afstudeerrichtingen" (bijvoorbeeld
psychiatrische verpleegkunde
,
kinderverpleegkunde
,
geriatrische verpleegkunde
, ...
").
De benamingen van de opleidingen liggen vast in het officieel
hogeronderwijsregister
van de
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
. De benaming van de afstudeerrichting kiest de
onderwijsinstelling
zelf. Dit heeft geleid tot een wildgroei van varianten (2005-2006), zodat de Minister overweegt daar het mes in te zetten.
Hieronder enkele studiegebieden, waarbinnen de hogescholen in Vlaanderen hun opleidingen aanbieden:
Aan de universiteiten in Vlaanderen worden de verschillende opleidingen aangeboden binnen volgende
faculteiten
:
- Archeologie, Geschiedenis, Kunstwetenschappen, Taal- en letterkunde
- Criminologische wetenschappen, Rechten
- Economische en toegepaste economische wetenschappen en Verkeerskunde
- Godsdienst
,
Moraal
en
Wijsbegeerte
- Medische en Paramedische wetenschappen
- Pedagogische wetenschappen en Psychologie
- Politieke en Sociale wetenschappen
- Toegepaste biologische wetenschappen
- Toegepaste wetenschappen
- Wetenschappen
In
Nederland
is een studierichting van oorsprong een specialisme aan de universiteit. Nadat het totaalpakket van
trivium
en
quadrivium
, dat in de
Middeleeuwen
werd aangeboden, door toegenomen wetenschappelijk specialisme niet langer voldeed, werd studenten de gelegenheid geboden uit bepaalde mogelijkheden ("faculteiten") te kiezen. Dit hield een
specialisatie
in. Deze specialisatie schreed echter voort met het toenemen van wetenschappelijke inzichten in de
Renaissance
en daarna. Allengs werden de faculteiten weer onderverdeeld in studierichtingen.
Zo studeerde men bijvoorbeeld niet langer Letteren (die een faculteit vormden), maar koos daarbinnen nog weer voor een bepaalde studierichting. Te denken viel aan Klassieke talen,
Geschiedenis
,
Nederlands
en in een later stadium aan een Moderne vreemde taal- en letterkunde.
Niet iedere universiteit biedt alle studierichtingen aan. Indien het voorbeeld beperkt blijft tot de Letteren, dan zijn de studierichtingen in de Oosterse taal- en letterkunde in Nederland thans geconcentreerd aan de Universiteit van Leiden.
Ook een discipline als Tandheelkunde wordt slechts aan enkele universiteiten aangeboden.
De scholen voor
Hoger beroepsonderwijs
, thans algemeen omgedoopt tot hogescholen, hebben het voorbeeld van de universiteiten gevolgd en talloze, doorgaans beroepsgerichte studierichtingen in het leven geroepen. Het verschil met de universiteiten ligt, althans in theorie, in de aard van de opleiding, die bij de hogeschool beroepsgericht is, aan de universiteit wetenschappelijk.
In de praktijk is dit verschil niet zo scherp te onderscheiden. De universitaire studie Medicijnen biedt bijvoorbeeld zeer beroepsgerichte opleidingen (studierichtingen, specialismen) aan. Ook valt toenemende samenwerking tussen universiteiten en hogescholen waar te nemen, met het doel tot afstemming en tot geintegreerde pakketten te komen.
De benaming "studierichting" is recent aan diverse veranderingen onderhevig geweest, hetgeen een weerslag is van de sterk veranderende opvattingen omtrent en inrichting van het onderwijs. Zo kon men de aanduiding "
opleiding
" tegenkomen waar het ging om de opleiding tot een bepaald beroep of wetenschappelijke discipline. Ook het woord "vakgroep" wordt wel gebruikt, maar benadrukt meer de
aanbod
kant van het onderwijs: niet zozeer de door de student afgenomen onderwijsdienst, als wel de door staf en instelling aangeboden
expertise
.
In het Nederlandse middelbaar onderwijs is niet zozeer sprake van studierichtingen; de specialisaties naar onderwerp, die ook op dit niveau weliswaar bestaan, worden veeleer "
onderwijsprofielen
" genoemd.