Sint-Nicolaasdag
is de
gedenkdag
van de
heilige
Nicolaas van Myra
. In het
westers christendom
en in
Griekenland
valt deze dag op
6 december
, in het
oosters christendom
volgens de
juliaanse kalender
op
19 december
. De dag wordt in verschillende vormen feestelijk gevierd in een groot deel van Europa. In Nederland, de voormalige kolonien van Nederland en in Vlaanderen is het bekend als het
sinterklaasfeest
met
Sinterklaas
en
Zwarte Piet
.
Als heilige in het
oosters christendom
werd Nicolaas aanvankelijk alleen in het oosten van Europa geeerd, in het bijzonder in
Griekenland
en
Rusland
. Omdat Sint-Nicolaas de schutspatroon van de
zeevaarders
was, kreeg hij ook in de West-Europese kustnaties een grote aanhang. In de 13e eeuw werd zijn
naamdag
vastgesteld op 6 december. Vanaf dat moment verspreidde zich de Nicolaasverering over heel Europa.
Maarten Luther
probeerde in 1535 in protestantse gebieden de viering af te schaffen. Toch bleef het gebruik ook in niet-katholieke gebieden gewoon bestaan.
De manier waarop Sint-Nicolaas aankomt, verschilt per individueel land. Wel is het bijna altijd in een of andere vorm van een
processie
van een heilige, zoals die bekend is uit het katholieke geloof.
De hulp van 'Saint-Nicolas' in
Frankrijk
en
Wallonie
heet
Pere Fouettard
(de zweepvader of ranselende vader) en is een roodharige man met een woeste rode baard en een grote mantel met hoofdkap. In Wallonie ziet Pere Fouettard er hetzelfde uit als de Nederlandse en Vlaamse Zwarte Piet. Pere Fouettard heeft drie kinderen afgeslacht
en Saint-Nicolas heeft deze kinderen weer tot leven gebracht, waarna Pere Fouettard de hulp van Saint-Nicolas werd. Pere Fouettard strafte stoute kinderen met de
zweep
(tegenwoordig geeft hij in dat geval een zweepje aan het kind). In het Noord-Franse
Lotharingen
wordt Sint-Nicolaasdag gevierd op 6 december. Sint-Nicolaas is de
beschermheilige
van deze streek.
In
Oost-Friesland
,
graafschap Bentheim
en de stad
Bremen
, gebieden die vanwege het
gereformeerd protestantisme
oude banden met Nederland hebben, vieren de kinderen op 6 december de dag van
Sunnerklaas
. In Bremen lopen de kinderen van winkel tot winkel, waarbij ze liedjes zingen en rijmpjes opzeggen. Daarvoor krijgen ze cadeautjes. Vroeger waren deze liedjes in het
Nederduits
, maar sinds de jaren zestig van de 20e eeuw verdween deze traditie en zongen ze voortaan in het
Hoogduits
.
Ook in de gereformeerd-protestantse delen van
Oost-Friesland
wordt het kinderfeest gevierd; in
Emden
en
Greetsiel
komen de Sint en zijn Pieten per boot aan. In het aan Nederland grenzende
Rheiderland
richten de bakkers speciale etalages met snoepgoed in, een gebruik dat aan Nederlandse kant van de grens is verdwenen. In het vanouds Friestalige en katholieke
Saterland
wordt de Sint vergezeld door engelen. Vroeger werd het sinterklaasfeest ook gevierd in het lutherse
Jeverland
, in
Butjadingen
en op
Helgoland
, en verder in de katholieke districten
Vechta
en
Cloppenburg
.
[1]
In het door Nederlandse emigranten gestichte stadje
Friedrichstadt
in
Sleeswijk-Holstein
werd het feest tot in de 19e eeuw gevierd. Typerend was het verloten van
speculaas
, dat ook uit de
Zaanstreek
en Oost-Friesland bekend is. In
Heidgraben
, net ver van Hamburg, wordt het kinderfeest nog gevierd.
[2]
Op de
Oost-Friese Waddeneilanden
kende men tot in de 19e eeuw gemaskerde gestalten zoals op de
Nederlandse Waddeneilanden
, bijvoorbeeld de
Klaasohms
op
Borkum
en soortgelijke gebruiken op
Helgoland
. In
Noord-Friesland
kende men het
Hulken
op het eiland
Amrum
en het
Rummelpottlaufen
, zich verkleden en maskers dragen op
Sylt
en
Fohr
, maar dan in de tijd rond kerst en Nieuwjaar. Op
Wangerooge
was
Sunnerklaus
een verklede en gemaskerde persoon, die kleine kinderen op kerstavond schrik aanjoeg; in het nabijgelegen
Jeverland
werd hij - kennelijk naar Hoogduits voorbeeld -
Knecht Ruprecht
genoemd, in
Dithmarschen
Pulterklas
, in
Nedersaksen
Bullerklas
, in
Mecklenburg
Rauklas
of
Aschenklas
, in
Westfalen
Klas Bur
.
[3]
In Zuid-Duitsland, met name in
Schwaben
, Franken en andere delen van
Beieren
, is het Siint-Nicolaasfeest wijd verbreid. In het
Duitstalige
deel van
Zwitserland
spreekt men van St. Nikolaus of
Samichlaus
of
Santiglaus
en zit hij op een ezel. De hulp heet
Schmutzli
. Er worden rijmpjes opgezegd in plaats van liedjes gezongen en hij komt niet uit Spanje, maar uit het bos. Tijdens het
Klausjagen
(
Sinterklaas-jacht
) in
Kussnacht
wordt St. Nikolaus begeleid door vier
Schmutzlis
, die aan het publiek koekjes uitdelen. Het Klausjagen bevat verder zweepslagen, het luiden van
koebellen
en het blazen op
koehoorns
(zoals het
ossenhoornblazen
,
boerhoornblazen
of
midwinterhoornblazen
). Tijdens
Chlauschlopfen
wordt gepoogd Sinterklaas wakker te maken en naar het dorp te laten komen en tijdens het
Chlausjagen
wordt een rondgang door het dorp gemaakt door zes Chlausen.
Pelznickel
(
pelzen
betekent ranselen en
Nickel
komt van Nicolaas, ook wel Belschnickel, Belznickle, Pelznikel of Belznickel genoemd) draagt in zijn zak noten en fruit en deelt dit uit op 6 december. Ondeugende kinderen krijgen klompjes kool en/of een roe (soms in hun sok).
In
Oostenrijk
viert men de dag van Nicolo. Diens helpers heten
krampussen
en zien eruit als duivels.
In
Luxemburg
komt Kleeschen of Zinniklos uit de hemel en bezoekt met zijn duistere gezel (
Houseker
of H?seker) het land. De persoon die de Houseker speelt wordt uitgedost als een paard en meegevoerd aan een ketting. In andere gevallen rijdt hij op een paard of probeert als
schimmelrijder
te verschijnen. In weer een andere vorm is hij bekleed met stro en draagt hij de ketting zelf.
De oudste intocht per boot is die van de Italiaanse stad
Bari
, die sinds 1087 ? het jaar waarin de relicten van de heilige Nicolaas naar deze plaats werden overgebracht ? jaarlijks plaatsvindt.
[4]
In het noorden van Italie is in sommige streken een traditie ontstaan die lijkt op het sinterklaasfeest zoals men dat kent in Nederland en Belgie.
Sint-Lucia
brengt kinderen cadeaus in de nacht op 13 december, vergezeld van haar ezel en haar koetsier. Kinderen kunnen Sint-Lucia een
verlanglijst
schrijven en laten bij het naar bed gaan sinaasappels, koekjes en rode wijn voor de heilige achter, of hooi voor de ezel. De kinderen worden gemaand vroeg naar bed te gaan omdat de heilige anders as in hun ogen komt strooien, waardoor ze verblind kunnen raken. De volgende dag zoeken de kinderen hun cadeaus, die in het huis verstopt zijn.
In
Tsjechie
verkleden kinderen zich in trio's als Sinterklaas, de
duivel
en een
engel
. Ze gaan dan op de avond van 5 december van deur tot deur om liedjes te zingen voor de bewoners. Hun beloning is snoepgoed.
In Rusland werden alle vormen van religie tijdens het
communistische tijdperk
onderdrukt. Zo verdween in de
20e eeuw
ook Sinterklaas, om te worden vervangen door Ded Moroz (
Grootvadertje Vorst
), die langskomt op
oudjaarsdag
.
-
Nikola deelt cadeaus uit in
Kroatie
; 2011.
-
Sinterklaas met de
duivel
en
engelen
tijdens een viering van Slowaakse immigranten in
Canada
.
-
Hoewel veel tradities teruggaan tot de heilige Nicolaas van Myra, zag men in de
Romantiek
ook parallellen met feesten en vereringen van voor de tijd van het
christendom
.
[5]
Zo zag men - in navolging van de theorieen van
Jacob Grimm
- overeenkomsten van het rijden over de daken met de Noordse oppergod
Odin
, die deze kunst ook beheerste (zie ook
Wilde Jacht
en
Schimmelrijder
). Nicolaas' uiterlijk leek op het uiterlijk van Odin.
[6]
Odin reed op een schimmel, de achtbenige
Sleipnir
, waarmee hij door de lucht vloog.
Er bestaan geen historische documenten die een oorsprong in de
Germaanse mythologie
van het sinterklaasfeest aantonen.
[7]
Karl Meisen
[
de
]
verwierp ? wegens het ontbreken van enig historisch bewijs ? de oorsprong vanuit de Germaanse mythologie. Hij wees erop dat het sinterklaasfeest pas lang na de kerstening van de Germanen is ontstaan.
[8]
De overlevering van de verklaring van het sinterklaasfeest uit Germaanse gebruiken is ook beinvloed door de
nazitijd
. Hoewel het sinterklaasfeest in Duitsland een kleine rol speelde, werd het net als andere traditionele feesten een onderdeel van de
Groot-Germaanse propaganda
. Ook in de niet-
nationaalsocialistische
pers verschenen al in jaren twintig en dertig artikelen die wezen naar een eventuele Germaanse oorsprong, maar voor de Nederlandse nationaalsocialistische
volkskundigen
stond die duiding van het sinterklaasfeest wel vast. De argumenten die daarvoor werden aangevoerd waren van hetzelfde kaliber als die van de
pseudowetenschappelijke
en propagandistische instituten
Ahnenerbe
en
Amt Rosenberg
.
[9]
- Karl Meisen,
Nikolauskult und Nikolausbrauch im Abendlande. Eine kultgeographisch-volkskundliche Untersuchung
, 1931. herdr. Dusseldorf 1981
- Werner Mezger,
Sankt Nikolaus: zwischen Kult und Klamauk Zur Entstehung, Entwicklung und Veranderung der Brauchformen um einen popularen Heiligen
, 1993
- Robert Tobler,
Siebenmal Nikolaus
, Zurich en Keulen 1984 (kinderboek)
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Peter Friedrich Ludwig Strackerjan,
Aberglaube und Sagen aus dem Herzogtum Oldenburg
, Oldenburg 1867, dl. 2, p. 289.
- ↑
Klaus Plath
,
Kinder aus Heidgraben bringen ihre Stiefel zum Markttreff
.
Schleswig-Holsteinischer Zeitungsverlag
(
10 november 2022
). Geraadpleegd op
24 december 2023
.
- ↑
Alexander Tille,
Die Geschichte der Deutschen Weihnacht
, Leipzig 1893.
- ↑
(
en
)
Saint in Bari
, St. Nicholas Center
- ↑
De Sinterklaasdiscussie van de 19e eeuw
. Historiek. Url bezocht op 24 november 2021
- ↑
M. Otten,
Edda
, (Amsterdam: ANBO, 2004), Het lied van Regin (aantekeningen) en het lied van Fafnir (aantekeningen)
- ↑
Roelofs, D. (2009)
Zwarte Piet, wie kent hem niet... Een onderzoek naar de ontwikkeling in de beeldvorming van Zwarte Piet in Nederlandse televisieseries
[dode link]
Amsterdam: UvA Scripties Online
- ↑
Karl Meisen,
Nikolauskult und Nikolausbrauch im Abendlande. Eine kultgeographisch-volkskundliche Untersuchung
, 1931
- ↑
[dode link]
Jansen, L. (1999) Feest in oorlogstijd.
Kerstmis en Sinterklaas tijdens de Duitse bezetting (gearchiveerd)
|