Samuel (Sem) Dresden
(
Amsterdam
,
20 april
1881
?
Den Haag
,
31 juli
1957
) was een
Nederlands
componist
,
muziekpedagoog
,
muziekcriticus
en
dirigent
. Hij was een zoon van Marcus Dresden, commissionair in diamant, en Anna Mijerson, en was een oom van de schrijver
Sem Dresden
(1914-2002). Dresden trouwde op 25 maart 1907 met de altzangeres
Jacoba Dhont
, de latere zanglerares van
Elly Ameling
. Uit dit huwelijk werden twee zoons geboren, onder wie de musicus
Anton Dresden
.
Dresden studeerde
viool
en
piano
bij
Richard Hageman
, viool bij
Johannes Cornelis Dudok
en
Felice Togni
,
harmonie
bij
Fred. J. Roeske
,
contrapunt
,
fuga
en
compositie
bij
Bernard Zweers
aan het
Conservatorium van Amsterdam
. In 1903 ging hij naar
Berlijn
en studeerde compositie en
directie
bij
Hans Pfitzner
.
Na zijn terugkomst was hij van 1905 tot 1914
dirigent
in
Laren
, Amsterdam en
Tiel
en leidde de
Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst
. In 1914 stichtte hij in Amsterdam de madrigaal-vereniging, een
a capella
-koor met negen zangeressen en zangers. Dit koor ging later op in de Haarlemse Motet- en Madrigaalvereniging, waarmee hij veel
polyfone
renaissancemuziek
tot nieuw leven bracht. Daarnaast schonk hij ook veel aandacht aan het eigentijdse repertoire. Samen met
Daniel Ruyneman
,
Henri Zagwijn
,
Bernhard van den Sigtenhorst Meyer
,
Alexander Voormolen
en (later)
Willem Pijper
richtte hij in 1918 de
Nederlandsche Vereeniging tot Ontwikkeling der Moderne Scheppende Toonkunst
op, waarin de moderne Nederlandse componisten zich verenigden.
Van 1924 tot 1937 was hij als opvolger van
Julius Rontgen
directeur van het
Amsterdamsch Conservatorium
. Daarna nam hij van
Johan Wagenaar
de directie van het
Koninklijk Conservatorium
in
Den Haag
over. Omdat hij
joods
was, werd hij tijdens de
Tweede Wereldoorlog
gedwongen ontslag te nemen. Zijn plaats werd tijdelijk ingenomen door
dr. C.L. Walther Boer
en daarna werd
Henk Badings
benoemd, die zich daarover bij de naoorlogse
zuivering
moest verantwoorden. Vanaf december 1940 verbleven Dresden en zijn echtgenote op
De Pauwhof
. Badings voorkwam dat Dresden moest meehelpen bij de aanleg van
antitankgrachten
.
[1]
Dresden concentreerde zich in die periode op componeren. Een deel van zijn werk werd uitgegeven door
Muziekuitgeverij A.A. Noske
. Na de
bevrijding
nam hij zijn plaats bij het Koninklijk Conservatorium weer in. Hij ging in 1949 met pensioen. Daarna was hij nog tot 1953 directeur van de stichting
Jeugd en Muziek
.
Voorts hield Dresden lezingen in onder andere de
Verenigde Staten
(1947) over de Nederlandse componisten van zijn tijd. Hij was voorzitter van de Rijkscommissie voor het Muziekonderwijs en van de afdeling Muziek van de
Raad voor de Kunst
. Verder was hij bestuurslid van de
Stichting De Nederlandse Opera
, voorzitter van het Pijperfonds en lid van het bestuur van het Alphons Diepenbrock-fonds.
Als
muziekcriticus
van 1923 tot 1927 bij
De Telegraaf
heeft hij veel gedaan voor de verbreiding van de nieuwere muziek. Hij schreef een boek
Het Muziekleven in Nederland sinds 1880
. Als componist was Dresden werd vooral beinvloed door het Franse
impressionisme
van
Debussy
en
Ravel
, hoewel zijn opleiding bij Zweers en Pfitzner in een andere richting wees. Hij volgde hiermee, net als Pijper, Van den Sigtenhorst Meyer en de oudere
Diepenbrock
de trend van de jaren twintig, maar had toch zijn eigen stijl. Dresden was, met Pijper en
Hendrik Andriessen
, een invloedrijk man in het Nederlandse muziekleven. Hij probeerde traditie en vernieuwing met elkaar te verzoenen. In zijn werk is dat duidelijk te merken.
- 1913
Thema en veranderingen
voor groot orkest
- 1936
Concerto Nr. 1
, voor viool en orkest
- 1938
Symphonietta
, voor klarinet en orkest
- 1939
Concerto
, voor hobo en orkest
- 1941
-
1942
Concerto Nr. 2
, voor viool en orkest
- 1942
Concerto
, voor piano en orkest
- 1949
Concerto
, voor dwarsfluit en orkest
- 1951
Dansflitsen (Dance flashes)
, suite voor orkest
- 1952
-
1953
Concerto
, voor orgel en orkest
- 1905
Sonate
, voor viool en piano
- 1911
Sextet
, voor strijkers en piano
- 1911
-
1920
Suites
, voor piano en viool, No. 1-3
- 1912
Trio
, voor twee hobo's en althobo
- 1912
-
1914
Drie sextetten
, voor blazers en piano
- 1918
Sonate
, voor cello en piano
- 1918
Sonate
, voor dwarsfluit en harp
- 1924
Strijkkwartet nr. 1
- 1924
Strijkkwartet nr. 2
- 1914
Duo
, voor twee piano's
- 1950
Hor ai dolor
, het tweede stuk uit de reeks
Hommage a Willem Pijper
- 1919
Wachterlied
, voor gemengd koor a capella
- 1927
Chorus Tragicus
- 1939
O Kerstnacht
- 1943
Assumpta est Maria
- 1953
Saint Antoine
, oratorium
- 1955
Carnavalscantate
- 1956
Sint Joris
, oratorium
Voltooid in
|
titel
|
aktes
|
premiere
|
libretto
|
1956
-
1957
|
Francois Villon
, georkestreerd door:
Jan Mul
|
|
1958
, Holland Festival
|
|
Voltooid in
|
titel
|
aktes
|
premiere
|
libretto
|
1945
|
Toto
|
|
|
van de componist
|
- Sem Dresden:
Het Muziekleven in Nederland sinds 1880
, Amsterdam, 1923
- Sem Dresden:
Stromingen en Tegenstromingen in de Muziek
, Haarlem, 1953
- Rients Beintema
, Sem Dresden, Leo Mens:
Zes oud-Neerlandse koorwerken - met werken van
Jacob Obrecht
,
Clemens non Papa
,
Gerardus Turnhout
,
Lassus
,
Cornelis Verdonck
, 's-Gravenhage, Kon. Bond v. Chr. Zang- en Oratoriumver., 193?
- J. Worp:
Algemene Muziekleer
, naar de twaalfde druk van
John Daniskas
, bewerkt en geheel herzien door Sem Dresden. Uitg. Wolters, Groningen, 1972, 427 pp.
- N.N.
:
Sem Dresden
, in: The Musical Times, Vol. 98, No. 1375 (Sep., 1957), p. 513
- Darryl Lyman:
Great jews in music
, New York: Jonathan David Publishers, Inc., 1994, 332 p.,
ISBN 978-0-8246-0315-1
- Leo Samama
:
Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985: voorspel tot een nieuwe dag
, Amsterdam: Em. Querido's Uitgeverij, 1986, 323 p.,
ISBN 978-90-214-8050-3
- Jozef Robijns
,
Miep Zijlstra
:
Algemene muziek encyclopedie
, Haarlem: De Haan, 1979-1984,
ISBN 978-90-228-4930-9
, deel 3, pagina 25
- John Kasander:
150 jaar Koninklijk Conservatorium - Grepen uit de geschiedenis
, 's-Gravenhagen: Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, 1976, 175 p.
- J.H. Letzer:
Muzikaal Nederland 1850-1910
. Bio-bibliographisch woordenboek van Nederlandsche toonkunstenaars en toonkunstenaressen - Alsmede van schrijvers en schrijfsters op muziek-literarisch gebied
, 2. uitgaaf met aanvullingen en verbeteringen. Utrecht: J. L. Beijers, 1913
- Marius Monnikendam
:
Nederlandse componisten van heden en verleden
, Berlin: A.J.G. Strengholt, 1968, 280 p.
- Jos Wouters:
Sem Dresden
, Sonorum Speculum. 1965, No. 25, S. 1-13.
- Wouter Paap
:
De opera "Francois Villon" van Sem Dresden. Bij de 1. opvoering in het Holland Festival
. in: Mens en melodie. 13 (1958), S. 131-135.
- Wouter Paap:
In memoriam Sem Dresden (t 31. Juli 1957)
, in: Mens en melodie. 12 (1957), S. 225-227.
- Wouter Paap:
Sem Dresden. 1881-20. April 1956
, in: Mens en melodie. 11 (1956), S. 97-99.
- Wouter Paap:
Twee nieuwe composities van Sem Dresden
, in: Mens en melodie. 10 (1955), S. 51-53.
- Wouter Paap:
Professor van der Leeuw-Prijs 1952 - voor Sem Dresden
, in: Mens en melodie. 8 (1953), S. 99-102.
- Paul F. Sanders
:
Moderne nederlandsche componisten
, 's Gravenhage: J. Philip Kruseman, 1930
- Sylvia van Ameringen:
Sem Dresden (t 30. 7.1957)
, in: Musica. 11 (1957), S. 653-654.
- Stanley Sadie:
The new Grove dictionary of music and musicians
, Vol. 1-20, London: Macmillan, 1980.
ISBN 1-56159-174-2
- Gosta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundstrom:
Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl.
, Stockholm: Sohlman Forlag, 1975-1979, 5 v.
- Storm Bull:
Index to biographies of contemporary composers
, Vol. II, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1974, 567 p.,
ISBN 0-8108-0734-3
- Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner:
Kurzgefasstes Tonkunstler Lexikon - Zweiter Teil: Erganzungen und Erweiterungen seit 1937
, 15. Aufl., Wilhelmshaven: Heinrichshofen, Band 1: A-K. 1974.
ISBN 3-7959-0083-2
; Band 2: L-Z. 1976.
ISBN 3-7959-0087-5
- Paul Frank, Wilhelm Altmann:
Kurzgefasstes Tonkunstler Lexikon: fur Musiker und Freunde der Musik
, Regensburg: Gustave Bosse, 1936, 730 p.
- Sas Bunge:
60 Years of Dutch chamber music
, Amsterdam: Stichting Cultuurfonds Buma, 1974, 131 p.
- Marc Honegger:
Dictionnaire de la musique
, Paris: Bordas, 1970-76
- David Ewen:
European composers today - A biographical and critical guide
, New York: H. W. Wilson Company, 1969
- Zenei lexikon
, Budapest: Zenemukiado Vallalat, 1965
- Joaquin Pena, Higinio Angles, Miguel Querol Gavalda:
Diccionario de la Musica LABOR
, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
- Herbert Antcliffe:
Sem Dresden. 1881 bis 1957
. in: The Monthly Musical Record. 87 (1957), S. 216-217.
- Carlo Schmidl:
Dizionario universale dei musicisti: Supplemento
, Milan: Sonzogno, 1938, 806 p.
- Albert E. Wier:
The Macmillan Encyclopedia of Music and Musicians in One Volume
, London: Macmillan and Co., 1938, 2089 p.
- Pierre V.R. Key:
Pierre Key's musical who's who - A biographical survey of contemporary musicians
, New York: Pierre Key, 1931, 498 p.
- S. Wininger:
Grosse judische Nationalbiographie
, Cernauti
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Sem Dresden
,
Forbidden Music Regained
(Leo Smit Stichting)
|