Savooiekool
,
savooikool
,
groenekool
of
groene kool
(
Brassica oleracea
convar.
capitata
var.
sabauda
[1]
) is een varieteit van
kool (
Brassica oleracea
)
. Het is een van de oudste koolsoorten, die oorspronkelijk uit het
Middellandse Zeegebied
komt. De kool is vernoemd naar de historische regio
Savoye
.
[2]
De
groente
wordt zowel voor de verse markt als voor de industrie geteeld.
Van savooiekool bestaan verschillende typen:
- Groene spitskool
. Ook bij
wittekool
(of
witte kool
) komt een spitse variant voor.
- Groene savooiekool
of
kappertjeskool
vormt een meer losse kool, waarvan het
blad
sterk gebobbeld is.
- Gele savooiekool
vormt evenals wittekool een vaste ronde kool, geelgroen van kleur.
- Butterkohl
, bekend uit het
Bergse land
in Noordrijn-Westfalen, heeft een groengeel blad en is zo los van vorm, dat de kool vaak niet als geheel, maar blad voor blad geoogst wordt.
Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:
- Spitskoolteelt voor de vroegste teelt met oogst in juni en soms ook voor de zomerteelt
- Zomerteelt met oogst in juli en augustus
- Vroege herfstteelt met oogst in september en begin oktober
- Herfstteelt met oogst in oktober en november. Deze kolen worden vaak bewaard en afgezet tussen december en maart. Lange bewaring gebeurt in ijs bij -1°C.
- Winterteelt met oogst in december, januari en februari
In Nederland vindt tegenwoordig voornamelijk de teelt van groene savooiekool plaats; die van gele savooiekool is praktisch verdwenen. De teelt vindt vanouds voornamelijk plaats in Noord-Holland, omdat daar geen aantasting door
knolvoet
optreedt. Dit is ook terug te vinden in de
rasnamen
van de gele savooiekool, zoals in Langendijker Bewaargele en Langedijker Vroege Gele en Langedijker Herfstgele. Ook vindt er nog teelt plaats in Limburg en Noord-Brabant, maar daar moet een ruime
vruchtwisseling
toegepast worden.
Savooiekool heeft een hoog
vitamine C
-gehalte en
thiocyanaat
, dat een
antibiotische
werking heeft. 100 gram verse kool bevat ongeveer:
[3]
[4]
Gegeten worden de bladeren, waarbij ook de kern eetbaar is. De kool kan op verschillende manieren in de keuken verwerkt worden, bijvoorbeeld:
[5]
- Soep
- Stomen
- Stoven
- Roerbakken
- Stamppot
- Rollade
Aangezien bij langer koken zwavelverbindingen ontstaan, is het belangrijk de kookduur nauwlettend in de gaten te houden. Met 7-12 minuten kooktijd wordt een beetgare consistentie bereikt zonder uitgesproken zwavelgeur. Als de kool minder knapperig moet zijn, kan een stuk beschuit of wat olie worden meegekookt.
|
knollemozaikvirus (turnip yellow mosaic virus 2)
|
close-up knollemozaikvirus (turnip yellow mosaic virus 2)
|
Buiten Noord-Holland is
knolvoet
(
Plasmodiophora brassicae
) de belangrijkste ziekte. Belangrijke ziekten zijn zwartnervigheid (de
bacterie
Xanthomonas campestris
pv.
campestris
),
valse meeldauw
(
Peronospora parasitica
) en bladvlekkenziekte (de schimmel
Mycosphaerella brassicola
).
Rupsaantastingen door onder andere het
groot
en
klein koolwitje
,
koolbladroller
,
kooluil
en
koolmot
komen veelvuldig voor. Daarnaast komt aantasting voor van de
koolvlieg
, de
koolgalmug
en de
melige koolluis
, waarbij de melige koolluis de belangrijkste is.
Ook kan op de bladeren van de kool stip voorkomen, dat wordt veroorzaakt door het
knollenmozaiekvirus
(TuMV) of door het
bloemkoolmozaiekvirus
. Het zijn
virussen
die door
bladluizen
op
non-persistente
wijze worden overgebracht. Bij het knollemozaikvirus zijn de zwarte vlekjes 0,5-1,5 cm en bij het bloemkoolmozaiekvirus 1-5 mm groot.
Bronnen, noten en/of referenties
|