Salland
(
Nedersaksisch
:
Sallaand
) is een
landstreek
in het westen van de
Nederlandse
provincie
Overijssel
.
De grenzen van deze streek zijn moeilijk aan te geven. In het algemeen wordt aangenomen dat Salland het Overijsselse gebied buiten
Twente
en de
Kop van Overijssel
omvat.
Uit de kaart
Transisalania Provincia Vulgo Over-Yssel
van 1740 is af te leiden dat het historische 'Drostampt van Sallandt' zich uitstrekte over een gebied dat ruwweg loopt van
Hardenberg
,
Dalfsen
,
Ommen
,
Staphorst
,
Zwolle
,
Deventer
,
Holten
,
Hellendoorn
en
Den Ham
.
In 2021 werd na een ontwerpwedstrijd een
Sallandse vlag
gekozen.
[2]
De naam
Salland
werd traditioneel in verband gebracht met de
Saliers
, een
Frankische
stam.
[3]
[4]
Deze zouden dan in laat-Romeinse tijd (ca. 3e eeuw) verdreven zijn door de
Saksen
.
In
814
wordt een gebied beschreven dat men
Salahom
noemt en dat is gelegen waar de rivier de
Hisla
uitmondt in de zee. In
1225
is er een bisschoppelijke schout aangesteld over het gebied
Psallandia
. Bisschop
Jan Van Arkel
vormde in
1346
een nieuwe bestuurlijke eenheid en noemt het
landschap Salland
.
[5]
Dit landschap Salland was verdeeld in het
drostambt
Salland, het
schoutambt
van Colmschate, het drostambt IJsselmuiden, het hoogschoutambt Hasselt en de
heerlijkheid
Zalk. Verder maakten de toen drie belangrijkste steden van
Overijssel
(
Deventer
,
Zwolle
en
Kampen
) en de kleinere steden
Grafhorst
,
Gramsbergen
,
Hasselt
,
Raalte
,
Hardenberg
en
Ommen
er deel van uit.
Voor en tijdens de warmere periodes gedurende de
ijstijden
hebben de rivieren
Rijn
,
Wezer
en
Elbe
de basis gelegd voor het huidige Sallandse landschap door enorme hoeveelheden zand aan te voeren. Door Salland liep een brede rivier naar het noorden. Via het dal hiervan schoof gedurende de voorlaatste ijstijd een
ijskap
van soms tweehonderd meter dik naar het zuiden. Het dal werd hierdoor dieper en aan de randen ver omhoog geduwd. Zo ontstonden de
stuwwallen
die nu nog aanwezig zijn als de
Sallandse heuvelrug
en de Noordoost-Veluwse heuvels. De schuivende ijsmassa bracht
stenen en leem
mee uit
Scandinavie
. Dit bleef achter toen het ijs smolt, maar werd door de woeste smeltwaterrivieren al snel bedekt door een dikke laag grof zand en keien, die het brede dal opvulden.
Hier overheen kwamen in grote delen van Salland door verstuiving nog oude en jonge
dekzanden
. In het laatste stadium zijn deze neergelegd in de vorm van ruggen die, afgewisseld door laagten, vanuit het oosten in de richting van de
IJssel
lopen. Afwatering naar het noorden werd door de
dekzandruggen
geblokkeerd.
Tienduizend jaar geleden, aan het begin van het
huidige geologische tijdperk
, ontwikkelde zich al vrij snel een gevarieerde vegetatie met veel
loofbomen
. Doordat het klimaat natter werd vormde zich zo'n vijfduizend jaar geleden in veel lagere gebieden een
veenlaag
die nu soms nog 50 centimeter dik is. Deze veenvorming stopte toen de IJssel weer veel Rijnwater kreeg af te voeren, er kwam daardoor een afzettingslaag van
rivierklei
over het veen heen. In mindere mate geldt dit gegeven ook voor het
Vechtdal
.
Vanaf de middeleeuwen zou de mens grote invloed gaan uitoefenen op het landschap door
ontbossing
en
bedijking
. Na het verbeteren van de
waterhuishouding
door het graven van
weteringen
konden grote delen van het gebied in cultuur worden gebracht.
Salland is een landstreek die gedomineerd wordt door
landbouw
en
veeteelt
. Er zijn veel
landgoederen
te vinden met bijbehorende
havezaten
,
landhuizen
en
kastelen
. De voor het
IJsseldal
karakteristieke
weteringen
werden al in de Middeleeuwen gegraven omdat door
stroomruggen
en
bedijking
het water uit het gebied, dat voor een deel van de Sallandse heuvelrug afkomstig was, niet meer vrij naar de rivier kon wegstromen. In het oosten zijn grote 19e-eeuwse ontginningen van
woeste gronden
. Elders is vaak sprake van een kleinschalig
coulisselandschap
. Het
Nationaal Park Sallandse Heuvelrug
is een bijzonder recreatie- en natuurgebied waar het in Nederland ernstig bedreigde
korhoen
nog voorkomt.
De Sallanders spreken vanouds
Sallands
, een groep
Nedersaksische
dialecten die meer Hollandse (westelijke) invloed ondergingen dan het
Twents
, maar aanzienlijk minder dan het
West-Veluws
. In het noorden van het Salland - in en om
Staphorst
,
Nieuwleusen
,
Dedemsvaart
en
Slagharen
- spreekt men geen Sallandse maar
Zuidwest-Drentse
dialecten. Deze twee groepen zijn nauw verwant, maar verschillen op sommige punten van elkaar (zo krijgen sommige Sallandse verkleinwoorden een umlaut:
hoek - huukien
; Drentse niet:
hoek - hoekien
).
Volgens de provincie
Overijssel
behoren de gemeenten
Kampen
,
Zwartewaterland
,
Zwolle
,
Staphorst
,
Hardenberg
,
Ommen
,
Dalfsen
,
Raalte
,
Olst-Wijhe
,
Deventer
en
Hellendoorn
in hun geheel tot Salland, terwijl de gemeenten
Twenterand
en
Rijssen-Holten
er gedeeltelijk deel van uitmaken.
[5]
In die visie spreekt men wel van Noord-, Oost- en Zuid-Salland.
Het gebied langs de
Overijsselse Vecht
van
Gramsbergen
tot aan
Dalfsen
wordt vaak aangeduid als het Vechtdal. Het dialect van deze streek is een overgangsdialect tussen
Sallands
en
Drents
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
a
b
Alleen rood gebied
- ↑
Destentor.nl,
Ontwerp Sallandvlag
, 18 september 2021
- ↑
Maurits Gysseling
,
Toponymisch Woordenboek van Belgie, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1226)
p. 885
(1960). "Germ.
Salahum
, dat. pl., "bij de Salahas", zeer waarschijnlijk nevenvorm van Salii"
- ↑
DBNL: J. te Winkel, Jaarboek Maatschappij Nederlandse Letteren, 1905
- ↑
a
b
Geschiedenis van Salland op de website van de provincie Overijssel