Psalmboek uit de vijftiende eeuw
Een
psalm
is een
religieuze
liedvorm
als een
lied
of
beurtzang
. Het zingen of voorlezen op verheven toon van psalmen is afkomstig uit de
joodse
traditie. In de synagogale traditie zijn dit gebeden voor allerlei gelegenheden.
Het woord psalm wordt soms alleen gebruikt voor de (gezongen) teksten die zijn opgenomen in het Bijbelboek
Psalmen
. Andere gezongen teksten uit de Bijbel, zoals 1 Samuel 2, Daniel A:28-68, Jona 2, Habakuk 3, Lucas 1:46-55 (
Lofzang van Maria
), Lucas 1:68-79 (
Lofzang van Zacharias
) en Lucas 2:29-32 (
Lofzang van Simeon
) worden
kantieken
of lofzangen genoemd.
De oorspronkelijke melodieen van de psalmen zijn niet bekend, doordat de Israelieten geen notenschrift kenden. De psalmen worden ook nu nog gezongen in
synagoges
en
kerken
.
Vaak is aangenomen dat de liturgische zang in de vroege Kerk van de eerste eeuwen van onze jaartelling is ontstaan onder invloed van de
joodse
tempelmuziek in Jeruzalem of van de joodse
synagogale
zang; beide hypothesen worden echter niet meer aangehangen, de eerste niet vanwege een al te specifieke relatie tussen het zingen van de psalmen in de Tempel en de dagelijkse joodse offercultus (die door de christenen werd afgewezen), en de tweede niet omdat de synagoge in nieuwtestamentische tijden eerder een seculiere dan een religieuze ontmoetingsplaats was. Bepaalde religieuze gebruiken die thuis werden gepraktiseerd (het zingen van psalmen tijdens de joodse Paasmaaltijd) hebben mogelijk wel invloed gehad op de zang van de vroege Kerk. Hoe de kerkelijke muziek ook precies ontstaan is, een verspreiding daarvan geschiedde in meerdere vormen over de kerken van Italie - inclusief uiteraard de stad Rome -, Zuid-Frankrijk, Noord-Afrika en Spanje. De eigenlijke ontwikkeling van de
gregoriaanse muziek
dateert van de 8e eeuw, tijdens de
Karolingische
periode. Het merendeel van de in het gregoriaans getoonzette teksten komt uit het Bijbelboek der Psalmen, zowel in de gregoriaanse gezangen van de
Mis
als van de
Getijde
en het
Brevier
.
Veel componisten hebben de psalmen op muziek gezet, waaronder
Jan Pietersz Sweelinck
en
Heinrich Schutz
. Binnen de
gereformeerde
kerken worden de 150 psalmen doorgaans gezongen op
Geneefse melodieen
. In de loop der eeuwen zijn in Nederland de psalmen verschillende malen berijmd, onder andere in
1566
door
Petrus Datheen
als eerste en later in
1773
,
1973
en
1986
door vele anderen.
Psalmen voor Nu
is een project uit 2003 dat deze gezongen psalmen van een meer eigentijdse vertaling en melodie probeert te voorzien.
Een groot deel (meer dan 73) van de Psalmen is geschreven door David. Daarnaast hebben Salomo (bijvoorbeeld Psalm 72 en 127), de zonen van Korach, de zonen van Asaf en ook de priester Ezra (psalm 49 en 50) liederen (psalmen) geschreven die in het boek Psalmen zijn opgenomen.
In veel protestantse kerken wordt om de dienst in te luiden een zogeheten
intochtspsalm
gezongen. Dit gebeurt niet alleen in de kerken van
orthodox-gereformeerde
of
bevindelijke
signatuur, maar ook in de progressievere flanken van de
Protestantse Kerk in Nederland
.
Nederlandse vertalingen: berijmd en onberijmd zingen
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
Binnen de
Nederlandse
en
Schotse
reformatorische kerken
hebben de psalmen dienstgedaan als zangboek. Hiertoe zijn verschillende berijmingen gepubliceerd. De eerste berijmingen stammen uit Frankrijk en zijn van de hand van
Clement Marot
, de hofdichter van de Franse koning. In het Engelse taalgebied werd vooral de vertaling in het
Book of Common Prayer
bekend. In Nederland maakten onder andere
Willem van Zuylen van Nijevelt
, de ook als schilder bekendstaande
Lucas de Heere
,
Jan Utenhove
,
Petrus Datheen
,
Philips van Marnix
en
Vondel
berijmingen. Later kwamen er nieuwe berijmingen, onder andere de staatsberijming van 1773, en het
Liedboek voor de Kerken
van 1973. Deze worden nog steeds gezongen op melodieen uit de 16e eeuw, de zogenaamde
Geneefse psalmmelodieen
. In de
Naardense Bijbel
is een vertaling van de psalmen opgenomen die oorspronkelijk was bedoeld voor het
Nieuw Utrechts Psalter
, een nieuwe zetting van de psalmen, met inbegrip van
antifonen
, door Gert Oost op basis van de Geneefse melodieen. Sinds
2002
is het project
Psalmen voor Nu
bezig om een nieuwe berijming te maken, die ook op moderne, door popmuziek geinspireerde melodieen wordt gezet. Onder de naam
Nieuwveense Berijming
werkt Johan Janse sinds 2007 aan een volledig nieuwe berijming van de Psalmen en andere Bijbelse liederen. De Psalmen worden op de melodieen van het Geneefse Psalter gezet. Ook de andere liederen zijn meestal op een bekende, klassieke melodie gezet. Daarnaast bestaat sinds een paar jaar ook
The Psalm Project
, een band die psalmen (zowel in de Oude als de Nieuwe Berijming) op de melodieen van het Geneefse Psalter zingt, maar wel in diverse moderne muziekstijlen.
In de
rooms-katholieke kerk
werden de psalmen tot halverwege de twintigste eeuw net als de rest van de Mis in het
Latijn
gezongen en wel onberijmd en eenstemmig. In 1957 werden de eerste onberijmde Nederlandse vertalingen gemaakt op basis van de Franse uitgaven van
Joseph Gelineau
. De teksten werden vertaald door
Kees Middelhoff
,
Jop Pollmann
en J.A.M. Weterman. Nadat op het
Tweede Vaticaans Concilie
middels het document
Sacrosanctum Concilium
: Constitutie over de heilige Liturgie (
4 december
1963
) was besloten toestemming te geven de Mis naast het Latijn ook in de
volkstaal
te vieren, groeide de behoefte aan nieuw repertoire. De eerste postconciliaire vertalingen werden gedaan door
Huub Oosterhuis
en
Michel van der Plas
in samenwerking met
Pius Drijvers
en
Han Renckens
, die "Vijftig Psalmen" vertaalden en onder die titel in 1967 uitgaven. Het was aanvankelijk de
Amsterdamse Werkgroep voor Volkstaalliturgie
, waarin vooral
Bernard Huijbers
de onberijmde psalmen als beurtzang op muziek zette. Later werkten ook
Antoine Oomen
en
Tom Lowenthal
hieraan mee.
De eerste liturgische vertaling van het gehele psalmboek was van pater
Ad Bronkhorst
,
O.P.
in 1969. Deze psalmvertaling wordt nu gebruikt in het
breviergebed
voor priesters en kloosterlingen.
Een latere onberijmde vertaling, die opgenomen is in de
Willibrord
'75 Bijbelvertaling was van
Ida Gerhardt
en
Marie van de Zeyde
. Deze vertaling wordt -volgens sommigen- gekenmerkt door het archaisch taalgebruik en een eigenzinnige woordvolgorde. Om deze reden gaf de
Katholieke Bijbelstichting
een apart boekje uit 'De Psalmen', vertaald door N. Tromp. Deze vertaling kon, met toestemming van beide dichteressen, vervolgens worden opgenomen in de Willibrord '95 Bijbelvertaling.
Ida Gerhardt heeft deze vertaling samen met Marie van der Zeyde in de periode van
1966
tot
1972
gemaakt. Deze zijn onder meer in dank ontvangen door een zestal
kerkmusici
vanuit de
Benedictijnen
,
Benedictinessen
en de
Cistercienzers
, die verenigd in de
Intermonasteriele Werkgroep voor Liturgie
zoekende waren naar een psalmvertaling, die na toonzetting een waardige opvolger van de Latijnse teksten zou kunnen zijn. In deze werkgroep participeerden Ida Gerhardt en Maria van der Zeyde geregeld. Deze nieuwe toonzettingen in alle
kerktoonladders
werden uitgegeven als "Het Boek der Psalmen" bij de Katholieke Bijbelstichting in
1975
. Alle 150 psalmen worden in geordende regelmaat gezongen tijdens de dagelijkse
koorgebeden
in de Nederlandstalige
abdijen
.
In de katholieke bundel
Gezangen voor Liturgie
zijn 67 andere
composities
als die uit "Het Boek der Psalmen" van de vertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde opgenomen van diverse Nederlandse en Belgische componisten, waarvan velen deel uitmaakten van de Intermonasteriele Werkgroep voor Liturgie. In deze bundel staan 7 psalmzettingen van Ad Bronkhorst en ruim 30 zettingen uit het boek "Vijftig Psalmen" door Drijvers e.a. Er staan 4 psalmzettingen in een van de oudste vertalingen van Gelineau.
Gezangen voor Liturgie is de officiele katholieke bundel en wordt in de meeste Nederlandse parochies in de
liturgie
gebruikt.