Het
Pajottenland
is een zachtheuvelende, vruchtbare, agrarische
streek
in West-
Brabant
ten zuidwesten van
Brussel
in de provincie
Vlaams-Brabant
. Het wordt ook het
Toscane
van de
Lage Landen
,
[1]
en het Land van
Bruegel
genoemd
[2]
die in de streek inspiratie zocht en bekend staat als symbool voor het Pajottenland. De regio is bekend om zijn streekproduct
lambiek
en de afgeleide dranken
Faro
,
Kriek
en vooral
Geuze
.
Inwoners van dit gebied heten
Pajotten
, enkelvoud
Pajot
.
[3]
De naam Pajottenland, toen geschreven als Payottenland, werd in 1845 geintroduceerd door
F.J. De Gronckel
.
Het Pajottenland is begrensd:
Het laagste punt van de streek is de
Zennevallei
.
Het kenmerkende heuvelachtige landschap weerspiegelt zich in heuvels met namen als bergen zoals bv.
Ledeberg
,
Congoberg
, Suikerenberg, IJsberg, Snikberg, Tomberg,
Tuitenberg
, Zwijnenberg en zelfs Putberg.
Het hoogste punt, met 112m, is de
Kesterberg
(een
getuigenheuvel
). In 1988 werd er een gat geboord. De bovenste
leemlaag
was niet ouder dan 20.000 jaar. Op 125m stootte men op een laag massief
kwartsiet
die 500 miljoen jaar oud was.
[4]
In de
Middeleeuwen
ontstonden twee grote heerlijkheden, in het noorden het Land van
Gaasbeek
en in het zuiden het Land van
Edingen
, die de voornaamste gemeenten van het Pajottenland omvatten. Het Pajottenland wordt gekenmerkt door de afwezigheid van steden. Het grenst wel aan de steden
Brussel
,
Halle
,
Edingen
,
Geraardsbergen
,
Ninove
en naargelang sommige bronnen ook aan
Aalst
.
[5]
Het Pajottenland was een van de kernen van de anti-concordatairen, beter bekend als
Stevenisten
.
De Vlaamse dichter
Pol De Mont
bezong zijn heimwee en bewondering voor zijn geboortestreek in het gedicht "Aan mijn Payottenland" in 1924.
De naam
payot
bestond al in
1789
en betekende
huurling bij het Oostenrijkse leger
.
Een affiche met de naam
payotten
werd in het woelige jaar
1789
opgehangen aan de deur van de paterskerk in
Turnhout
.
[6]
Payot
was oorspronkelijk de Waalse benaming voor een soldaat uit de eigen streek, in tegenstelling tot de vreemde Oostenrijkse soldaten.
Het woord is een afleiding van pays
streek
met het
Franse
suffix
-ot en betekent dus
streekgenoot
en bij uitbreiding
streekgenoot in het leger
.
De betekenis viel ongeveer samen met
piot
, (al in
1709
uit Frans
piote
,
Van Dale
), een algemeen bekend gewestelijk woord voor een infanterist of gewone soldaat.
(In
Tienen
is de Piottengang het straatje dat van de Broekstraat naar de Kazerne of de nieuwe Arena loopt.)
De
Lennikse
advocaat
F.J. De Gronckel
gebruikte het woord
Payottenland
en de naam
Payot
, onder het pseudoniem Franciscus Josephus Twyfelloos, in een romantisch en ludiek geschrift, getiteld '
t Payottenland gelyk het van oudtyds gestaen en gelegen is
.
[7]
De tekst verscheen eerst als losse afleveringen in
1845 in de Gentse krant Den Vaderlander
, maar de bekendste versie werd als 3e druk in
1852
in
Brussel
uitgegeven.
De guitige advocaat vond het woord uit als tegenhanger van het rond
1840
onder
Leuvense
studenten bekende
Kerlingaland
[8]
en plagieerde hiervoor zelfs het
Kerelslied
.
t Payottenland gelyk het van oudtyds gestaen en gelegen is
verscheen in de fictiekatern van Den Vaderlander en moest vooral het roemrijke verleden van de streek rondom het Gaasbeekse in de verf zetten om zo het nodige tegengewicht tegen de oprukkende Brusselse grootstad, een grote bezorgdheid van De Gronckel, te bieden. Historisch correct is deze weergave van het Pajottenland dus niet, maar dit was ook niet de bedoeling van de auteur.
[9]
Desalniettemin zou dit werk gedurende lange tijd de voornaamste bron vormen voor de beschrijving en oorsprong voor de naam Pajottenland. Hierin
[7]
gebruikte de Gronckel de term Pajot eerder als synoniem voor patriot “[...] de trouw en den moed waer mede zy ten allen tyde den vaderlandschen grond verdedigden, …, ontvingen zy ook eenen doorluchtigen naem, dien van payotten of PATRIOTTEN, dat is ’s landsverdedigers, vaderlandminnaers”.
In 1963 verklaarde toenmalig burgemeester van Gooik
Cyriel Everaet
, de naam Pajot als refererend naar de traditionele dakbekleding uit riet (paille).
[10]
Bovendien zouden deze bussels ook gebruikt zijn om de drassige wegen van de streek bereikbaarder te maken voor paard en kar.
[11]
In 2019 werd het Pajottenland stevig in de kijker gezet als Bruegelland in het kader van het Bruegeljaar.
[12]
[13]
De streek lijkt zo van oudsher verbonden met de figuur van Pieter Bruegel de Oude. Het idee van het Pajottenland-Bruegelland kan echter pas sinds 1929 aangetoond worden: in
Neerlandia
? een toeristisch Nederlands tijdschrift werd de regio aangeprezen als het land van Bruegel.
[14]
Twee jaar later vond dit idee verder ingang door de gelijkenissen die Rene van Bastelaer (1865-1940), Bruegelspecialist en curator van het Prentenkabinet (van de
Koninklijke Bibliotheek van Belgie
) zag tussen de Sint-Annakapel in
Sint-Anna-Pede
en de kapel die afgebeeld staat op ‘
De Parabel der blinden’
.
[15]
De idee van Bruegelland kwam pas echt tot leven in het Pajottenland in de jaren 1960. In 1963 zond de toenmalige nationale omroep
BRT
Een half uur Bruegel achterna
in het Pajottenland
[10]
uit. In deze reportage werden de Pajotten als werkers en feestvierders weergegeven en werd de basis gelegd voor het beeld van het Pajottenland als te beschermen cultuurlandschap.
[16]
Echt Bruegelgek werd de regio pas in 1969. Het is dan exact 400 jaar geleden dat Bruegel stierf en dit vormde de aanleiding voor enkele culturele spilfiguren uit het Dilbeekse om Bruegel ‘Terug te halen naar de streek’. Dilbekenaar Flor Gins speelde hier een bepalen de rol in met de oprichting van het Nationaal Bruegelcomite.
[17]
Onder andere mede door de initiatieven van het comite werd het kerkje van Sint-Anna-Pede van de ondergang gered.
[18]
Aan de kerk wordt door de VTB een herdenkingsbankingehuldigd. Een expo met originele werken van Bruegel behoorde tot de ambitie van de organisatie, maar dit bleek niet mogelijk. Daarop besloten Gins en kunstschilder Jozef Aerts zelf heel wat werken van Bruegel na te schilderen en creeerden hiermee een reizende expo die eindigde in het
Kasteel van Gaasbeek
.
[19]
Om hun activiteiten te financieren brengen ze ook herdenkingspenningen en Bruegelmokken op de markt.
[20]
Naast een ‘herontdekking’ van Bruegels oeuvre, vormde het Bruegeljaar ’69 ook een dankbare inspiratiebron voor de (lokale) culturele verenigingen: van Buizingen tot Zellik, gingen kunstenaars aan de slag en vonden tal van manifestaties in het teken van Bruegel plaats.
[21]
Zo ontdekte zelfs het koninklijk paar,
Boudewijn
en
Fabiola
, het Pajottenland als Breugelland bij de start van de door de toenmalige provincie
Brabant
georganiseerde Bruegelfeesten op het provinciedomein van Huizingen.
[22]
Ondertussen was de internationale allure van de kunstenaar ook lokale cultuurliefhebbers niet ontgaan ? sinds 1969 werd Bruegel actief gebruikt in de toeristische promotie van de streek. Ook tijdens het “Jaar van het dorp” in 1978 verwijst men graag naar de schilder wanneer men het landelijke karakter in de verf wil zetten.
[23]
In Wambeek werd zo dat jaar een muurschildering van Bruegel aangebracht in de dorpskom en in het Dilbeekse Sint-Anna-Pede werd door Albrecht de Schrijver in 2004 het openluchtmuseum met kleurvaste reproducties opgericht.
[24]
Wanneer in de jaren 1980 de streekborden langsheen de Vlaamse wegen geplaatst werden, prijkte aan de ingang van het Pajottenland een Bruegeliaanse doedelzakspeler uit de
Boerendans.
En ook wanneer van dit idee door Vlaanderen in 2013 werd vervangen door foto’s van het Brabants trekpaard en het kasteel van Gaasbeek,
[25]
koos de streekorganisatie Pajottenland+ ervoor om in de streek opnieuw een Bruegelmotief te introduceren: de dragers uit de ‘Boerenbruiloft’. Zowel
de
Boerenbruiloft
als
de Boerendans
werden in 2019 door de inwoners van de streek als het meest exemplarisch voor Bruegel’s oeuvre gezien.
[21]
Sinds de jaren 2000 worden dan ook het lambiekbier, boerenpaarden en Bruegel, de 3 B’s, de uithangborden van de regio die toeristisch uitgespeeld worden.
[26]
Sinds de jaren 2000 bestaat er ook in kunsthistorische kringen de consensus dat Bruegel het Pajottenland verwerkte in zijn samengestelde landschappen onder meer in de
Parabel der Blinden
en
Ekster op de galg.
[27]
In 2019 was het 450 jaar geleden dat Bruegel stierf: een verjaardag waarop Vlaanderen via zijn Vlaamse Meesters programma toeristisch inzette.
[12]
Tijdens dit tweede Bruegeljaar werd er in de regio niet enkel met de idee van de “Boerenbruegel” gecreeerd door Felix Timmermans begin 20ste eeuw,
[28]
aan de slag gegaan. Hij vormde er de inspiratiebron voor lokale en internationale kunstenaars om in en met het Pajottenland aan de slag te gaan: De Blik van Bruegel,
[13]
Feast of Fools,
[29]
de Ezels van Bruegel,
[30]
Bruegel vertekend
[31]
…
Of Bruegel er al dan niet echt werkzaam was, staat voor de meeste inwoners los van de fierheid die ze voelen voor ‘hun’ Bruegel. Bruegel in het Pajottenland is anno 2019 een kapstokfiguur waaraan de identiteit en een gemeenschappelijk verleden wordt opgebouwd: een middel om het landelijke karakter in de kijker te zetten, een uithangbord voor de lambiekproductie en drager van tradities en lokale folklore.
[23]
Het Pajottenland omvat in ieder geval de volgende huidige
Brabantse
fusiegemeenten:
- Affligem
(Afhankelijk van de bron worden (delen van) de gemeentes Affligem en Asse ook tot de naburige landstreek
Brabantse Kouters
gerekend, terwijl Hekelgem pas in de editie van 't Payottenland uit 1852 deel is gaan uitmaken van het Payottenland).
- Asse
(Afhankelijk van de bron worden (delen van) de gemeentes Affligem en Asse ook tot de naburige landstreek Brabantse Kouters gerekend, terwijl
Bekkerzeel
en
Zellik
pas in de editie van 't Payottenland uit 1852 deel zijn gaan uitmaken van het Payottenland).
- Bever
- Dilbeek
: Dilbeek,
Itterbeek
(met
Sint-Anna-Pede
),
Schepdaal
(met
Sint-Gertrudis-Pede
),
Sint-Martens-Bodegem
,
Sint-Ulriks-Kapelle
,
Groot-Bijgaarden
(deze laatste twee pas in de editie van '
t Payottenland
uit 1852)
- Galmaarden
: Galmaarden,
Tollembeek
,
Vollezele
- Gooik
: Gooik (met
Strijland
),
Kester
,
Leerbeek
,
Oetingen
- Herne
: Herne (met
Kokejane
),
Herfelingen
,
Sint-Pieters-Kapelle
- Lennik
:
Gaasbeek
,
Sint-Kwintens-Lennik
(met
Eizeringen
),
Sint-Martens-Lennik
- Liedekerke
- Pepingen
: Pepingen,
Beert
,
Bellingen
,
Bogaarden
,
Elingen
,
Heikruis
- Roosdaal
:
Pamel
(met Ledeberg),
Borchtlombeek
(met Kattem),
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
,
Strijtem
- Sint-Pieters-Leeuw
: Sint-Pieters-Leeuw,
Oudenaken
,
Ruisbroek
,
Sint-Laureins-Berchem
,
Vlezenbeek
- Ternat
: Ternat,
Sint-Katherina-Lombeek
,
Wambeek
Als we ons baseren op de laatste geschriften van advocaat
F.J. De Gronckel
die het Pajottenland voor het eerst beschreef, behoren ook de
Ninoofse
deelgemeenten
Neigem
en
Lieferinge
tot het Pajottenland. Ook een deel van het toen nog niet
verbrusselde
Anderlecht
rekende hij bij deze streek.
Het Pajottenland is een vruchtbare landbouwstreek, met kleine dorpen. Het kenmerkende heuvelachtige landschap was uiterst geschikt voor het bouwen van water- en windmolens.
[32]
Een in de regio belangrijke molenaarsfamilie waren de molenaars
Orinx
.
Samen met de Zennevallei is het Pajottenland een erkend
Regionaal Landschap
'Pajottenland en Zennevallei'. Het Pajottenland is ook een onderdeel van de
Groene Gordel
rond Brussel.
- het
Kasteel van Gaasbeek
(museum en parkdomein van de Vlaamse gemeenschap, gelegen in de gemeente
Lennik
),
- de Museumtuin van Gaasbeek, gelegen in de gemeente
Lennik
,
- het park van Groenenberg (tegenover het domein van
Gaasbeek
),
- de grootste rozenverzameling van Europa in het
domein Coloma
te
Sint-Pieters-Leeuw
,
- het
Museum van het Belgisch Trekpaard
, in het centrum van
Vollezele
, dat de herinnering aan de tijd dat Vollezele een wereldcentrum was voor de handel en export van het
Belgisch trekpaard
levendig wil houden en het publiek kennis wil laten maken met alle facetten van het Belgisch trekpaard,
- het
Mariaretabel
in de kerk van
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
,
- de
Hertboommolen
(ook Zepposmolen genoemd) te
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
,
- een "Bruegelmuseum" in
Sint-Anna-Pede
(
Dilbeek
) met 12 grote, kleurvaste en weerbestendige reproducties van de mooiste schilderijen van
Pieter Bruegel de Oude
, die in zijn Brusselse periode vooral in de
Pedevallei
inspiratie vond. In 3 uur maakt men een virtuele reis langs musea over heel Europa,
- de
watermolen Sint-Gertrudis-Pede
(Dilbeek),
- het
Kasteel en park Ter Rijst
in
Heikruis
,
- de
Sint-Martinus-kerk
van
Strijtem
met een merkwaardige toren en een nog merkwaardiger interieur.
- Kasteel en domein
Kruikenburg
in
Ternat (Belgie)
Dertien Vlaamse regio’s dienden hun kandidatuur in om als
landschapspark
erkend te worden. Na een eerste ronde en een selectie door een onafhankelijke jury blijven er nog zeven kandidaat-landschapsparken in de running waaronder het "
Boerenlandschap Pajottenland
". De definitieve selectie gebeurt in 2023.
[33]
Bekende landschappen zijn ook de
Congoberg
(in
Vollezele
),
Kesterheide
in
Gooik
, de
Markevallei
en de
Zuunvallei
(in
Sint-Pieters-Leeuw
).
-
Binnenhof van het kasteel van Gaasbeek
-
Park van Groenenberg
-
Het Colomapark
-
Museum van het Belgisch Trekpaard
-
Het Mariaretabel van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
-
Hertboommolen
-
Sint-Anna-Pede
-
Watermolen van Sint-Gertrudis-Pede
-
Kasteel Ter Rijst
-
Sint-Martinuskerk in Strijtem
-
Kasteel kruikenburg
In 2007 werden
Gaasbeek
en
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
in een nationale verkiezing geselecteerd tot de 15
mooiste dorpen van Vlaanderen
.
-
-
-
-
-
Sint-Martens-Bodegem, huis Mostinckx.
-
Het Pajottenland gezien vanaf het kasteel van Gaasbeek
-
Landschap rond de Congoberg
Gezien de vruchtbare grond waren de meeste activiteiten
agrarisch
en er mee verbonden.
De teelt van graangewassen zoals tarwe en gerst, vooral voor de voeding. Voor het vermalen van die granen waren er in Pajottenland niet minder dan 125 wind- en watermolens
[34]
dankzij de vele heuvels en ettelijke waterlopen. De gronden waren zo vruchtbaar dat een deel van de graanoogst voor andere zaken kon worden gebruikt. Sinds 2019 worden er ook oude graansoorten opnieuw geteeld.
[35]
- In de gemeenten grenzende aan Brussel werden er groenten gekweekt door de
boerkozen
[36]
die hun producten verkochten op de Brusselse vroegmarkt.
- Een andere teelt was de aardbeienteelt, die geschikt was voor de relatief kleine landbouwpercelen in de buurt van de hoofdstad Brussel die het voornaamste afzetgebied was voor dit delicaat fruit. De familiaal gerunde aardbeienteelt was rond 1880 te Dilbeek en te Sint-KwintensLennik gestart, als alternatief voor de uitstervende hopteelt. De kwekers mochten 50 kg groenten en fruit kosteloos meenemen met de buurtspoorwegen naar Brussel
[37]
Er ontstonden ook verschillende plaatselijke markten in het aardbeiseizoen waarvan de eerste (in 1913) en voornaamste deze van
Schepdaal
was.
[38]
De Pajottenlandse aardbeiproductie bereikte haar hoogtepunt in de jaren tussen de jaren 1950 en '60. Het bebouwde areaal beliep toen 300 ha. De aardbeienteelt daalde vanaf de jaren 1970 door de buitenlandse concurrentie. Door de opkomst van nieuwe
groente- en fruitveilingen
en de invoering van de btw verdwenen de plaatselijke markten. De aardbeienteelt verschoof naar de
Noorderkempen
.
[39]
[40]
In de streek van
Asse
werd er vroeger veel
hop
geteeld. In de 19e eeuw besloeg de hopteelt in het landbouwdistrict Asse 855 ha wat nagenoeg evenveel was als in het district
Poperinge
met 881 ha.
[41]
De inlandse hop werd door buitenlandse met een betere kwaliteit verdrongen en was omstreeks 1910 nagenoeg verdwenen in het Pajottenland. Sinds 2018 zet de Vlaamse overheid in op het stimuleren van de heropleving van de
hopcultuur
in onder meer het Pajottenland via het HOP AAA+-traject.
[42]
In het laatste kwart van de 18e eeuw werden in het Pajottenland reeds de biersoorten
faro
en
lambiek
gebrouwen, die gekenmerkt worden door hun spontane vergisting. Zo voldeed in 1775 een brouwer in
Asse
zijn tienden deels met een partij faro. Eind 19e eeuw werd tevens de
geuze
populair in de vorm van lambiek die op flessen werd hergist zoals bij de champagne, en deed de
kriek-lambiek
zijn intrede.
[43]
Er was nagenoeg in elk dorp een brouwerij. In
Schepdaal
bestonden zelfs vier brouwerijen, in volgorde van grootte
Eylenbosch
(aan de Spanuit), De Neve (in Sint-Gertrudis-Pede), De Troch (Spanuit) en Goossens (Sint-Gertrudis-Pede) .
De bodem in het Pajottenland bestaat uit zandleem en leem die kalkrijk voeder voortbrengt, ideaal voor trekpaarden.
Op het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw speelde
Vollezele
een belangrijke rol in de ontwikkeling van het
Belgisch trekpaard
dank zij de hengstenhouder Remy Vanderschueren met de hengst Brillant zoon van de legendarische Orange I.
[44]
[45]
Tegenwoordig zijn er in het Pajottenland nog fokkerijen, de stallen:
- Cortvrindt in Asse;
[46]
- Het
Baljuwhuis
in Gaasbeek;
- Tercam in Bellingen;
- Terlo in Roosdaal;
- van de Congoberg in Vollezele.
De huidige landbouwactiviteiten zijn: melk-en rundvee, groenten- en fruitteelt.
[47]
Onder andere:
Bronnen, noten en/of referenties
- P. de Mont
,
Aan mijn Payottenland
, 1924, Geschied- en Oudheidskundigen Kring van West-Brabant.
- R. De Wolf,
De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard
, 2023, 68 p.
- L.Thielemans-De Backer,
Van hopbellen tot aardbeien
, Bijdragen tot de geschiedenis van Lennik, Derde reeks 1986, Andreas-Masiuskring, 254p, p.116-126.
- J. Reygaerts,
Pajottenland, Historisch-geografisch streekonderzoek
, 2005, 427p.
- Werkgroep Pajottenland, (
Jozef Vrancken
)
Pajottenland. Een land om lief te hebben
, herziene uitgave 2007, 592p, Lannoo,
ISBN 978-90-812-3321-7
- ↑
Als Brugge het Venetie van het Noorden is, dan mag het Pajottenland met dezelfde zin voor overdrijving gerust het Toscane van de Lage Landen genoemd worden.
Koen Van Wichelen
, in
Grande (tijdschrift)
, nov. 2001. Geraadpleegd op 14 november 2019.
- ↑
Pieter Bruegel de Oude (circa 1525-1569)
- ↑
R. De Wolf,
Pajot, Pajotter, Pajottenlander?
in
Pajottenland een land om lief te hebben,
p. 302
- ↑
B. Goemare,
Pajottenland een land om lief te hebben,
p15-23
- ↑
J. De Beul,
Pajottenland een land om Lief te hebben
, p29
- ↑
J.LINDEMANS
,
De naam Payottenland
, Eigen Schoon en de Brabander, 1926-27, pp.145-152
- ↑
a
b
't Payottenland, gelyk het van oudtyds gestaen en gelegen is
, Frans Jozef De Gronckel, 1846. In 1852 werd een nieuwe editie ('Derde' genoemd door de auteur) uitgebracht met de titel
'T Payottenland zoo als het van onheuglyke tyden gestaen en gelegen is
. Beide uitgaven verschillen grondig van mekaar. In 1987 verzorgde de Andreas Masiuskring uit Lennik een facsimile uitgave, D/1987/23961/1.
- ↑
Kerlingaland
Lagelandsinfo. Bezocht op 12 december 2019.
- ↑
Lindemans D., 'Nieuwe inzichten over F.J. De Gronckel en ‘zijn’ Payottenland',
Eigen Schoon en De Brabander
, 102 (2019), 227-252 en 253-281.
- ↑
a
b
Een half uur Bruegel achterna in het Pajottenland
.
onderwijs.hetarchief.be
.
meemoo
(1963). Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
De beide verklaringen stroken niet met deze van F.J. De Gronckel die zijn werk "'T Payottenland" opdroeg "Aen alle vrye en vrolyke Payotten", waarmee duidelijk de inwoners van het Pajottenland werden bedoeld, trouwens noemde De Gronckel zichzelf een "Pajot".
- ↑
a
b
Top Bruegelactiviteiten | VISITFLANDERS
.
www.visitflanders.com
. Gearchiveerd op
16 oktober 2020
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
a
b
Hautman, Dieter
, "
Dilbeek kan dan toch rekenen op een fikse subsidie van 766.387 euro voor Bruegelproject
",
Het Nieuwsblad
, 12/09/2017. Geraadpleegd op 02/02/2020.
- ↑
S.N.
(1929).
Reizen in Vlaanderen
.
Neerlandia
33: p. 94.
- ↑
R. Van Bastelaer,
Le Paysage de la Parabole des Aveugles de Pierre Bruegel
, Bruxelles; Paris: Librairie nationale d’art et d’histoire, 1931.
- ↑
Arijs, Hilke
,
Bart Moens
(December 2019).
WAAROM BRUEGELEN WE IN HET PAJOTTENLAND? Van “Bruegel in het Pajottenland” naar een “Pajotse Bruegel”
.
Gooik. Tijdschrift van de Heemkundige Kring
34: pp. 57-61
- ↑
Linda VANDEN DRIESSCHE
,
Bouw Westrand was hoogtepunt''
.
Het Nieuwsblad
(11/04/2002). Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
S.n., ‘La protection du site de Pede-Sainte-Anne en bonne voie’,
Le Soir
, 6/06/1969, 7.
- ↑
‘Bruegeljaar krijgt bekroning op kasteel van Gaasbeek’ in:
Het Nieuwsblad
, 1969, p. 6.
- ↑
Hilke Arijs
,
Bart Moens
(oktober 2019).
Bruegel Vertekend. De kunstenaar vs illustratoren
.
Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei
, "Hoe Bruegel het Pajottenland mee vorm gaf".
ISBN 9789082742435
. NUR 640.
- ↑
a
b
ARIJS H. ? MOENS B., "Van ‘Bruegel in het Pajottenland’ naar een ‘Pajotse Bruegel’. Een onderzoek naar de verbondenheid tussen Pieter Bruegel de Oude en de Pajotse streekidentiteit" in:
Eigen Schoon en De Brabander
02 (2020), p. 183-203.
- ↑
S.n., ‘Le Roi et la Reine ont participe a la liesse des fetes bruegeliennes’,
Le Soir
(6/09/1969),5 ; S.n., Bruegeljaar krijgt bekroning op kasteel van Gaasbeek’,
Het Nieuwsblad
(1969), 6.
- ↑
a
b
Arijs, Hilke
,
Bart Moens
(december 2019).
Bruegel in ons bloed? Onderzoek naar de Pajotse streekidentiteit
.
FARO
12 (4): pp. 32-35.
- ↑
De Schrijver A.,
Bruegel in het Pajottenland: 12 werken van Bruegel in grote reproducties [van het] Openluchtmuseum Dilbeek,
Dilbeek, 2006, 33.
- ↑
Toerisme Vlaanderen stelt nieuwe toeristische infoborden voor
.
Toerisme Vlaanderen
. Gearchiveerd op
7 november 2018
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
T. Vierendeels
,
"Bruegel, boerenpaarden en bier” Pajottenland pakt uit met nieuw toeristisch bord aan invalswegen
.
Het Laatste Nieuws
(27/05/2015). Geraadpleegd op 02/02/2020.
- ↑
Lichtert K.,
Beeld van de stad : representaties van stad en architectuur in het oeuvre van Pieter Bruegel de Oude
, volume 1: tekst, Gent, 2014, 84.
- ↑
De Ceulaer J.,‘Het genoegen te kunnen schilderen. Felix Timmermans en Pieter Bruegel’ (fragment uit ‘En toch. Spiegelbeeld van Felix Timmermans', in ‘
Vlaanderen
’ 93, mei-juni 1967, pp. 171-172).
- ↑
Feast of Fools: een nieuwe kijk op Bruegel (Kasteel van Gaasbeek) | VISITFLANDERS
.
www.visitflanders.com
. Gearchiveerd op
9 oktober 2020
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
De Ezels van Bruegel
.
De Ezels van Bruegel
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
3x Bruegel
.
3x Bruegel
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
Op twintig hillen toonden twintig molens hun draaiend wiekenkruis, reusachtig groot...
Pol de Mont, "Aan mijn Payottenland"
- ↑
R. Van Puymbroeck,
We willen geen Pajots Bokrijk worden
,
De Tijd
,(22 jan 2022) p.52.
- ↑
Een in de regio belangrijke molenaarsfamilie waren de molenaars
Orinx
- ↑
Guillaume Staring
,
TRADITIE IN DE KIJKER: Oude graansoorten telen | Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei
.
www.erfgoedcelpz.be
. Gearchiveerd op
16 oktober 2020
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
van het Middelnederlands broeckoys: samenstelling van broeck (moeras) en de Middelfranse uitgang -oys (bewoner van, man van, bijvoorbeeld zoals in Bruxellois). In de loop van de eeuwen werd broeckoys vervormd tot broekois, boerkoos, berkoos, berkuus, perkuus.
Vlaams woordenboek
, bezocht 21-10-2019 19u40
- ↑
J. Reygaerts,
Pajottenland - Historisch-geografisch streekonderzoek
,2005, p. 81.
- ↑
Het gemeentebestuur liet een marktplein aanleggen op driesprong van de toenmalige Wijngaardstraat(E.Eylenboschstraat) en de Kerkweg(Markstraat). Er werden lindebomen geplant die moesten instaan voor schaduw ter bescherming van het fruit.
- ↑
L. De Backer,
Van Hopbellen tot Aardbei
in
Bijdragen tot de Geschiedenis van Lennik
, Andreas Masiuskring derde reeks, 1986, p.116-128.
- ↑
J. De Beul ,
De aardbeienteelt in het Pajottenland
in
Pajottenland een Land om lief te hebben
, p. 523-525
- ↑
R. De Vos,
Hopteelt en hopcrisis te Asse in de 19de eeuw
, in Ascania-tijdschrift 1984-2.
- ↑
Vilt | Vlaams infocentrum land- en tuinbouw
.
vilt.be
. Geraadpleegd op
6 oktober 2020
.
- ↑
Thierry Delplancq, ‘Les brasseurs de lambic. Donnees historiques et geographiques (XVIIIe S. ? XXe S.) (1)’, in:
Archives et bibliotheques de Belgique
, deel 67 (1996), nr. 1-4, p. 257-320.
- ↑
R. De Wolf,
De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard
,pp. 36-36
- ↑
J. De Beul, Het Belgische trekpaard en het Pajottenland in
Pajottenland een Land om lief te hebben
, p.188-190
- ↑
Fijne trekpaarden in de mode
. Bezocht 20 Nov 2019
- ↑
Landbouw in Vlaanderen
. Landbouwtyperingskaart 2016. Bezocht 23 Nov 2019.
- ↑
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
Pajottenland & Zennevallei stap in de voetsporen van de acteurs van illustere Vlaamse series
. Bezocht 18/11/2019
- ↑
PEPINGEN, 50 jaar lang feesten in Beert
. Editie Pajot. Bezocht 17/11/2019
- ↑
F.C. De Kampioenen op locatie in Gaasbeek
Persinfo. Bezocht 17/11/2019
Externe links
|