Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De
oude Nederlandse maandnamen
worden vandaag de dag nog steeds door sommige mensen gebruikt, soms door
taalpuristen
of gewoon als synoniem voor de gebruikelijke namen van het
gregoriaanse kalenderstelsel
. Ook in de literatuur en poezie komt men deze namen weleens tegen. In Vlaanderen heeft
Guido Gezelle
zich sterk gemaakt voor een lijstje dat nog zuiverder op het Nederlands terugging. Dat is nog tot 1975 gebruikt door het tijdschrift
Biekorf
.
De
NSB
heeft getracht deze namen weer voor algemeen gebruik in te voeren: zie
NSB-maandnamen
.
Hieronder staat een lijstje met oude maandnamen. Bij hedendaags gebruik worden zij met een kleine letter geschreven. De meest algemene maandnamen staan in de tweede kolom. Tijdens het koninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon (1808-1810) was het gebruik van deze oude Nederlandse namen in officiele stukken voorgeschreven.
[1]
De lijst van Gezelle, die altijd met hoofdletters werd gespeld, vormt de derde kolom. De namen in de vierde en vijfde kolom worden ook weleens gezien, maar zijn niet gebruikelijk. Sommige daarvan zijn afgeleid van de namen in de
Franse republikeinse kalender
. Merk op dat
sneeuwmaand
,
wintermaand
en
oogstmaand
in twee rijen voorkomen en dus voor verwarring kunnen zorgen. Dat geldt ook wel voor
prairal
, hier vertaald met
weidemaand
, wat ook met
grasmaand
vertaald kan worden.
Het Nederlandse woord
oogst
is van
augustus
afgeleid.
Bij de Romeinen was maart de eerste maand van het jaar, wat de namen van september en de volgende maanden verklaart.
In de revolutionaire kalender was vendemiaire de eerste maand.
Gebruikelijke naam
(uit het Latijn)
|
Oude Nederlandse naam
|
Oude Vlaamse naam
|
Soms gebruikte
alternatieve naam
|
Uit de
Franse republikeinse kalender
afkomstige naam
(bij benadering, de maanden beginnen ongeveer tien dagen eerder)
|
januari
|
louwmaand
|
Nieuwjaarmaand
|
wintermaand
|
sneeuwmaand (
nivose
)
|
februari
|
sprokkelmaand
|
Schrikkelmaand
|
kortemaand
|
regenmaand (
pluviose
)
|
maart
|
lentemaand
|
Lentemaand
|
kalvermaand
|
windmaand (
ventose
)
|
april
|
grasmaand
|
Grasmaand
|
paasmaand
|
kiemmaand (
germinal
)
|
mei
|
bloeimaand
|
Bloeimaand
|
wonnemaand
|
bloeimaand (
floreal
)
|
juni
|
zomermaand
|
Zomermaand
|
braakmaand
|
weidemaand (
prairial
)
|
juli
|
hooimaand
|
Hooimaand
|
vennemaand
|
oogstmaand (
messidor
)
|
augustus
|
oogstmaand
|
Koornmaand
|
arenmaand
|
hittemaand (
thermidor
)
|
september
|
herfstmaand
|
Herfstmaand
|
havermaand
|
vruchtmaand (
fructidor
)
|
oktober
|
wijnmaand (bij NSB zaaimaand)
|
Zaaimaand
|
aarzelmaand
|
wijnmaand (
vendemiaire
)
|
november
|
slachtmaand
|
Slachtmaand
|
smeermaand
|
nevelmaand (
brumaire
)
|
december
|
wintermaand
|
Wintermaand
|
sneeuwmaand
|
rijpmaand (
frimaire
)
|
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Wijnaendts van Resandt, W. (1984)
Dagen, maanden, jaren: tijdrekenkunde in kort bestek
, 's-Gravenhage: Centraal Bureau voor Genealogie, (CB-reeks; nr. 7), p. 15.
|