De
Orde van de Witte Adelaar
(
Pools
: Order Orła Białego) is de hoogste
Poolse
onderscheiding. Deze
ridderorde
werd op 1 november
1705
door koning
Augustus II van Polen
ingesteld. Deze Orde heeft altijd een enkele graad, die van ridder, gekend. Omdat de orde steeds in de een of andere vorm heeft voortbestaan is zij nu de op 6 na oudste nog bestaande ridderorde.
Van 1831 tot 1917 was de Orde een van de Russische ridderorden. (
Russisch
: Императорский и Царский орден Белого Орла)
De Orde van de Witte Adelaar was bij de oprichting een rood ovaal schild met een afbeelding van het Poolse
wapendier
dat aan een lichtblauw lint werd gedragen. Dit
kleinood
werd al in 1709 vervangen door een kruis.
In 1713 werd de orde
en sautoir
(om de hals) gedragen, en droegen de ridders een geborduurde ster op de linkerborst.
De Poolse koning verleende deze Orde aan een klein aantal belangrijke edellieden en leden van zijn Huis, voor anderen was er de
Orde van Sint Stanislaus
. De ridders droegen een rijke
ordekleding
met mantel en hoed.
Na de Poolse delingen en het uiteindelijke opheffen van Polen als staat in 1795 werd ook de Orde van de Witte Adelaar afgeschaft. In 1807 herstelde het
groothertogdom Warschau
de Orde, en het was ook de hoogste ridderorde van het door de Russische tsaar bestuurde koninkrijk Polen.
In
1830
werd het koninkrijk Polen na een onsuccesvolle revolutie van Poolse patriotten opgeheven en werd het land vanuit
Sint-Petersburg
bestuurd. De Poolse orden werden nu deel van het Russische stelsel van onderscheidingen, en zij werden door de Tsaren veel verleend.
Na de
Februarirevolutie
van 1917 bleef de Orde ook onder de democratische regering van
Aleksandr Kerenski
een Russische orde maar na de
Oktoberrevolutie
werd de Orde, net als andere ridderorden, afgeschaft.
De herstelde Poolse natie bevestigde op 4 februari 1921 de Orde van de Witte Adelaar als Polens hoogste onderscheiding maar verving de hoogst impopulaire Orde van Sint Stanislaus door de
Orde Polonia Restituta
. De
kleinoden
van de Orde werden opnieuw ontworpen en nu zonder koningskroon verleend. Het lint bleef hemelsblauw.
In de periode 1921-1939 werd de Orde aan 24 Polen en 87 vreemdelingen verleend. Onder hen waren 33 regerende vorsten, 12 prinsen, 10 ministers-presidenten en 15 ministers.
De overval door de nazi's in september 1939 dwong de Poolse regering om naar Londen uit te wijken. Daar bleef deze regering tot 26 oktober 1992 in
ballingschap
regeren. Deze regering, die na de oorlog in twee concurrerende regeringen uiteenviel, bleef de Orde van de Witte Adelaar verlenen en na de val van de communistische dictatuur ontving Polens gekozen president,
Lech Wał?sa
, de versierselen van de Orde van de Witte Adelaar van zijn, nu zeer bejaarde, Londense voorganger
Ryszard Kaczorowski
. Onder de na de val van het communisme gedecoreerde Polen waren ook generaal
Stanisław Maczek
en verzetstrijdster
El?bieta Zawacka
.
De Orde van de Witte Adelaar wordt aan vooraanstaande Polen en aan buitenlanders, meest staatshoofden, verleend. Ook Prinses
Beatrix der Nederlanden
, koning
Willem-Alexander der Nederlanden
zijn ridder in deze orde.
Ten tijde van de stichting was het ordeteken van de Orde van de Witte Adelaar een rood ovaal schild met een afbeelding van het Poolse
wapendier
dat aan een lichtblauw lint werd gedragen. Dit
kleinood
werd al in 1709 vervangen door een kruis.
Sinds 1713 werd de orde "en sautoir", dat wil zeggen om de hals, gedragen en droegen de ridders ook een geborduurde
ster
op de linkerborst.
Op de feestdagen van de Orde droegen de ridders en ordekostuum en een keten.
Tsaar
Alexander I
heeft de orde in een
oekaze
van 25 december
1831
tot een keizerlijke Russische orde gemaakt en vastgesteld dat aan het ordekruis de Russische
keizerskroon
als
verhoging
werd toegevoegd.
Het schitterende juweel zag er nu als volgt uit: Op een Russische tweekoppige adelaar ligt en rood
Maltezer kruis
waarop de gekroonde Poolse witte adelaar ligt.
De orde kon ook met zwaarden worden verleend.
De ster van de orde was van goud met een medaillon met op de blauwe rand de woorden "PRO FIDE REGE ET LEGE" (Latijn: "voor geloof, koning en recht").
In het medaillon een wit kruis met een rode rand en zilveren vlammen in de armen van het kruis. In het centrum van het kruis is een rode roos afgebeeld.
Het gebruik om de ridders in de hoogste orden van Rusland ook ambtshalve het kruis van een lagere orde te laten dragen bestond al in de 18e eeuw. In de 19e eeuw werd het geregeld door een
oekaze
van tsaar
Nicolaas I van Rusland
van 1 september 1845. Deze oekaze is tot de val van de laatste tsaar in 1917 van kracht gebleven.
De oekaze stelde de volgende draagwijzen vast.
- Ridders in de
Orde van Sint-Andreas
droegen het kruis van de Orde van Alexander Nevski om de hals en zouden de inmiddels Russisch-Poolse Orde van de Witte Adelaar in het knoopsgat dragen.
- Ridders in de
Orde van Alexander Nevski
droegen de Orde van de Witte Adelaar om de hals en het kruis der Eerste Klasse van de
Orde van Sint-Anna
in het knoopsgat.
- Ridders in de Orde van de Witte Adelaar droegen de Orde van Sint-Anna om de hals en het kruis der Eerste Klasse van de
Orde van Sint-Stanislaus
in het knoopsgat.
- Ridders grootkruis in de Orde van Orde van Sint-Anna droegen het kruis der Eerste Klasse van de Orde van Sint-Stanislaus in het knoopsgat
[1]
.
In
1921
stelde de Poolse republiek nieuwe kleinoden vast. Het kruis was ook nu een rood Maltezer kruis maar met witte randen en gouden vlammen in de armen van het kruis. Op dit alles is een witgeemailleerde Poolse adelaar gelegd.
Het kruis wordt aan een hemelsblauw lint over de rechterschouder gedragen.
De ster is nu van zilver en sterk gewelfd. Op de ster ligt een rood Maltezer kruis met een witte biezen, gouden stralen tussen de armen en een medaillon. Op de armen van het kruis lezen we het nieuwe motto van de orde;"Za Ojczyzn? i Narod" (Pools voor "Voor Vaderland en Volk"), binnen de lauwerkrans is een wit geemailleerde plaat met het monogram "RP" (Rzeczpospolita Polska, (Pools voor "Republiek Polen").
- W.Boncza-Tomaszewski,
Kodeks orderowy
, Warszawa 1939;
- Arnhard Graf Klenau,
Europaische Orden ab 1700
, Munchen 1978;
- Norbert Wojtowicz, "Praemiando Incitat - Order ?wi?tego Stanisława (Wybrane dokumenty)" (Warszawa
2007
)
ISBN 978-83-925702-0-2
- Vaclav M??i?ka,
Orden und Auszeichnungen
, Prag 1969;
Faleristik
, Prag 1976;
- Zbigniew Puchalski/Ireneusz J. Wojciechowski,
Ordery i odznaczenia polskie
, Warszawa 1987;
- I.G. Spasskij,
Inostrannyje i russkije ordjena do 1917 goda
, Leningrad 1963;
- De "
Almanach de Gotha
" editie 2000. London 2000;
- Maximilian Gritzner
," Handbuch der Haus-und Ritterorden Leipzich 1893
Bronnen, noten en/of referenties
|