Operatie Sonnenwende
of de
Tankslag bij Stargard
was een tegenaanval van de Duitse
Heeresgruppe Weichsel
aan het
oostfront
in de winter van
1945
. De aanval werd uitgevoerd door het pas opgerichte
11e Leger
op de noordflank van het
1e Wit-Russische Front
. De planning van deze aanval was de aanleiding tot enkele hevige discussies tussen
Adolf Hitler
en generaal
Guderian
, chef-staf van het
Duitse leger
. Niet alleen verschilden ze van mening over de omvang van de aanval, maar ook over het commando van de operatie. De aanval begon op 15 februari 1945 en was reeds op 18 februari 1945 vastgelopen. Ondanks de tactische nederlaag had operatie Sonnenwende als resultaat dat
Stavka
werd versterkt in zijn overtuiging dat eerst
Pommeren
en
Silezie
moesten worden veroverd alvorens de
aanval op Berlijn
kon beginnen.
Het einddoel van de wintercampagne in 1945 van het
Rode leger
was erg ambitieus.
Stavka
plande een opmars van vier
legergroepen
over een front, dat zich uitstrekte van
Memel
tot aan de
Karpaten
. Het doel van dit offensief was om de oorlog in enkele maanden te beeindigen door
Berlijn
te veroveren. Ook moest er zo veel mogelijk gebieden in
Oost-Europa
bezet worden alvorens de oorlog zou eindigen. Dit plan bleek echter niet realiseerbaar. In plaats van als een gesloten front op te rukken, raakten de verschillende Sovjetfronten tijdens hun opmars van elkaar gescheiden. In het noorden slaagde het
3e Wit-Russische Front
er pas na zware gevechten in om de Duitse verdediging in
Oost-Pruisen
te doorbreken. Omwille van de hardnekkige Duitse verdediging moesten ze de hulp inroepen van zijn zuidelijke buur, het
2e Wit-Russische Front
. In plaats van de noordflank van het
1e Wit-Russische Front
te dekken en
Pommeren
te veroveren, bleef deze legergroep op de rechteroever van de
Weichsel
en verplaatste maarschalk
Rokossovski
zijn aanvallen in de richting van de Baltische kust. Hierdoor ontstond er een opening tussen het
2e Wit-Russische Front
en het meer zuidelijke
1e Wit-Russische Front
, dat langs de as Warschau-Berlijn oprukte.
De opmars van dit front was bijzonder succesvol. Op 14 januari 1945 braken de legers van maarschalk
Zjoekov
uit hun bruggenhoofden aan de Weichsel en op minder dan drie weken bereikten de Sovjettanks de
Oder
, waarbij ze onmiddellijk een bruggenhoofd bij
Kustrin
wisten te veroveren. Het Rode leger stond op minder dan 70 kilometer van de Duitse hoofdstad. De snelle opmars van beide tanklegers van het
1e Wit-Russische Front
betekende echter dat een aantal steden niet werden bezet, maar enkel gepasseerd. Het was de taak van de tragere infanterielegers om de Duitse garnizoenen te vernietigen. Begin februari 1945 hielden de Duitse verdedigers nog steeds stand in
Posen
,
Breslau
,
Glogau
,
Schneidemuhl
,
Arnswalde
en
Kustrin
. Deze steden waren als het ware golfbrekers in de opmars van het Rode leger. Elk van deze steden moest omsingeld worden gehouden door eenheden ter omvang van een
korps
. Dit leidde tot een versnippering van de legers van het
1e Wit-Russische Front
. Uiteindelijk bevonden zich slechts vier van de tien legers aan de Oder. De resterende legers hielden de Duitse garnizoenen omsingeld of waren nog onderweg in het kielzog van de tanklegers.
Ten zuiden van het
1e Wit-Russische Front
boekte ook het
1e Oekraiense Front
succes. Zonder veel verliezen werd het
4e Pantserleger
vernietigd en sloeg het front een gat van 50 kilometer in de Duitse verdediging. Door deze opening stuurde maarschalk Koniev zijn tanklegers naar het westen. Nadat ze de Oder bij Glogau hadden bereikt, verlegde het
1e Oekraiense Front
zijn opmars naar het zuidoosten. Zijn doelwit was het industriegebied van
Silezie
. Het
1e Oekraiense Front
van maarschalk Koniev wist het industriegebied onbeschadigd te veroveren, maar begin februari bevonden zijn legers zich aan de bovenloop van de Oder in plaats van aan de oevers van de
Neisse
. Van het breed aaneengesloten frontlijn was geen sprake.
Na het rampzalig
Weichsel-Oderoffensief
was de Duitse
Heeresgruppe A
ineengestort. Het
4e Pantserleger
was bijna volledig vernietigd en het
9e Leger
had zware verliezen geleden. Achtervolgd door de tanklegers van het
1e Wit-Russische Front
en het
1e Oekraiense Front
trokken de restanten van de Duitse legers zich terug naar het westen. Ook
Heeresgruppe Mitte
had een zware nederlaag geleden. Tijdens de
aanval op Oost-Pruisen
hadden het
2e Wit-Russische Front
en het
3e Wit-Russische Front
het Duitse
3e Pantserleger
omsingeld in
Koningsbergen
en het
4e Leger
was opgesloten in de Heiligenbeil-pocket.
Het
Weichsel-Oderoffensief
en de
aanval op Oost-Pruisen
hadden een grote uitstulping in de frontlijn gemaakt. Vanaf het
Frisches Haff
liep de nieuwe frontlijn langs
Elbing
zuidwaarts naar
Graudenz
. Beide steden waren echter nog in handen van het 2e leger. Vervolgens boog de frontlijn zich naar het westen en liep door
Pommeren
via
Ratzebuhr
tot aan de
Oder
. Dit gebied stond bekend als het Baltische balkon. De Duitsers hadden een smalle verdedigingslinie achter de Oder opgericht van
Schwedt
tot aan
Ratibor
, maar de voorhoede van het
1e Wit-Russische Front
had op verscheidene plaatsen de rivier reeds overgestoken. In de gevechten voor de
bruggenhoofden
over de
Oder
kregen de Sovjets het aanvankelijk zwaar te verduren, maar ze wisten stand te houden. In sommige gevallen slaagden ze er in om hun bruggenhoofd uit te breiden.
Eind januari 1945 was het duidelijk dat de capitulatie van Duitsland nog slechts een kwestie van tijd was. Hitler weigerde de nederlaag te aanvaarden en hij herschikte zijn troepen. Het was louter een herschikking op papier, want er waren geen reserves beschikbaar. De nieuwe benamingen moesten echter de illusie geven dat het over nieuwe eenheden ging.
Heeresgruppe Nord
werd
Heeresgruppe Kurland
, de verslagen
Heeresgruppe A
werd
Heeresgruppe Mitte
en de oude
Heeresgruppe Mitte
werd
Heeresgruppe Mitte
. Vanuit de restanten van de gehavende legers werd zelfs een nieuwe
Heeresgruppe
opgericht om de
bres
tussen Oost-Pruisen en de Oder op te vullen. Organisatorisch was dit een sterke prestatie, maar de gevechtskracht van deze nieuwe
Heeresgruppe
was nauwelijks meer dan een
legerkorps
.
Op 24 januari 1945 benoemde Hitler
Reichsfuhrer-SS
Heinrich Himmler
tot bevelhebber van de nieuwe
Heeresgruppe Weichsel
, die de restanten van drie gehavende Duitse legers omvatte. De linkerflank werd gevormd door het
2e Leger
dat het zogenaamde Baltische balkon verdedigde van
Elbing
tot aan de Oder. Aan de rechterflank bevond zich het
9e Leger
, dat achter de Oder was gelegerd en de toegangswegen tot Berlijn verdedigde. In het centrum bevond zich het pas opgerichte
11e Leger
(deze eenheid kwam bekend te staan onder de naam
11. Panzerarmee
of
11. SS-Panzerarmee
, maar dat was niet de officiele naam). Oorspronkelijk was het de bedoeling om dit leger op te bouwen rond het
3e Pantserleger
, maar toen duidelijk werd dat het hoofdkwartier van dit leger niet op tijd uit
Koningsbergen
kon worden geevacueerd, besliste het
Duitse opperbevel
om het hoofdkwartier van het
III (Germaanse) SS Pantserkorps
van generaal
Felix Steiner
te gebruiken als basis van het nieuwe leger. Het nieuwe pantserleger was op papier een formidabele strijdmacht bestaande uit 8 divisies, 2 brigades en enkele garnizoensdivisies. De werkelijkheid was echter anders. De eenheden waren echter niet op volle sterkte en uitgeput na de maanden van onafgebroken strijd aan het front. De
Waffen-SS
divisies waren nauwelijks meer dan een gevechtsgroep. Bovendien hadden ze nauwelijks voldoende munitie, brandstof en reserveonderdelen voor hun tanks.
Begin februari 1945 begon generaal
Guderian
met de planning van een groot tegenoffensief. Hij besefte dat er een opening was tussen de legers van het
1e Wit-Russische Front
aan de
Oder
en de rest van het Rode leger. De Sovjet
flanken
waren nog niet stevig. Als de Duitsers snel genoeg toesloegen, dan konden ze deze legers met een tangbeweging omsingelen en hen vernietigen. Het 3e Pantserleger zou de noordelijke arm van de tangbeweging vormen en het
6e Pantserleger
, pas teruggetrokken uit de
Ardennen
, zou vanuit het zuiden de omsingeling voltooien. Vanuit
Pommeren
moest het 3e Pantserleger het belegerde garnizoen in
Arnswalde
ontzetten en daarna verder oprukken in de richting van
Kustrin
. Op hetzelfde moment moest het 6e Pantserleger via
Glogau
aanvallen en daarna naar het noordwesten oprukken. Als beide aanvallen lukten, dan zouden het
2e Garde-tankleger
, het
69e Leger
en het
5e Stoottroepenleger
opgesloten zitten tussen de beide Duitse legers en de Oder.
De
Wehrmacht
had echter niet voldoende mankracht aan het
Oderfront
om dit ambitieus plan uit te voeren. Om de nodige troepen te verzamelen voor deze aanval wilde generaal Guderian het 6e Pantserleger naar het Oderfront sturen in plaats van Hongarije en ook de Duitse troepen uit
Koerland
evacueren. Dit leidde tot een hevige discussie tussen generaal Guderian en Adolf Hitler. De Fuhrer weigerde om het 6e Pantserleger vrij te geven, want hij was vastbesloten om een tegenaanval in Hongarije in te zetten. Ook weigerde hij om Koerland te evacueren. Hierdoor was generaal Guderian verplicht om de omvang van het offensief drastisch te reduceren. Bovendien kon het 3e Pantserleger niet op tijd uit
Koningsbergen
worden geevacueerd.
Een tweede discussie tussen Adolf Hitler en zijn chef-staf ging over wie het bevel moest voeren over de tegenaanval. Omdat het 11e Leger onder
Heeresgruppe Weichsel
viel, wilde Adolf Hitler dat
Reichsfuhrer
Heinrich Himmler
het bevel zou voeren. Generaal Guderian had geen vertrouwen in de capaciteiten van de onervaren Himmler. Hij had immers geen enkele militaire ervaring en daarom wilde generaal Guderian de bekwame generaal
Walther Wenck
aan de staf van
Heeresgruppe Weichsel
toevoegen. Hitler ging niet akkoord en het kwam tot een ruzie tussen Hitler en generaal Guderian. Uiteindelijk gaf Hitler toe, maar het zou de laatste keer zijn dat generaal Guderian hem kon overtuigen.
Aanvankelijk stelde het Duitse opperbevel “Huzarenrit” als codenaam voor. De operatie was inderdaad vergelijkbaar met een
cavalerie
charge
en het resultaat zou ook niet meer zijn dan een uitval. Reichsfuhrer
Heinrich Himmler
was het hier niet mee eens en hij veranderde de naam in “Sonnenwende”. Hij hoopte dat de tegenaanval van een
Waffen-SS
Pantserleger het beslissende keerpunt aan het oostfront zou worden. Het was veelzeggend dat Heinrich Himmler zich meer met de benaming van het offensief bezighield, dan met de planning.
Op 8 februari 1945 gaf
Stavka
aan maarschalk
Rokossovski
om met zijn
2e Wit-Russische Front
de
aanval op Pommeren
te beginnen. Hij moest oprukken langs de westelijke oever van de Weichsel, het Duitse
2e leger
uit zijn verdediging verdrijven en een linie bezetten die van de monding van de Weichsel via Rummelsberg naar
Neustettin
liep. Daarna moest hij verder doorstoten naar
Stettin
en
Danzig
zodat heel Pommern in handen van de Sovjets zou vallen. Hierdoor zou het 2e Wit-Russische Front de rechterflank van Zjoekov kunnen dekken tijdens de aanval op Berlijn.
Het ambitieuze aanvalsplan van Stavka hield echter geen rekening met de werkelijke toestand. De legers van Rokossovski waren reeds vanaf begin januari in de aanval en ze waren dringend toe aan rust en herbevoorrading. Ook was het Duitse 2e leger nog steeds een geduchte tegenstander, waarvan de soldaten op eigen bodem vochten. Maarschalk Rokossovski uitte zijn bezwaren, maar Stavka gaf hem bevel om de operatie uit te voeren.
Op 10 februari 1945 begon de aanval van het 2e Wit-Russische Front. Hoewel het Rode leger een gat van 60 kilometer in de Duitse verdediging sloeg, werd al spoedig duidelijk dat de Sovjetstrijdkrachten te zwak waren om de gestelde doelen te bereiken. Op 14 februari hadden ze nog maar 40 kilometer afgelegd, maar hun opmars was vastgelopen. Ze waren nog ver verwijderd van Danzig en Stettin. Stavka gaf maarschalk Zjoekov het bevel zijn voorbereidingen voor de aanval op Berlijn op te schorten en zijn collega te ondersteunen.
Het offensief van het
2e Wit-Russische Front
in Pommeren deed het Duitse opperbevel beseffen dat er een onmiddellijke tegenaanval nodig was, zo niet dreigde er een complete nederlaag. Ondanks het feit dat nog niet alle eenheden ter plaatse waren, kreeg generaal Steiner de opdracht om de aanval in te zetten.
Op 15 februari 1945 lanceerde de
11e SS-divisie ?Nordland“
een aanval in de richting van
Arnswalde
. Gesteund door een
bataljon
van zware
Konigstiger
-tanks rukten de Waffen-SS’ers op. Het Duitse offensief verraste de verspreide eenheden van het 61ste Leger ten noorden van het stadje en ze boden nauwelijks tegenstand. Tot hun eigen verbazing bereikten de pantsergrenadiers in de loop van de middag Arnswalde en konden ze het belegerde garnizoen ontzetten.
Aangemoedigd door de succesvolle aanval van “Nordland” ging een dag later ook
39e Pantserkorps
in de aanval. In het gebied tussen de
Großer Ploner See
en het
Madu-meer
gingen gevechtsgroepen van de
4. SS-Polizei-Panzergrenadier-Division
en
5e SS Freiwilligen Sturmbrigade Wallonien
in de aanval. Ze ontmoetten weinig tegenstand en tegen de avond heroverden ze
Dolitz
. Nog meer naar het westen wisten eenheden van de
10. SS-Panzer-Division Frundsberg
de voorhoede van het
2e Garde-tankleger
te verrassen en
Warnitz
te heroveren. Maarschalk Zjoekov had dit leger naar het noorden gestuurd om het 2e Wit-Russische Front te ondersteunen, maar ze waren in het pad van het Duitse offensief beland.
Ondertussen hielden de pantsergrenadiers van “Nordland” nog steeds de
corridor
naar Arnswalde open. Ten oosten van hen bereikten de tanks van
Fuhrer-Grenadier-Division
en
Fuhrer-Begleit-Division
Reetz
en
Liebenow
. Ze werden gesteund door Nederlandse Waffen-SS’ers van de
4e SS Freiwilligen-Panzergrenadier-Brigade Nederland
. Hier verliep de opmars moeizamer. Het 61ste leger had zich hersteld van zijn aanvankelijke verrassing en de Sovjets hadden zich verschanst achter
mijnenvelden
. De Duitse verliezen begonnen snel op te lopen.
Op 17 februari had generaal Wenck een vermoeiende bespreking op het hoofdkwartier in Berlijn. Zijn chauffeur was eveneens oververmoeid en generaal Wenck ging zelf achter het stuur van zijn stafauto zitten. Hij viel in slaap en reed op de autobaan Berlijn-Stettin tegen een brugpijler. Zwaargewond werd generaal Wenck afgevoerd.
Een plotse dooi zorgde ervoor dat de zware Duitse tanks verplicht waren om de wegen te volgen in plaats op te rukken door de velden. Op de wegen waren ze een gemakkelijke prooi voor de Sovjet
antitankkanonnen
en mijnen. De volgende dag gaf Heinrich Himmler het 11e SS-Pantserleger opdracht om zich in te graven en verdere orders af te wachten. Het initiatief was definitief verloren gegaan.
Op 18 februari had maarschalk Zjoekov voldoende troepen verzameld om in de tegenaanval te gaan. Het
2e Garde-tankleger
, het
47ste leger
en het
3e Stoottroepenleger
begonnen hun aanval op Pommeren. Hun aanval verlichtte de druk op het
61ste leger
en in de loop van de dag begon het 11de SS-Pantserleger zich terug te trekken. Enkele dagen later wierp hij ook het 1e Poolse Leger in de strijd. In plaats van enkele eenheden was de volledige rechtervleugel van het 1ste Witrussische Front nu actief betrokken in de strijd om Pommeren.
Hoewel operatie Sonnenwende een tactische nederlaag was, leidde de aanval toch een onverhoopt strategische succes voor de Duitsers aan het
oostfront
. De actie van het 11e SS-pantserleger versterkte
Stavka
in hun overtuiging dat eerst de flanken moesten worden opgeruimd vooraleer men aan de aanval op
Berlijn
kon beginnen. Maarschalk
Zjoekov
kreeg bevel om zijn voorbereidingen op te schorten en zijn front naar het noorden te richten om samen met het
2e Wit-Russische Front
Pommeren
te zuiveren en de havens aan de Baltische Kust te veroveren. Ondertussen moest maarschalk
Ivan Koniev
in het zuiden
Silezie
zuiveren.
Operatie Sonnenwende had Berlijn van de ondergang gered, maar het was slechts een uitstel van enkele maanden geweest.
Bronnen, noten en/of referenties
- Beevor, Antony ?
Berlijn: De Ondergang 1945
- Glantz, David -
When Titans clashed
- Bauer, Eddy ? “Duitsland verliest op alle fronten”
- Ziemke, Earl -
De laatste dagen van Berlijn
- Zaloga, Steven J. -
Operation Nordwind 1945: Hitler’s last offensive in the West
|