Een
nulsomspel
(Engels:
zero-sum game
), is een situatie waarbij een voordeel voor de ene partij noodzakelijk moet leiden tot een even groot nadeel voor een of meer andere partijen.
[1]
Dit principe is gebaseerd op de uit de
wiskunde
en economie stammende
speltheorie
, die handelt over het nemen van beslissingen rond winst en verlies. De opbrengst (uitkomst) van het "spel" heeft een constante waarde; de som van winst en verlies is nul. Als een speler wint, moeten de andere spelers evenveel verliezen: er is maar een buit te verdelen.
In de
economie
worden bepaalde financiele producten als een nulsomspel beschouwd
[2]
, terwijl investeringen op de langere termijn (zoals aandelen) niet als zero-sum beschouwd worden, omdat er
welvaart
gecreeerd wordt is de som groter dan nul. Bovendien worden de
transactiekosten
buiten beschouwing gelaten.
[2]
In de politiek en bij onderhandelingen is er sprake van een 'zero-sum game' wanneer de partijen lijnrecht tegenover elkaar staan en de winnende partij de inzet wint ten koste van de verliezende partij. De eerste krijgt zijn zin en de verliezer haalt bakzeil. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de benoeming van een president of de verkoop van een kernreactor: deze fenomenen blijken in de praktijk ondeelbaar te zijn.
Als strategie staat het nulsomspel tegenover een
win-winsituatie
, waarbij alle partijen winnen.
In de speltheorie is het bekend dat er voor elk nulsomspel voor twee spelers een
ideale strategie
bestaat - een strategie, zodanig dat afwijken van de strategie voor geen van beide spelers voordelig is. Dit kan wel een zogenaamde
gemengde strategie
zijn, waarbij bijvoorbeeld met kans 50% keuze A en met kans 50% keuze B moet worden gemaakt. Bijvoorbeeld bij het bekende spelletje
steen, papier, schaar
is de ideale strategie om elk van de 3 mogelijkheden met kans 1/3 te kiezen.
Klassieke
bordspellen
zijn veelal nulsomspellen. Sprekende voorbeelden zijn
go
,
dammen
en
schaken
. Met genormaliseerde scores (+½, 0 en -½ bij winst, remise en verlies) is het totaal over alle spelers nul. Ook
poker
en
loterijen
hebben voor de spelers onderling een nulsom als de prijzenpot vaststaat. Als de spelers echter kosten maken, zoals reis- en verblijfkosten en inschrijvingskosten, heeft de keuze tussen meedoen of niet meedoen geen nulsom.
De uitkomst bij spelen volgens de
ideale strategie
ligt voor ieder spel vast. In de voorbeelden is het verlies en winst, of remise, maar ook een spel waarbij twee of meer spelers samen honderd punten kunnen halen heeft na normalisatie een nulsom.
Het concept van nulsomspellen in financiele transacties is belangrijk. Investeren zelf wordt niet als zero-sum beschouwd. Die transacties worden gedaan op basis van toekomstige verwachtingen, en omdat verschillende partijen verschillende risicovoorkeuren hebben, kan een transactie voor beide partijen voordelig zijn. Ook investeringen op langere termijn (bijvoorbeeld
aandelen
) zijn geen zero-sum, omdat die kapitaalstromen productie mogelijk maken, die ook weer banen creeren en zo een breder positief effect veroorzaken.
[2]
Futures
,
opties
en afgeleide financiele producten (zoals
forex
) leunen dicht aan bij een zero-sum game.
[2]
Er zijn ook spelen waarbij het resultaat van een speler niet of niet volledig ten koste gaat van een ander. Afhankelijk van de regels kan de ander meer tegenspeler of meer medespeler zijn. Zo zijn er competitieve sporten die geen nulsom hebben, bijvoorbeeld bij het
driepuntensysteem
in het voetbal, waar het onderlinge resultaat in een dubbelrondige competitie in principe onderhandelbaar is: tweemaal remise geeft beide partijen twee punten, winst plus verlies levert drie punten. Ook het
prisoner's dilemma
is een bekend voorbeeld waarbij er geen sprake is van een nulsomspel.