Nicolae Iorga
[1]
(
Boto?ani
,
17 januari
1871
-
Strejnic
,
27 november
1940
) was een
Roemeens
politicus, geleerde, toneel- en
prozaschrijver
, en
dichter
.
Nicolae Iorga studeerde aan de
Universiteit van Ia?i
(waar hij met name de werken van
Alexandru Dimitrie Xenopol
bestudeerde) en studeerde
magna cum laude
af, nadat hij de vakken waar hij in achterliep binnen een jaar had bijgewerkt. Daarna studeerde hij in
Parijs
,
Berlijn
en
Leipzig
. Hij behaalde zijn
doctoraat
in
1893
. In
1893
werd hij kandidaat-lid van de
Roemeense Academie
en in
1911
verwierf hij het volledige lidmaatschap. In
1894
werd hij benoemd tot
hoogleraar
aan de
Universiteit van Boekarest
. Hij was een vruchtbaar auteur en schreef 1250 boeken en 25.000 artikelen. Hij reisde veel door
Europa
en schreef ook vele boeken in diverse Europese talen. Dit bevestigt min of meer zijn claim dat hij alle moderne Europese talen kon lezen, schrijven en spreken.
Nicolae Iorga werd in
1902
redacteur
van de
nationalistische
krant
S?m?n?torul
. In
1906
richtte hij de krant
Neamul romanesc
op en schreef dagelijks een artikel voor die krant.
In
1910
was hij met
Alexandru C. Cuza
, een felle
antisemiet
, medeoprichter van de
Nationaal-Democratische Partij
. De PND sprak zich uit voor
landhervorming
en de invoering van
algemeen kiesrecht
. Tijdens de
Eerste Wereldoorlog
bepleitte de partij deelname aan de strijd aan de zijde van de
Entente mogendheden
.
Nicolae Iorga werd in
1918
gekozen tot voorzitter van de
Nationale Vergadering
van het nieuw opgerichte
Groot-Roemenie
. Daarna was hij lid van het
Roemeense parlement
. In
1920
scheidde een groep rond
Alexandru C. Cuza
zich van de PND af en stichtte de
Democratische Christelijke Partij
(later
Nationale Christelijke Unie
geheten). Ofschoon Iorga ook een antisemiet was, was hij niet ondemocratisch zoals Cuza.
In
1925
fuseerde Iorga's PND met de
Roemeense Nationale Partij
(PNR) van
Iuliu Maniu
en werd Nicolae Iorga erevoorzitter van de PNR. Iorga voelde zich echter niet thuis binnen de PNR en scheidde zich later weer af en richtte de PND opnieuw op.
In
1930
steunde Nicolae Iorga de terugkeer van
Prins Carol
naar
Roemenie
en werd op
19 april
1931
premier, minister van Buitenlandse Zaken en Onderwijs. Hij bleef premier tot
6 juni
1932
. Hij bleef minister in daaropvolgende
kabinetten
. Hij kwam in ernstig conflict met de leider van de
fascistische
IJzeren Garde
,
Corneliu Zelea Codreanu
, en beschuldigde de laatste ervan hem te hebben
gelasterd
. Later werd Codreanu om zijn pro-
Duitse
standpunten en vanwege zijn kritiek op koning
Carol II van Roemenie
[2]
gearresteerd en later - "op de vlucht" - doodgeschoten.
Nicolae Iorga bleef koning
Carol II van Roemenie
trouw en verzette zich hevig tegen de machtsovername van
maarschalk
Ion Antonescu
(
4 september
1940
) en de min of meer gedwongen
abdicatie
van Carol II ten gunste van zijn zoon
Michael
. Enkele maanden later, op
27 november
1940
, werd Nicolae Iorga door leden van de IJzeren Garde in
Sterjnic
vermoord. De Gardisten brachten hem in verband met de moord op Codreanu in
1938
. Nicolae Iorga werd 69 jaar.
De meeste van Nicolae Iorga's werken gingen over de
geschiedenis van Roemenie
en waren gematigd
nationalistisch
gekleurd. Het
traditionalisme
van de
boeren
wordt verheerlijkt en volgens Iorga bestond er een nauwe band tussen de
Hospodars
en
Wojwodes
(de heersers van
Moldavie
en
Walachije
) enerzijds en de boeren anderzijds. Ook zag Iorga de hospodars als beschermers van de
Oosters-orthodoxe Kerk
en zag hij de
prinsdommen
Moldavie en Walachije als opvolgers van het
Byzantijnse Rijk
(
Byzantium na Byzantium
, 1935). In tegenstelling tot andere Roemeense schrijvers en historici schreef hij positief over de
Fanarioten
,
Griekse
heersers - aangesteld door de
sultans
van het
Osmaanse Rijk
- over Moldavie en Walachije.
Selectie:
- Histoire de la litterature roumaine au XVIIe siecle
(2 dln., 1901)
- Geschichte des Rumanischen Volkes
(2 dln., 1905)
- Geschichte des Osmanischen Reiches
(5 dln., 1905)
- Histoire de la litterature roumaine au XVIIIe siecle
(2 dln., 1905)
- Histoire de la litterature roumaine au XIXe siecle
(3 dln., 1907)
- Geschichte der Rumanen und ihrer Kultur
(1929)
- Histoire des Roumains
(10 dln., 1936-1940)
Hij schreef ook een reekse sociale en historische toneelstukken.