Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nederlandse Opstand
of
Opstand
zijn alternatieve benamingen voor de
Tachtigjarige Oorlog
. In de moderne geschiedschrijving zijn deze benamingen gebruikelijker
dan het bekendere begrip "Tachtigjarige Oorlog", die gewoonlijk gedateerd wordt van 1568 tot 1648. Als er door geschiedschrijvers die de voorkeur geven aan "(Nederlandse) Opstand" al een beginjaar wordt genoemd voor het conflict, dan is dat meestal vroeger dan 1568.
Op zijn vroegst markeert de
Beeldenstorm
(1566) het begin van de Opstand.
Tegen de jaren 1580 was de Opstand meer geevolueerd naar een geregelde oorlog.
De Opstand wordt ook wel gezien als de eerste fase, waarbij de periode na het
Twaalfjarig Bestand
dan de Tweede Oorlog is.
Vooral de beginjaren tussen 1568, het jaar van de
Slag bij Heiligerlee
, en het jaar 1587, toen de
graaf van Leicester
vertrok, hadden vaak het karakter van een opstand zonder sterke centrale leiding.
De
Staten-Generaal
zochten vervolgens geen nieuwe landvoogd meer maar namen zelf de
soevereiniteit
op zich.
Tijdens deze vroege fase zagen de guerrilla-strijders van de
bosgeuzen
en de
watergeuzen
zich financieel gesteund door de
vreemdelingenkerken
in
Engeland
en
Emden
.
[1]
In 1589 woedde de meer geregelde onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje volop en waren de Staten al duidelijk aan de winnende hand.
Door
Alva
is het verzet tegen de Spaanse koning Filips II getypeerd als een opstand. In 1572 berichtte
Lodewijk van Nassau
aan de leider van de opstand, zijn broer
Willem
, dat de hertog van Alva
zeer verbaasd is ... dat de steden zo in opstand komen
(
les villes se revoltent ainsi
).
In brieven, kronieken en dagboeken uit die tijd werd onder meer gesproken over verzet,
verlaetinghe
en afzwering van de landsheer.
Ook in de latere geschiedschrijving
over deze periode werden de gebeurtenissen vanaf 1568 veelal aangeduid als De Opstand. In een studie uit 2004 sprak de geschiedkundige
Arie van Deursen
over de Opstand van 1572-1584.
[2]
Jan Juliaan Woltjer
sprak over de Opstand als zijnde een
burgeroorlog
, zonder meer
te vergelijken met de Franse burgeroorlogen.
[3]
De omschrijving als burgeroorlog legt meer de nadruk op de strijd tussen de katholieke Spaanse kant en de protestantse Staatse kant.
In die zin was het ook een
godsdienstoorlog
.
Burgers en steden kozen, soms afwisselend, de kant van het verzet of de kant van de heerser.
- Deen, F.
(2015):
Publiek debat en propaganda in Amsterdam tijdens de Nederlandse Opstand. Amsterdam 'Moorddam' 1566-1578
, Amsterdam University Press
- Darby, G.
(ed.) (2001):
The origins and development of the Dutch revolt
, Routledge
- Woltjer, J.J.
(1994):
Tussen vrijheidsstrijd en burgeroorlog. Over de Nederlandse Opstand, 1555-1580
- Woltjer, J.J.
(1994): 'De middengroepen in de Opstand', in
Spiegel historiael
, jrg. 29, nr. 11-12, p. 468-473, 512
- Duke, A.
(1990):
Reformation and revolt in the Low Countries
, The Hambledon Press
- Parker, G.
(1985):
The Dutch Revolt
Penguin
- Geyl, P.
(1932):
The revolt of the Netherlands, (1555-1609)
, Williams & Norgate
- Groot, H. de
(1657):
Kroniek van de Nederlandse Oorlog
. De Opstand 1559-1588
, vertaling uit Latijn en nawoord:
Waszink, J.
Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2014
- ↑
Trim, D.
(2005): 'Immigrants, the Indigenous Community and International Calvinism' in Goose, Nigel, and Lien Luu (eds)
Immigrants in Tudor and early Stuart England
, Susex Academic Press, p. 211-212
- ↑
Deursen, A. Th. van
(2006):
De last van veel geluk. 1555-1702, de geschiedenis van Nederland
, Bakker, p. 71-115
- ↑
Woltjer, J.J.
(1994):
Tussen vrijheidsstrijd en burgeroorlog. Over de Nederlandse Opstand 1555-1580
, Balans, p. 9