De
Nederlandse Hervormde Kerk
was vanaf 1816 de naam voor de
Nederduits(ch)e Gereformeerde Kerk
die tijdens de
Tachtigjarige Oorlog
de officiele kerk van de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
was geworden. Voor 1816 luidde de naam van dit
kerkgenootschap
voluit de
Nederduitse Gereformeerde Kerk
. In 1816 werd de naam van deze organisatie officieel
Nederlandsche Hervormde Kerk
en naderhand (bij een nieuwe spelling) Nederlandse Hervormde Kerk. Op 1 mei 2004 is het
kerkgenootschap
met de
Gereformeerde Kerk
en de
Evangelisch-Lutherse Kerk
samengegaan in de
Protestantse Kerk in Nederland
(PKN).
Na de bevrijding van het
Franse
bewind werd
Willem I
koning van Nederland. Eerst alleen van Noordelijk Nederland, later met zuidelijk gebied vergroot tot het
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
.
Koning Willem I hield zich ook met kerkelijke vraagstukken bezig. Hij liet voor de Nederlandse Hervormde Kerk een kerkorde ontwerpen. Op 7 januari 1816 werd het
Algemeen Reglement voor het bestuur der Nederlandsche Hervormde Kerk in het Koningrijk der Nederlanden
bij
koninklijk besluit
goedgekeurd. Hierbij kreeg de kerk de officiele naam
Nederlandse Hervormde Kerk
.
Door vele kerkleden werd dit gezien als een ongewenste inmenging van de koning in kerkzaken. Vooral vanuit de
Universiteit van Leiden
rees hiertegen (
liberaal
) verzet.
Verzet tegen deze ontwikkelingen leidde in behoudende hoek in 1834 tot de afzetting van
Hendrik de Cock
, die
predikant
was in
Ulrum
. De beweging die hieruit ontstond wordt de
Afscheiding
genoemd. Op meerdere plaatsen in Nederland werden predikanten uit hun
ambt
gezet of zelfs door de burgerlijke overheid in
detentie
genomen.
In 1867 werd een nieuw bestuursreglement ingevoerd, dat de gewone kerkleden stemrecht gaf voor de
kerkenraad
. Indirect kregen ze daarmee ook invloed op de
synode
en op de predikantsbenoeming, wat vaak leidde tot de beroeping van meer behoudende
ambtsdragers
. Zo beriep
Amsterdam
in 1870 de predikant
Abraham Kuyper
, een invloedrijk
antirevolutionair
politicus
en
journalist
. Onder zijn leiding vond in 1886 tijdens de
Doleantie
een nieuwe afscheiding plaats. Uit de samenvoeging van de
dolerende kerken
en de
kerken die ontstaan waren uit de Afscheiding van 1834
ontstonden in 1892 de
Gereformeerde Kerken in Nederland
.
In 2004 hield de Nederlandse Hervormde Kerk op te bestaan. Het overgrote deel van de lidmaten is overgegaan naar de nieuwe
Protestantse Kerk in Nederland
(PKN). Andere hervormden, ongeveer 55.000, hebben zich verenigd in de daarna gevormde
Hersteld Hervormde Kerk
(HHK).
De Nederlandse Hervormde Kerk kenmerkte zich vanouds door een grote onderlinge verdeeldheid.
In
de jaren 1830
waren de
Groninger Godgeleerden
een invloedrijke vernieuwingsgezinde groep binnen de kerk.
Uit vrees voor een te grote invloed van deze groep kwamen op 12 oktober 1864 in Utrecht 69 predikanten, 50
ouderlingen
en enkele leden bijeen om een vereniging op te richten "tot verschaffing van hulp en leiding aan gemeenten en personen in de Nederlandsche Hervormde Kerk, die om des geloofs wil in nood verkeren". De naam van deze stroming werd de
Confessionele Vereniging
, die ? in afgeslankte vorm ? nog steeds bestaat binnen de PKN.
In 1906 ontstond hieruit de zogenaamde
Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk
, een behoudende stroming die fel gekant was tegen iedere afsplitsing (de Bond veroordeelde de Doleantie fel) en
vrijzinnig-hervormde
stromingen. Veel oprichters en leden waren eerst lid van de Confessionele Vereniging.
In 1913 besloten de vrijzinnig-hervormden zich aaneen te sluiten in een eigen
modaliteit
, de
Vereniging van Vrijzinnige Hervormden
. Onder de naam
Vereniging van Vrijzinnige Protestanten
bestaat zij vandaag nog steeds in de PKN. Rond 1920 ontstond tussen de vrijzinnigen en de confessionelen de
Ethische Vereniging
. Na haar opheffing in
de jaren 30
werd haar plaats na de
Tweede Wereldoorlog
ingenomen door de
middenorthodoxie
.
Sinds
de jaren 60 van de 20e eeuw
begon de Nederlandse Hervormde Kerk samen met de
Gereformeerde Kerk
en de
Evangelisch-Lutherse Kerk
een proces tot meer samenwerking:
Samen op Weg
(SoW). Ondanks protesten van behoudende groeperingen (zoals de Gereformeerde Bond en het bevindelijk gereformeerde
Het Gekrookte Riet
) heeft dit proces geleid tot het besluit de Nederlandse Hervormde Kerk met ingang van 1 mei 2004 op te laten gaan in de
Protestantse Kerk in Nederland
.
Op 31 mei 1995 trad een groep hervormde en gereformeerde predikanten naar buiten met een ‘Evangelisch Manifest’, waarin ze uitdrukking gaf aan een vurig verlangen naar een geestelijke vernieuwing voor de Kerk in Nederland. Vanuit dit initiatief is een nieuwe beweging gegroeid binnen de SoW-kerken (de huidige PKN). De beweging, die zich
Evangelisch Werkverband
noemt, groeide snel in omvang en impact. Vooral de landelijke opzet voor de Gemeente Groei Groepen en de uitgaven van de
Evangelische Liedbundel
waren hier een uitdrukking van. Tegenwoordig is de stichting uitgegroeid tot een vitale beweging binnen de Protestantse Kerk.
Terwijl de
gereformeerden
tot in de jaren 1970 een zuil vormden met een eigen omroep (
NCRV
), een eigen krant (eerst
De Standaard
, later
Trouw
), een eigen politieke partij (
Anti-Revolutionaire Partij
), een eigen universiteit (
Vrije Universiteit
) en eigen scholen, kenden de hervormden op hun beurt geen eigen zuil. Sommige leden van de Gereformeerde Bond traden vaak samen op met de gereformeerden (en vanaf 1970 met de
bevindelijk gereformeerden
), terwijl de
Christelijk-Historische Unie
voor het grootste deel bevolkt werd door middenorthodoxe, confessionele en
Veluwse
hervormden.
De Nederlandse Hervormde Kerk kende drie soorten leden:
- geboorteleden - als lid aangemerkt omdat een of beide ouders lid waren.
- doopleden -
gedoopte
leden.
- belijdende leden - behalve gedoopt ook
belijdenis
afgelegd.
Per eind 2003 telde de Nederlandse Hervormde Kerk 1.823.085 leden. Er waren toen ruim 1750 hervormde gemeenten in Nederland, waaronder veertien
Waalse Hervormde gemeenten
en twee
Schotse
gemeenten: de
English Reformed Church
te Amsterdam en de
Scots International Church
te
Rotterdam
.