Een
muur
is een
verticale
constructie die dient als afscheiding tussen twee ruimten. Een muur kan onder andere gemaakt zijn van
leem
,
hout
,
natuursteen
,
baksteen
,
gips
,
metaal
,
glas
en/of
beton
. Het woord muur is afgeleid van het
Latijnse
woord
murus
(= muur). Daarmee is het woord
muur
een van de meest ingeburgerde
leenwoorden
van het Nederlands.
De volgende soorten muur kan men onderscheiden:
- los- of vrijstaande muren, muren die geen deel uitmaken van een gebouw;
- muren die deel uitmaken van een
gebouw
.
Muren of wanden die deel uitmaken van een gebouw zijn onder te verdelen in:
- buitenmuren: muren aan de buitenzijde van het gebouw;
- binnenmuren: muren tussen de ruimtes binnen in een gebouw.
Een binnenmuur van weinig zware materialen noemt men ook wel binnenwand, een muur daarentegen van zwaar steenachtig materiaal wordt in de regel een muur genoemd.
[1]
Zie
Spouwmuur
voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Buitenmuren worden meestal uitgevoerd als
spouwmuur
. Een spouwmuur is een dubbel uitgevoerde muur die wordt gescheiden door een luchtspouw. De binnenste muur wordt het binnenblad genoemd, de buitenste het buitenblad. In een spouwmuur bevindt zich tussen het binnen- en buitenblad een luchtspleet, de spouw. De spouw dient vooral voor het drooghouden van het binnenblad en een beetje
warmte-isolatie
. De spouw dient licht geventileerd te worden om overtollige
waterdamp
af te voeren. Tegen het binnenblad wordt meestal isolatiemateriaal aangebracht. Een spouwmuur kan ook als binnenmuur worden toegepast ten behoeve van de
geluidsisolatie
, bijvoorbeeld tussen
rijtjeswoningen
als woningscheidende muur. De geluidsisolatie komt onder meer tot stand door het scheiden van de vloer; de vloer loopt niet door van de ene naar de andere woning en zo wordt het contactgeluid beperkt. Het luchtgeluid wordt beperkt door de massa van de woningscheidende wand.
Een andere onderverdeling van muren is die in
dragende muren
en
niet-dragende muren
. Dat is van belang bij het uitvoeren van een
verbouwing
. Het verwijderen van een dragende muur of het aanbrengen van een opening in een dragende muur is alleen mogelijk als er voldoende steun overblijft voor de
belastingen
die op de muur werken (bijvoorbeeld de bovenliggende
constructie
met het
gewicht
van het
dak
). Meestal zal er een (stalen)
draagbalk
moeten worden aangebracht om die belastingen te verwerken. Als dat niet goed wordt uitgevoerd, kan het gebouw scheuren gaan vertonen of instorten. Een niet-dragende muur of scheidingswand kan zonder al te veel problemen door een
doe-het-zelver
worden veranderd.
Een gemetselde muur is in principe onbrandbaar en lijkt daarom een zeer veilige constructie. Tijdens of na afloop van een brand kan een muur echter instabiel worden door het ontstaan van (horizontale) scheuren. Hierdoor komt een muur los te staan en kan omvallen. In de muur opgelegde
stalen
balken kunnen de muur hierbij ook nog naar buiten drukken.
In maart 2003 kwamen drie
brandweermannen
om het leven toen zij bedolven raakten onder een instortende gemetselde muur van de brandende
Koningkerk
aan de Kloppersingel te
Haarlem
.
Losstaande muren worden toegepast om ongewenste indringers tegen te houden. Beroemde voorbeelden hiervan zijn de
Chinese Muur
en de
Muur van Hadrianus
in Engeland.
De
Berlijnse Muur
werd vooral aangelegd om mensen die wilden vertrekken tegen te houden.
Ook werden
steden
sinds de oudheid voorzien van muren. In de Europese geschiedenis verloren
stadsmuren
hun betekenis als verdedigingswerk grotendeels in de periode rond 1500 vanwege de ontwikkeling van
kanonnen
waartegen gemetselde muren niet bestand waren. Gemetselde stadsmuren werden vervangen of aangevuld door wallen, grachten,
bolwerken
en
ravelijnen
.
Een tuinmuur wordt gebruikt om indringers en (wilde) dieren buiten het
erf
of de
tuin
te houden. Muren rond
gevangenissen
dienen daarentegen juist om mensen binnen te houden.
Muren kunnen van verschillende
materialen
worden geconstrueerd. Vroeger gebruikte men wel
leem
op een skelet van takken. Sommige oude huizen zijn gebouwd als
vakwerkhuizen
met een geraamte van balken, die aan de buitenkant van het huis zichtbaar blijven.
Woningen en kleinere gebouwen worden tegenwoordig meestal
gemetseld
van
baksteen
. Voor grote gebouwen kan ook baksteen worden gebruikt, maar de achterliggende constructie is vaak van
gewapend beton
of bestaat uit een
staalskelet
voor de nodige stabiliteit.
Om een gladde afwerking te verkrijgen voor
behang
- of
sauswerk
wordt een muur
gepleisterd
of
gestukadoord
. Een gemetselde binnenmuur die alleen wordt afgevoegd, wordt als
schoonwerk
uitgevoerd.
Om licht, lucht, personen en goederen te laten passeren, worden muren voorzien van een of meer van zogenaamde muuropeningen zoals:
Een muur zonder openingen wordt een
blinde
muur
genoemd.
- Tegen de muur zetten
-
executeren
door middel van een
vuurpeloton
. Figuurlijk: iemand geen keus laten. Dit komt overeen met
met de rug tegen de muur staan
- geen kant meer op kunnen, geen mogelijkheden meer hebben.
- Hij heeft een muur om zich heen
- je dringt niet goed tot hem door.
- Het is alsof je tegen een muur staat te praten
- de gesprekspartner wil niet luisteren of negeert je.
- Chinese muur
(figuurlijk) - informatiescheiding binnen organisaties als banken en toezichthouders (
NMa
,
AFM
).
- Muurtje
(
voetbal
) - een rij verdedigers die bij een vrije trap van de tegenpartij naast elkaar is opgesteld om de doorgang naar het doel te blokkeren.
- Uit de muur eten
- wanneer voedsel uit een
automatiek
wordt betrokken.
- Geld uit de muur halen
- contant geld opnemen uit een
geldautomaat
.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Haslinghuis, E.J. en Janse, H. (2005)
Bouwkundige termen
. Leiden: Primavera Pers.
ISBN 90 5997 033 0
.
|