Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een
motie van afkeuring
is een
motie
die de
Nederlandse
Eerste
of
Tweede Kamer
kan aannemen tegen het gevoerde beleid van een bewindspersoon of het gehele
kabinet
. Een
motie van wantrouwen
is daarentegen gericht tegen de persoon zelf. Een
motie van treurnis
is dan weer lichter dan een motie van afkeuring.
[1]
Ook in de gemeentelijke politiek kan een motie van afkeuring worden ingediend, bijvoorbeeld tegen een burgemeester of wethouder.
[2]
Het kan dan bijvoorbeeld gaan over vermoedens van belangenverstrengeling, van het aannemen van steekpenningen of het onvoldoende informatie verstrekken aan de gemeenteraad.
[3]
Als er hard bewijs is, wordt eerder een motie van wantrouwen ingediend.
Het
Europees Parlement
beschikt over de
motion de censure
.
[4]
Deze motie wordt naar het Nederlands vertaald als motie van afkeuring,
[5]
maar lijkt juridisch gezien meer op een motie van wantrouwen. Als het parlement deze motie aanneemt met een meerderheid van twee derde der uitgebrachte stemmen en tevens bij meerderheid van de leden, dan moet de
Europese Commissie
als geheel aftreden.
[6]
De aangenomen motie van afkeuring heeft meestal geen directe politieke gevolgen, maar is wel een teken dat het beleid op weinig steun in de Tweede (of Eerste) Kamer kan rekenen. Een aangenomen motie van wantrouwen is zwaarder, want die zal ertoe leiden dat de bewindspersoon of het kabinet zal aftreden indien ze wordt aangenomen. Soms wordt een motie van afkeuring echter opgevat als motie van wantrouwen, en treedt de bewindspersoon af.
[1]
Het is enkele malen voorgekomen dat een bewindspersoon is afgetreden, alleen omdat een motie van afkeuring werd aangekondigd of werd voorzien dat die door een van de regeringspartijen zou worden ingediend. Zo trad minister
Gerrit Braks
in 1990 af vanwege een aangekondigde motie van afkeuring tegen zijn
visfraudebeleid
, die door coalitiegenoot PvdA gesteund zou worden. In 1996 trad staatssecretaris
Robin Linschoten
af, omdat hij voorzag dat er een motie van afkeuring tegen zijn beleid inzake het
Ctsv
zou worden ingediend.
[1]
Op 16 en 17 september 2021 traden respectievelijk de ministers
Sigrid Kaag
en
Ank Bijleveld
af vanwege een motie van afkeuring tegen de handelswijze van het
kabinet-Rutte III
in het kader van de evacuaties uit Afghanistan.
[7]
[8]
Op 23 juni 2020
[9]
nam de Eerste Kamer een motie van afkeuring aan tegen minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kajsa Ollongren
, nadat zij weigerde twee eerdere moties omtrent het woninghuurbeleid uit te voeren. Dit was de eerste keer sinds 1875 dat de Eerste Kamer een dergelijke motie aannam, destijds tegen minister van Binnenlandse Zaken
Jan Heemskerk Azn.
in verband met een spoorverbinding in Rotterdam.
[10]
Bronnen, noten en/of referenties
|