Een
motet
is een benaming die in de westerse muziek wordt gebruikt voor bepaalde
composities
die in het algemeen door
zangers
worden uitgevoerd.
Het woord stamt uit het
Latijn
en zou zoveel betekenen als
mondelinge uiting
. Andere bronnen zoeken de oorsprong in het eveneens Latijnse werkwoord
movere
(bewegen) waarbij het de onderlinge beweging van de verschillende stemgroepen van het koor uitdrukt, of in het Franse
petit mot
(klein woordje).
Het motet als compositievorm verschilt nogal per periode, de term "motet" werd voor het eerst gebruikt in de
middeleeuwen
. In de
renaissance
, maar ook in latere tijden zijn er nog altijd motetten geschreven, waaronder in de
Barok
door
Johann Sebastian Bach
en in de
Romantiek
door
Felix Mendelssohn
.
Het motet in de middeleeuwen was een
polyfone
muzikale
vorm
, die met name in
de Nederlanden
en
Frankrijk
vanaf 1220 a 1230 zeer snel opgang maakte. Het middeleeuwse motet bestond uit een
clausula
met een tekst, die het memoriseren van de
melodie
zou hebben vereenvoudigd.
Grofweg zijn er twee vormen te onderscheiden:
- In het
duplum
staat een Latijnse tekst die een commentaar bevat op het gegeven van de tekst waarvan de
discantpartij
een deel was. Zo bevatten bijvoorbeeld de vroegste motetten op de clausula's van het
in saeculum
teksten over de
verrijzenis
.
- In het duplum staat een
profane
Franse tekst. Deze latere ontwikkeling voltrok zich in feite binnen een generatie, en betekende de secularisatie van het motet. Het overgrote deel van de motetten van de
Ars Antiqua
bevat Franse, profane teksten.
Johannes van Luik
schreef over deze motetten, dat zij alleen door intellectuelen en studenten te genieten waren. De verstaanbaarheid van de tekst(en) werd namelijk als niet werkelijk van belang beschouwd. Elke toegevoegde
stem
werd als een onafhankelijke
compositie
beschouwd, en zo komt men een en hetzelfde werk in verschillende handschriften soms wel in vier gedaanten tegen:
- als clausula
- als tweestemmig motet (muziek identiek aan de clausula)
- als driestemmig motet (alleen
triplum
nieuw)
- als drie- of vierstemmig motet (muziek identiek aan bovenstaande versie, maar met allemaal andere teksten)
In de renaissance ontwikkelde het motet zich tot een vorm die in weinig nog op het middeleeuwse motet leek. De stemmen zongen niet langer verschillende teksten tegelijk. Ook het gebruik van profane teksten verdween grotendeels, zodat het motet tijdens de renaissance een voornamelijk religieus genre werd.
Het renaissancemotet is een polyfone muziekcompositie over een Latijnse tekst, die doorgaans een religieuze inhoud heeft. De tekst is vaak een psalm of andere Bijbeltekst.
In motetten uit de vroege renaissance werden soms nog Gregoriaanse gezangen verwerkt als
cantus firmus
. Latere motetten zijn meestal vrij gecomponeerd, waarbij iedere tekstregel van nieuwe muziek wordt voorzien, zodat de muziek een episodisch karakter krijgt. Veel motetten bestaan uit twee delen, soms aan elkaar verbonden door het gebruik van hetzelfde melodisch materiaal.