Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het
Monument Gesneuvelde Militairen en Burgers Binnenlandse Oorlog
is een gedenkteken aan de
Waterkant
in
Paramaribo
,
Suriname
. Het herinnert aan de dodelijke slachtoffers tijdens de
Binnenlandse Oorlog
(1986-1992). Het monument is geinspireerd op het
Washington Monument
, zowel als herinnering aan een burgeroorlog als het uiterlijk.
[1]
Op de plaquette van het monument wordt de oorlog een 'conflict' genoemd.
[1]
In de oorlog werden 200 burgers gedood.
[2]
Het aantal militairen en Junglecommando's dat om het leven kwam, ligt rond de 150, maar is niet exact duidelijk.
Het monument werd op 17 maart 2016 onthuld door de toenmalige voorzitter van
De Nationale Assemblee
,
Jennifer Geerlings-Simons
. President en toenmalig legerleider
Desi Bouterse
,
Defensie
-minister
Ronni Benschop
en monumentcommissie-voorzitter
Henk Herrenberg
waren aanwezig. Afwezig was
ABOP
-leider en toenmalig
Jungle Commando
-leider
Ronnie Brunswijk
, terwijl hij wel was uitgenodigd.
[1]
Aanvankelijk wees president
Ronald Venetiaan
de plaatsing van het monument in 2009 af, met als motivering dat het een onnodige strijd was. In 2013, tijdens het
kabinet-Bouterse I
, kreeg Defensie-minister
Lamure Latour
wel toestemming. De onthulling ging echter niet door op 25 november 2013 en evenmin op 25 februari 2014. De reden hiervoor was dat het
ministerie van Openbare Werken
onder leiding van minister
Rabin Parmessar
geen vergunning voor die plek afgaf, omdat de binnenstad van Paramaribo op de
Werelderfgoedlijst
staat. Hierdoor moesten de plannen eerst langs de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname en bij de
UNESCO
neergelegd worden. Herrenberg wilde hier niet op wachten, en vroeg en kreeg toestemming van president Bouterse. Op 1 juli 2014 werd de bouw nogmaals uitgesteld vanwege financiele problemen, zodat de onthulling uiteindelijk tot 17 maart 2016 op zich liet wachten.
[1]
Er werden twee monumenten gerealiseerd, naast dat aan de Waterkant nog een in de
Memre Boekoe-kazerne
. De kosten werden begroot op 250.000 SRD per stuk. Die werd met 100.000 SRD overschreden, waardoor de monumenten samen 600.000 SRD (circa 140.000 euro) hebben gekost.
[3]
Bronnen, noten en/of referenties
|