Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het
molaire volume
(symbool:
V
m
) is het
volume
dat ingenomen wordt door een
mol
van een
zuivere stof
. Het werd voor het eerst onafhankelijk van elkaar beschreven door
Avogadro
, een Italiaanse scheikundige, en door
Andre-Marie Ampere
.
Het molaire volume van een
mol
ideaal gas
is onder dezelfde omstandigheden (
druk
en
temperatuur
) altijd hetzelfde en kan met de
ideale gaswet
worden berekend. Onder normaalcondities met een ideaal gas is dit:
- V
m
= 22,414 dm
3
/mol (l/mol)
- (
T
= 273,15 K en
p
= 1 atm = 101325 Pa).
Voor reele gassen ligt deze waarde bij bovenvermelde temperatuur en druk altijd in de buurt van 22 (± 0,5) dm
3
/mol (l/mol).
Men kan bij 25 °C de volgende afgeronde waarde gebruiken:
- V
m
= 24,5 dm
3
/mol (l/mol)
- (
T
= 298 K en
p
= 1 atm = 101325 Pa).
Het molaire volume is vrijwel onafhankelijk van het soort gas. Dit is te verklaren doordat de moleculen zich in de gasfase zo ver van elkaar bevinden, dat ze elkaar niet raken. Lichte moleculen hebben bij een bepaalde temperatuur een hogere snelheid dan zware moleculen, waardoor bij gelijke aantallen moleculen de gasdruk
p
dezelfde waarde krijgt. Hieruit kan worden afgeleid dat het volume bepaald wordt door de grote lege tussenruimtes tussen de moleculen en niet door de afmetingen van het molecuul.
Molair volume van een vloeistof of vaste stof
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
Het molaire volume van een vloeistof of een vaste stof bij standaard druk en temperatuur kan berekend worden door de
molaire massa
te delen door de
soortelijke massa
van die stof:
- , waarbij
- = molair volume in cm
3
·mol
?1
,
- = molaire massa in g·mol
?1
,
- = massadichtheid in g·cm
?3
De molaire massa is getalsmatig gelijk aan de atoommassa (in het geval de stof een
chemisch element
is) of molecuulmassa (in het geval van een
chemische verbinding
) in
atomaire massa-eenheden
(u) van die stof.