Meteorologie in Vlaanderen
beschrijft hoe de
meteorologie
(weerkunde) in
Vlaanderen
en ruimer gezien in Belgie wordt beoefend. Daarnaast onderzoeken ze ook de condities van de
atmosfeer
die in ons dagelijks leven een belangrijke rol spelen en houden ze zich bezig met het actuele weer, het historische weer en de
weersverwachtingen
, zowel algemene als meer specifieke voor bijvoorbeeld
landbouw
,
luchtvaart
en
watersport
. De nauw verwante
klimatologie
bestudeert het
klimaat
.
Aan de
kust
en in haar
hinterland
heerst een
gematigd zeeklimaat
, in de rest van Vlaanderen de regio een
gewijzigd zeeklimaat
De regio kenmerkt zich door haar matige
temperaturen
, overwegend
westenwinden
, sterke
bewolking
en regelmatige
neerslag
. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 9 a 10 °C, de gemiddelde januaritemperatuur 2 a 3 °C en de gemiddelde julitemperatuur ongeveer 17 °C. De jaarlijkse
neerslag
is ongeveer 800 mm, die verspreid over alle maanden valt. Ondanks deze zeer gematigde weersomstandigheden komen er ook opmerkelijke extremen voor:
- in 1921 en 1976 heerste er extreme droogte
- in 1947 liepen de temperaturen in Ukkel op tot 38 °C
- in 1963 was de winter zo koud dat de zee bevroor.
- in 1976 lagen de maxima gedurende 15 dagen boven de 30 °C
- in de vroege zomer van 1980 viel er een totaal van 242 mm neerslag in 30 dagen te
Brussel
, terwijl dit gemiddeld slecht 74 mm is.
Vlaanderen ligt op de gemiddelde
breedtegraad
van het
noordelijk halfrond
aan de westelijke kust van het vasteland van
Europa
. Het
klimaat
van deze regio worden grotendeels bepaald door de
seizoensgebonden
cyclus van de zonneschijn en de typische
atmosferische dynamiek
van die gemiddelde breedtegraad. Daarnaast speelt de nabijheid van de
Atlantische Oceaan
een bepalende rol in het klimaat van Vlaanderen.
De gemiddelde breedtegraad is de locatie waar
polaire luchtmassa
's uit het noorden de
tropische luchtmassa
's uit de
subtropen
ontmoeten. Het scheidingsoppervlak tussen deze luchtmassa's is het
poolfront
. Afhankelijk van de locatie van dit poolfront verandert ook het weer, zo zal het "warm" zijn indien het poolfront naar het noorden (zomer) opschuift en "koud" (winter) indien het zich ten zuiden van Vlaanderen bevindt. Bekende uitzonderingen hierop zijn:
- de situatie van 1976 toen het poolfront nagenoeg verdween en plaats maakte voor een
hogedrukgebied
.
- de situatie van 1980 toen het poolfront zich ten zuiden van Vlaanderen bevond in de zomer.
- de situatie van 1989 toen het poolfront zich ten noorden van Vlaanderen bevond in de winter.
Aan het poolfront zijn
depressies
verbonden die ervoor zorgen dat Vlaanderen zich vaak in een westelijke
luchtstroom
bevindt. Hierdoor worden er vaak
vochtige
luchtmassa's van over de Atlantische oceaan aangevoerd, en is er bijgevolg op regelmatige basis
neerslag
.
Sinds het einde van de jaren tachtig van de 20e eeuw ligt de gemiddelde temperatuur ongeveer 1 graad hoger dan voorheen. Deze
opwarmende
trend lijkt zich voort te zetten. 2006 en 2007 braken beiden het record van het warmste jaar ooit, met respectievelijk 11,4 °C en 11,5 °C. Deze opeenvolging van warmterecords is te wijten aan een periode van extreem abnormaal hoge temperaturen die begon met juli 2006 en zich na een relatief koude augustusmaand voortzette tot en met juni 2007. De gemiddelde temperatuur over deze periode van 12 maanden ligt met 12,9 °C ruim 3 °C boven het gemiddelde van de periode 1961-1990 en er werden drie seizoenrecords op rij gebroken: de warmste
herfst
ooit (13,9 °C), de warmste
winter
ooit (6,6 °C) en de warmste
lente
ooit (12,3 °C). Er sneuvelden ook vier maandrecords: de warmste julimaand ooit (23 °C), de warmste septembermaand ooit (18,4 °C), de warmste januarimaand ooit (7,2 °C) en de warmste aprilmaand ooit (14,3 °C).
Hieronder een klimatologisch overzicht van de extremen voor elke parameter per seizoen (sinds het begin van de metingen te
Ukkel
):
|
warmste
(in °C)
|
droogste
(in l/m²)
|
minste
regendagen
|
zonnigste
(in uren zonneschijn)
|
|
koudste
(in °C)
|
natste
(in l/m²)
|
meeste
regendagen
|
somberste
(in uren zonneschijn)
|
eerste
|
12,3 (2007)
|
37,6 (1893)
|
23 (1880)
|
707,16 (2011)
|
|
4,9 (1837)
|
299,7 (1965)
|
75 (1979)
|
276,53 (1983)
|
tweede
|
12,2 (2011)
|
69,0 (1976)
|
24 (1893)
|
641,46 (1893)
|
|
5,4 (1845)
|
283,0 (1851)
|
74 (1983)
|
329,53 (1891)
|
derde
|
11,2 (1993)
|
70,7 (2011)
|
27 (2011)
|
644,12 (1990)
|
|
6,0 (1887)
|
276,6 (1988)
|
72 (1977)
|
338,41 (1889)
|
vierde
|
11,2 (2009)
|
74,6 (1875)
|
28 (1875)
|
628,02 (1921)
|
|
6,3 (1888)
|
276,6 (2001)
|
69 (1981)
|
346,52 (1970)
|
vijfde
|
11,1 (2003)
|
87,6 (1880)
|
32 (1990)
|
621,04 (1953)
|
|
6,4 (1855)
|
271,5 (1878)
|
68 (1851)
|
359,50 (1985)
|
normaal
|
10,1
|
187,8
|
49
|
463,58
|
|
10,1
|
187,8
|
49
|
463,58
|
Bron:
KMI, Statistieken voorbije seizoenen voor Ukkel
|
|
warmste
(in °C)
|
droogste
(in l/m²)
|
minste
regendagen
|
zonnigste
(in uren zonneschijn)
|
|
koudste
(in °C)
|
natste
(in l/m²)
|
meeste
regendagen
|
somberste
(in uren zonneschijn)
|
eerste
|
19,7 (2003)
|
42,9 (1921)
|
18 (1835)
|
825,0 (1947)
|
|
13,9 (1841)
|
364,8 (1992)
|
68 (1860)
|
404,0 (1888)
|
tweede
|
19,2 (1976)
|
89,4 (1885)
|
22 (1885)
|
817,7 (1976)
|
|
14,2 (1860)
|
360,2 (1850)
|
67 (1977)
|
406,6 (1977)
|
derde
|
19,0 (1947)
|
99,2 (1949)
|
23 (1976)
|
812,3 (1959)
|
|
14,3 (1907)
|
355,9 (1888)
|
65 (1916)
|
425,2 (1981)
|
vierde
|
18,9 (2006)
|
101,2 (1955)
|
24 (1887)
|
759,0 (1911)
|
|
14,4 (1844)
|
348,4 (1980)
|
65 (1980)
|
425,9 (1956)
|
vijfde
|
18,8 (1995)
|
103,0 (1857)
|
26 (1989)
|
748,0 (1949)
|
|
14,4 (1956)
|
240,9 (2002)
|
64 (1845)
|
428,4 (1980)
|
normaal
|
17,0
|
210,4
|
46,4
|
665,9
|
|
17,0
|
210,4
|
46,4
|
665,9
|
Bron:
KMI, Statistieken voorbije seizoenen voor Ukkel
|
|
warmste
(in °C)
|
droogste
(in l/m²)
|
minste
regendagen
|
zonnigste
(in uren zonneschijn)
|
|
koudste
(in °C)
|
natste
(in l/m²)
|
meeste
regendagen
|
somberste
(in uren zonneschijn)
|
eerste
|
13,9 (2006)
|
75,8 (1953)
|
27 (1921)
|
528,8 (1959)
|
|
7,3 (1887)
|
411,6 (1974)
|
81 (1974)
|
194,0 (1887)
|
tweede
|
12,3 (2009)
|
93,5 (1959)
|
31 (1920)
|
469,0 (1908)
|
|
7,7 (1952)
|
386,7 (1932)
|
74 (1930)
|
211,0 (1905)
|
derde
|
12,3 (2005)
|
97,4 (1953)
|
31 (1834)
|
458,1 (1965)
|
|
7,8 (1871)
|
380,9 (1984)
|
67 (1942)
|
223,1 (1974)
|
vierde
|
12,0 (1982)
|
97,8 (1858)
|
32 (1898)
|
446,0 (1921)
|
|
7,8 (1905)
|
397,3 (2001)
|
67 (1976)
|
234,7 (1984)
|
vijfde
|
11,8 (2000)
|
100,7 (1978)
|
33 (1857)
|
430,1 (1971)
|
|
7,8 (1922)
|
355,6 (1998)
|
67 (1952)
|
235,3 (1998)
|
normaal
|
10,4
|
210,5
|
52,7
|
378,2
|
|
10,4
|
210,5
|
52,7
|
378,2
|
Bron:
KMI, Statistieken voorbije seizoenen voor Ukkel
|
|
warmste
(in °C)
|
droogste
(in l/m²)
|
minste
regendagen
|
zonnigste
(in uren zonneschijn)
|
|
koudste
(in °C)
|
natste
(in l/m²)
|
meeste
regendagen
|
somberste
(in uren zonneschijn)
|
eerste
|
6,6 (2007)
|
62,9 (1964)
|
31 (1891)
|
306,0 (1949)
|
|
-2,0 (1963)
|
365,9 (1995)
|
74 (1916)
|
83,0 (1923)
|
tweede
|
6,1 (1990)
|
63,7 (1891)
|
32 (1992)
|
249,0 (1930)
|
|
-1,4 (1845)
|
311,5 (1910)
|
73 (1937)
|
100,0 (1935)
|
derde
|
5,8 (1975)
|
76,3 (1858)
|
32 (1890)
|
248,0 (1933)
|
|
-1,4 (1891)
|
308,6 (1920)
|
72 (1915)
|
106,2 (1994)
|
vierde
|
5,6 (2008)
|
81,7 (1934)
|
34 (1838)
|
247,8 (1959)
|
|
-1,1 (1838)
|
308,6 (2002)
|
72 (1968)
|
113,0 (1944)
|
vijfde
|
5,5 (1989)
|
98,1 (1838)
|
35 (1880)
|
243,7 (1963)
|
|
-1,1 (1947)
|
308,5 (1994)
|
72 (1994)
|
116,0 (1915)
|
normaal
|
3,5
|
202,1
|
55,2
|
209,0
|
|
3,5
|
202,1
|
55,2
|
209,0
|
Bron:
KMI, Statistieken voorbije seizoenen voor Ukkel
|
- Jan Buisman
,
Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen
, 6 dln., 1995-2015
Bronnen, noten en/of referenties