Materieel '36
|
|
|
Type
|
Electrisch Treinstel EL2 / ELD3
|
Aantal
|
Vanaf 1937: 53 / 37
Vanaf 1942: 24+29 / 37
Vanaf 1950: 5+19+13 / 25
|
Serie
|
Vanaf 1937: 211-263
/ 601-637
Vanaf 1942: 211-234
/ 401-429
/ 601-637
Vanaf 1950: 211-215
/ 401-419, 441-453
/ 601-625
|
Fabrikant
|
Allan en Beijnes
|
Vervoerder
|
NS
|
Bouwjaar
|
1936
-
1938
|
Indienststelling
|
1937
|
Uit dienst
|
1970
|
Samenstelling
|
Vanaf 1937: CDk + BCk
/ CDk + Ce + Bk
Vanaf 1942: CDk + BCk,
CDk + CDo + BCk
/ CDk + C + Ce + Bk
Vanaf 1950: CDk + BCk,
CDk + CDo + BCk,
CDk + Co + BCk
/ CDk + C + Ce + Bk
|
Spoorwijdte
|
1435 mm
|
Massa
|
EL2: 79 ton
ELD3: 143 ton
Vanaf 1942:
EL2 => ELD3: 105 ton
ELD3 => ELD4: 181 ton
Vanaf 1950:
EL2 => EL3: 106 ton
|
Lengte over buffers
|
EL2: 44,0 m
ELD3: 72,2 m
Vanaf 1942:
EL2 => ELD3: 62,2 m
ELD3 => ELD4: 95,6 m
Vanaf 1950:
EL2 => EL3: 62,1 m
|
Maximumsnelheid
|
125 km/u
|
Dienstsnelheid
|
110 km/u
|
Aantal zitplaatsen
|
EL2: 24 zitplaatsen 2e klas en 96 zitplaatsen 3e klas
ELD3: 48 zitplaatsen 2e klas en 144 zitplaatsen 3e klas.
Vanaf 1942:
EL2 => ELD3: 24 zitplaatsen 2e klas en 128 zitplaatsen 3e klas
ELD3 => ELD4: 48 zitplaatsen 2e klas en 224 zitplaatsen 3e klas.
Vanaf 1950:
EL2 => EL3: 24 zitplaatsen 2e klas en 152 zitplaatsen 3e klas
|
Techniek
|
Stroomsysteem
|
1,5 kV
gelijkspanning
|
Vermogen
|
EL2: 662 kW
ELD3: 1.324 kW
|
Koppeling
|
Scharfenberg
|
|
Mat '36
(voluit:
Materieel '36
), is de naam van
elektrisch
stroomlijnmaterieel
voor personenvervoer, zoals door de
Nederlandse Spoorwegen
aangeschaft van
1936
tot
1942
.
De naam is, zoals bij een aantal andere series, afgeleid van het jaar waarin het materieel ontworpen en besteld werd. De vorm was gebaseerd op die van de
dieselelektrische
treinstellen van het type
Mat '34
, ook wel bekend als
Diesel-drie
. In totaal zijn 90 van deze treinstellen gebouwd en geleverd.
Het elektrische stroomlijnmaterieel bestond uit een voorserie
Mat '35
van acht tweerijtuigstellen voor de lijn
Rotterdam - Hoek van Holland
(in dienst eind
1935
) en een aantal vervolgseries.
De serie Mat '36 bestond uit 53 tweerijtuigstellen (211-263) en 37 drierijtuigstellen (601-637). De van oorsprong tweedelige stellen hadden
Jacobsdraaistellen
(waarbij twee
rijtuigbakken
op een gemeenschappelijk draaistel rusten). De van oorsprong driedelige stellen hadden een klassieke oplegging, waarbij elke rijtuigbak op twee aparte draaistellen rustte. Door de elektrische en
pneumatische
verbindingen in de
Scharfenbergkoppelingen
konden de stellen in
treinschakeling
rijden met de treinstellen Mat '35,
Mat '40
,
Mat '46
en
Mat '54
.
Een deel van de treinstellen (29 tweerijtuigstellen en alle drierijtuigstellen) is vanaf 1942 verlengd door toevoeging van een extra middenbak, hierbij werden de tweerijtuigstellen verlengd tot drierijtuigstellen en de oorspronkelijke drierijtuigstellen verlengd tot vierrijtuigstellen. Het tot drierijtuigstellen verlengde materieel werd vernummerd in de serie 401-429. Het tot vierrijtuigstellen verlengde materieel en de resterende tweerijtuigstellen behielden de oude nummers.
In de
Tweede Wereldoorlog
ging een deel van het materieel door oorlogshandelingen verloren en een aantal treinstellen werd afgevoerd in oostelijke richting. Een deel hiervan kwam na de oorlog niet meer in dienst. Van de oorspronkelijk 90 treinstellen kwamen er na de oorlog 61 weer in dienst. Het overige materieel werd na de oorlog hernummerd om weer aaneengesloten reeksen te krijgen, waarbij de treinstellen met de hogere nummers werden vernummerd om de nummers van de verloren gegane treinstellen op te vullen. Na 1950 werden nog eens 13 tweerijtuigstellen door toevoeging van een extra middenbak verlengd tot drierijtuigstellen en vernummerd in de serie 441-453. Een verschil met de serie 401-419 was dat de middenbak van de serie 401-419 was voorzien van een bagageruimte en de middenbak van de serie 441-453 niet.
Mat '36 stond model voor het naoorlogse
Mat '46
, dit omdat na de
Tweede Wereldoorlog
snel behoefte was aan nieuw materieel.
Mat '36 deed met name dienst in het westen en het midden van het land. Vanaf het midden van de
jaren 60
werd de serie afgevoerd en vervangen door
Mat '64
. Ter voorkoming van nummerdoublures van dit nieuwe materieel, dat de nummers 401-438 kreeg, werden de vier nog resterende treinstellen Mat '36 uit de serie 401-419 vernummerd in 437-440.
De treinstellen werden na aflevering in
1937
en
1938
vooral ingezet in de elektrisch berijdbare langeafstandsverbindingen op het zogenaamde
Middennet
. Dit net bestond uit de lijnen vanuit
Utrecht
naar het
Amsterdamse Weesperpoortstation
, het
station Den Haag Staatsspoor
en
station Rotterdam Maas
enerzijds en
Eindhoven
en
Arnhem
(vanaf april 1940 ook
Nijmegen
) anderzijds. De spoorlijnen naar deze steden waren vanaf 1937/1938 elektrisch berijdbaar. De treinstellen kwamen tevens op de
Hofpleinlijn
te rijden.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de eerste bruikbare treinstellen opnieuw ingezet op de Hofpleinlijn. Kort na de oorlog kwam ook de elektrificatie van de spoorlijnen naar en in Zuid-Limburg en de lijn
Amsterdam
?
Amersfoort
gereed en kwam het materieel '36 ook op deze lijnen te rijden. Later gingen de treinstellen ook op de
Oude Lijn
en de
Hoekse Lijn
rijden. Toen de herstelwerkzaamheden aan het Middennet gereed waren, werden de treinstellen ook hier weer ingezet. Later volgden ook de lijnen van Utrecht naar
Hilversum
,
Baarn
en Amersfoort. Eind jaren 50 verschoof het materieel '36 meer naar de Noord-Hollandse lijnen. De stellen werden echter ook (als versterking) op andere elektrisch berijdbare lijnen ingezet. In 1970 werden de laatste treinstellen afgevoerd. De laatste stellen reden voornamelijk tussen Utrecht en Baarn.
Dankzij de inspanningen van de
STIBANS
bleef een treinstel bewaard. Van deze serie is het drierijtuigstel 440 (voorheen stel 418), na buitendienststelling in 1970 ingekort tot het oorspronkelijke tweerijtuigstel en vernummerd tot 252, bewaard gebleven. Het treinstel was niet rijklaar, de STIBANS is begonnen dit treinstel te restaureren en om het weer in rijklare staat te brengen. Op 12 april
2008
werd het treinstel overgebracht naar de werkplaats van
Delitzsch
(nabij
Leipzig
) in
Duitsland
, waar het een revisie aan het casco en draaistellen heeft ondergaan.
In
2009
werd het treinstel in eigendom overgedragen aan
het Spoorwegmuseum
. Eind 2010 werd bekendgemaakt dat de werkplaats in
Delitzsch
zich vanwege een reorganisatie niet meer bezig zou houden met museummaterieel. De 252 is begin februari
2011
met een hersteld exterieur weer naar Nederland teruggekeerd. Uitwendig verkeerde het nu weer in de toestand van aflevering in 1938: donkergroen met rode biezen en aluminiumkleurig dak en schortplaten. Het vervolg van de restauratie, met name het inbouwen van het interieur en technische installaties, werd door
het Spoorwegmuseum
in
Utrecht
uitgevoerd. In 2012 heeft de 252 enkele maanden in de grote hal van het museum gestaan, waar het publiek getuige kon zijn van de vorderingen van het herstel.
Omdat de ruimte voor andere activiteiten nodig was, is het treinstel naar
Blerick
overgebracht, waar de restauratiewerkzaamheden werden voortgezet. In mei 2023 was de restauratie (vrijwel) voltooid, en werd het treinstel naar het Spoorwegmuseum overgebracht om daar tentoongesteld te worden als pronkstuk van de tentoonstelling
Onder hoogspanning
.
[1]
Na deze tentoonstelling worden de restauratiewerkzaamheden voortgezet om uiteindelijk een rijvaardig museumtreinstel te verkrijgen.
-
Treinstel 252 in Delitzsch (Duitsland); 30 augustus 2008
-
Treinstel 252 van
het Spoorwegmuseum
in Utrecht na de renovatie in Duitsland; 6 december 2012
-
Het nog kale interieur van treinstel 252; december 2012
-
Treinstel 252 wordt gerestaureerd in Blerick; 1 oktober 2022.
Bronnen, noten en/of referenties
- Gestel, C. van, B. van Reems, L. Tempelman,
Elektrische treinen in Nederland
deel 1, Alkmaar 1992
- Oostrom, Martin van:
Elektrisch stroomlijnmaterieel '35, '36 en '40
, Railkroniek Speciaalnummer 6 (60 blz. A4,
ISBN 90-71513-08-4
).
- Harry Peters:
NS-Mat ’36-treinstel 252. 1938-2023: 85 jaar geschiedenis van een fenomeen. Geschiedenis van mat’36 252 vanaf de bouw in 1937 tot aan de voltooiing van de restauratie begin 2023
. Uitgave: Uquilar; 2023.
|