Marketing
is alle activiteit die een bedrijf uitvoert om de
verkoop
van producten of diensten te bevorderen. Eerder werd marketing gezien als het geheel van alle activiteiten die erop gericht zijn om, samen met de afdeling verkoop de ruil van
producten
of
diensten
te bevorderen. Deze op ruil gebaseerde omschrijving wordt door de
American Marketing Association
vanaf hun herziene definitie in 2004 als te beperkt beschouwd.
[1]
Marketing als (wetenschappelijke) discipline is ontstaan rond het begin van de twintigste eeuw in
Illinois
in de Verenigde Staten, waar aanhoudende agrarische overschotten ertoe leidden dat er structureel naar nieuwe afzetmogelijkheden gezocht moest worden.
[2]
Tot die tijd werden ruilprocessen vooral bezien vanuit de klassieke en
neoklassieke economische theorie
.
[3]
In de meeste ontwikkelde economieen spelen consumentenbehoeften een belangrijkere rol dan de aanwezigheid van surplus aanbod. Marketing is bij uitstek een discipline geworden waarbij het identificeren van behoeften centraal is komen te staan. Marketing als discipline steunt sterk op kennis ontwikkeld in andere vakgebieden zoals
psychologie
,
sociologie
en
economie
. Door middel van
advertenties
is de marketingpraktijk ook gerelateerd aan de creatieve kunsten. Marketing was relevant voor de
sociale wetenschappen
; op het gebied van
statistische analyse
van (extreem) grote hoeveelheden gegevens zijn marketingonderzoekers grensverleggend geweest.
[4]
Er zijn veel definities van wat marketing is. Vooral in de jaren 70 van de 20e eeuw woedde daar in de academische marketingwereld een debat over, het gehele julinummer van het Journal of Marketing uit 1971 is er aan gewijd.
- Voor 1985 definieerde de
American Marketing Association
(AMA), een van de meest invloedrijke organisaties binnen de (academische) marketingwereld, marketing als "de uitvoering van bedrijfsactiviteiten die de stroom van goederen en diensten van fabrikant naar consument of gebruiker sturen".
[5]
- In 1985, als gevolg van het debat dat het decennium daarvoor gevoerd was, paste de AMA de definitie aan tot "Marketing is het proces van bedenken en uitvoeren van het ontwerp, de prijszetting, de promotie en de distributie van ideeen, goederen en diensten om zo een uitwisseling te creeren die de realisatie van doelen van zowel individuen als organisaties mogelijk maakt".
[6]
- Tijdens de 2004 Summer Educators-conferentie van de AMA werd de volgende nieuwe definitie gepresenteerd als de officiele AMA definitie: "Marketing is een functie binnen organisaties en [tevens] een verzameling van processen voor het creeren, communiceren en leveren van waarde voor klanten en voor het beheersen van de klantrelatie op manieren die gunstig zijn voor de organisatie en haar belanghebbenden".
[7]
- Philip Kotler
geeft in zijn eerdere boeken de definitie van marketing als "De menselijke activiteit gericht op het vervullen van behoeften en verlangens door middel van ruil".
- Tevens hanteert hij de definitie "Het sociale- en managementproces door middel waarvan individuen en groepen datgene verkrijgen wat ze nodig hebben en willen. Dit alles door het maken en ruilen van producten en waarde met anderen".
[8]
- In later werk omschrijft Kotler marketing ook als "het voornamelijk vervullen van de rol van netwerk-integrator, waarbij de marketingfunctie vaardigheden verkrijgt in onderzoek, (behoefte)voorspelling, prijszetting, distributie, marktcommunicatie en promotie".
[9]
- Brian Norris definieert marketing als "het proces waarbij structureel mensen gebracht worden tot het nemen van een aankoopbeslissing, het gebruiken, het volgen, gehoorzamen, afwijzen, schikken en accepteren van de normen van een ander, van de maatschappij of van een specifieke organisatie. Eenvoudig gesteld, als het niet de 'verkoop' stimuleert, dan is het geen marketing".
[10]
- Een andere, eenvoudiger geformuleerde definitie van wat marketing is, luidt: "het geheel van de theorieen en technieken om producten en diensten optimaal af te zetten, door bij het aanbieden ervan zo goed mogelijk rekening te houden met de behoeften en specifieke wensen van de (potentiele) kopers."
- Ook wordt marketing wel omschreven als "Elke activiteit die consumenten en producenten met elkaar verbindt".
- Al Ries en
Jack Trout
definieren marketing als "oorlog tussen concurrenten".
[11]
In ieder geval kan de volgende conclusie getrokken worden: Er zijn veel verschillende definities van het begrip marketing. Daarnaast hebben verschillende personen en instanties hun definitie van het begrip marketing in de loop der tijd aangepast.
Doordat bepaalde groepen consumenten vaak vergelijkbare behoeften hebben, is de marketingdiscipline zich onder meer gaan toeleggen op het identificeren en benaderen van specifieke
doelgroepen
. Onder andere met behulp van
reclame
, maar ook via bijvoorbeeld een uitgekiende distributiestrategie, wordt geprobeerd deze doelgroep te benaderen.
Marketing is niet beperkt tot
kapitalistische
systemen. Ook buiten een commerciele omgeving hebben veel methoden en technieken die van oorsprong binnen de marketing ontwikkeld zijn, hun nut bewezen. Zo maken politici voor de communicatie van hun boodschappen gebruik van inzichten die binnen de marketing ontwikkeld zijn, en hebben veel onderwijsinstellingen, musea en liefdadigheidsorganisaties inmiddels complete marketingafdelingen. In de Verenigde Staten zijn vanaf circa 1990 ook kerken gestructureerd marktontwikkelingsstrategieen gaan toepassen, waarbij niet alleen indicatoren als penetratie, doelgroep en loyaliteit gehanteerd werden, maar zelfs
MBA
's op de loonlijst verschenen.
[12]
Voor dit soort toepassingen wordt wel de term
sociale marketing
gebruikt.
[13]
Voor educatieve doeleinden wordt soms de metafoor van een huis gebruikt om deelgebieden van de marketing in perspectief te plaatsen. Bij deze metafoor staat het fundament waarop het marketinghuis gebouwd is, voor de economische omgeving waarin marketing, maar in feite alle bedrijfsactiviteiten, zich bevindt. Essentieel voor een solide economische omgeving is de rechtszekerheid zoals die door onder andere het juridische systeem gegarandeerd wordt. Voor marketing speelt de bescherming van het
intellectueel eigendom
een belangrijke rol, omdat marketingactiviteiten doorgaans resulteren in werken die zonder juridische bescherming eenvoudig gekopieerd zouden kunnen worden.
Het tweede deel van het fundament betreft het algemene economische klimaat. Veel van de keuzes die organisaties maken in hun marketingbeleid, hangen af van de omstandigheden in de economie. Hoewel marketing in haar geheel ontegenzeggelijk invloed op de totale economie uitoefent, is voor vrijwel iedere individuele organisatie het
algemene economische klimaat
een gegeven.
De vloer van het marketinghuis wordt gevormd door
markt- en opinieonderzoek
. Met behulp van instrumenten uit dit deelgebied van de marketing kunnen organisaties zich een beeld vormen van de ideeen en behoeften die er onder potentiele consumenten heersen. Ook kan het marktonderzoek gebruikt worden om een doelgroep te specificeren. Goed marktonderzoek wordt vaak gezien als een belangrijke factor om de succeskansen van de organisatie of een specifiek product van de organisatie te vergroten.
In een beperkte populaire benadering draait het in "marketing" om het onder de aandacht brengen van producten of diensten, vooral door
adverteren
en het creeren van
merken
. Veel praktijkbeoefenaars en marketingwetenschappers zien een dergelijke interpretatie van marketing echter als te beperkt. Reclame maken en merkmanagement zijn weliswaar belangrijk onderdelen van de marketingdiscipline, maar marketing betreft meer.
In de meeste organisaties wordt onder marketing het geheel aan activiteiten verstaan die met het aanbod samenhangen. McCarthy
[14]
verdeelde marketing dan ook in vier verschillende groepen van activiteiten, die betrekking hadden op het product (of dienst), de prijs, de promotie en de plaats. Zijn indeling is inmiddels zo algemeen geaccepteerd dat deze zogenaamde 4 P's veelal als uitgangspunt dienen voor zowel
marketingonderwijs
[15]
als de beroepsuitoefening.
De eerste P betreft het eigenlijke
product
ofwel datgene wat verkocht moet worden. Hierbij draait het er vooral om hoe dit product aansluit bij de wensen en behoeften van de klant. Marketing begint dus al bij het ontwikkelen van het product.
De tweede P betreft de
prijs
of het prijsbeleid. Niet alleen is de prijs het uiteindelijke resultaat van een succesvolle marketinginspanning (in de vorm van de betaling voor het product of de dienst), ook is prijs een duidelijke signalering van eigenschappen van het product. Hoge prijzen geven vaak het signaal af dat de kwaliteit van het product of dienst dienovereenkomstig is. In de vier P-typologie valt ook het kortingsbeleid onder de P van prijs.
De derde P betreft de
promotie
. Hieronder vallen onder meer adverteren, verkooppromoties in de winkel, publiciteit en persoonlijke verkoop.
De vierde P wordt in het Nederlands vaak vertaald als
plaats
. Het betreft een enigszins gezochte vertaling van het Engelse
placement
en refereert in brede zin aan de plek waar het product verkocht wordt. Hieronder vallen naast de locatie waar het product verkocht wordt ook zaken als het distributiekanaal, of zelfs het (sub)segment waarop de marketinginspanningen zich richten, bijvoorbeeld jongvolwassenen, gezinnen met kinderen, vrouwen, et cetera.
Gezamenlijk worden de vier elementen ook wel de
marketingmix
genoemd en vormen ze de voornaamste bouwstenen voor een marketingplan. Een kritiekpunt op dit model is dat het vooral geschikt is voor laagwaardige producten zoals die vaak in een supermarkt worden aangetroffen. Het model zou minder geschikt zijn voor producten die via een complex proces worden aangeschaft, zoals industriele producten of kapitaalgoederen. Vooral de langetermijnrelatie tussen leverancier en afnemer kan slechts met moeite onder dit model gebracht worden.
Vanaf het begin van de jaren 80 van de 20e eeuw
[16]
raakten verschillende alternatieve modellen voor het standaard 4P-model in zwang. Al naargelang de achtergrond en bedoeling van verschillende auteurs zijn wel additionele P's voor personeel,
pay-off
, verpakking (van het Engelse
packaging
) en zelfs parkeren genoemd. Het betreft hier telkens variaties en specificeringen die, zij het soms met enige moeite, ook onder het originele 4P-model gebracht kunnen worden.
Binnen de
Dienstenmarketing
bestaat de Marketingmix uit
7 P´s
[17]
. Naast de bestaande 4 P´s zijn er voor de marketing van diensten nog 3 P´s aan toegevoegd. De P van People, wat staat voor Personeel en Klanten. De P van Physical Evidence. Dit zijn zaken zoals uniforms, de inrichting van bijvoorbeeld een kantoor of het bord op de gevel. Maar ook visitekaartjes of een website. En tot slot de P van Process, of het proces van de dienstverlening van klant tot organisatie en weer terug.
Zie voor een overzicht van uitbreidingen en alternatieven op het 4P-model het artikel
marketingmix
.
Merkmanagement, vaak ook aangeduid met de Engelse term
brand management
, is de activiteit waarbij niet langer het product centraal staat, maar het
merk
een centrale rol in de beslissingen van de organisatie heeft ingenomen. De historie van merkmanagement is terug te voeren tot circa 1931 toen Neil McElroy, op dat moment het hoofd van
Procter & Gambles
promotieafdeling, een marketingafdeling oprichtte die georganiseerd was rond concurrerende merken.
[18]
Activiteiten uit de marketingmix vinden hun weerslag in het merk. Hierdoor vertegenwoordigt het merk na verloop van tijd een bepaalde
merkwaarde
. Merkmanagement kan dan ook gezien worden als activiteit die ervoor zorgt dat de marketingmixinstrumenten op een dusdanige wijze ingezet worden dat zij een positieve bijdrage leveren aan de langetermijn-waardeontwikkeling van het merk. Soms leidt dit tot conflicten met meer op kortetermijn-winstoptimalisatie gerichte activiteiten zoals prijspromoties en productiekostenreducties.
Marketingcontrol is binnen de metafoor van het marketinghuis als dak verantwoordelijk voor de terugkoppeling van de resultaten van de marketingactiviteiten, zodat de in eerste instantie gekozen marketingmix kan worden bijgesteld. Binnen de marketingpraktijk wordt een aantal meetinstrumenten gehanteerd om de voortgang af te zetten tegen de doelen zoals die in het marketingplan zijn opgenomen. Veelgebruikte besturingsmechanismen zijn verkoopplannen, motivatie- en beloningssystemen, en
relatiemarketingtools
. Tegenwoordig bestaan er softwarepakketten die marketingcontrol-activiteiten kunnen ondersteunen en vastleggen.
De marketingpraktijk heeft zich langzaam ontwikkeld in een richting waarbij marketingmanagers 'de taal' van andere bestuurders zijn gaan spreken. Sommige marketingcontrolsystemen drukken daarom prestaties uit in
return on investment
-percentages, een term die van oorsprong vooral door de financiele discipline werd gebezigd.
[19]
Ook de behoefte om de
waarde van merken
in geld uit te drukken kan worden herleid tot de wens om de resultaten van marketing als discipline inzichtelijk te maken voor niet-marketingbestuurders en externe investeerders.
Desondanks zijn dergelijke financieel georienteerde meetinstrumenten vaak niet afdoende om de volledige voortgang van de marketingactiviteiten in een organisatie te volgen en eventueel bij te sturen. Andere marketingcontrolsystemen zijn (mede) gebaseerd op traditionele marketing-meetinstrumenten, zoals marktaandeel, marktpenetratie en klanttevredenheid. Vooral in grotere organisaties
[20]
worden deze instrumenten ingepast in een
balanced scorecard
waarbij naast ruimte voor financiele sturing en beheersing ook specifiek gekeken wordt naar de organisatie vanuit een klanten- en innovatieperspectief.
In 2004 publiceerden Vargo en Lusch een artikel in het toonaangevende
Journal of Marketing
waarin ze de ontwikkelingen binnen de marketing kenschetsten als een verschuiving van transacties om goederen naar een economie waarbinnen relaties en
dienstverlening
dominant zullen zijn.
[16]
Goederen
zijn in deze zienswijze nog slechts fysieke transporteurs van diensten. De fundamentele uitwisselingseenheid is niet langer het product zelf, maar de onderliggende relatie.
Hoewel dit artikel als openingsartikel in het openingsnummer van 2004 verscheen, en direct vergezeld werd van kritieken van enkele vooraanstaande marketing- en managementwetenschappers, heeft het artikel zelf niet tot een debat geleid dat de titel van een nieuwe dominante stroming lijkt te rechtvaardigen. Dat neemt niet weg dat veel van de kenmerken van de dominante stroming waar Vargo en Lusch aan refereren ofwel afkomstig zijn uit de dienstenmarketingliteratuur, of daar inmiddels deel van uitmaken. Het artikel valt ook te bezien vanuit de toegenomen aandacht en erkenning die er binnen de marketing bestaat voor de wereldwijd sterk gegroeide dienstensector.
Zie voor een overzicht van de ontwikkelingen in de dienstenmarketing het artikel
dienstenmarketing
.
Sommige aspecten van de marketing, met name
reclame
, zijn voorwerp van maatschappelijke kritiek. Zo wordt de marketing voor energierijke levensmiddelen en
fastfood
in verband gebracht met overconsumptie, wat tot overgewicht of zelfs
obesitas
kan leiden.
[21]
Ook wordt marketing soms gezien als vertegenwoordiger van het
globalisme
, en in die zin verantwoordelijk gehouden voor onder meer de slechte arbeidsomstandigheden van veel fabriekswerkers in
opkomende economieen
en de beperking van
individuele
vrijheden
.
[22]
Daartegenover bestaat de opinie dat marketingtechnieken in principe amoreel zijn. Slechts de toepassing van deze technieken voor immorele activiteiten zou tot problemen kunnen leiden, maar dat zou marketing als discipline niet verweten kunnen worden.
Ook wordt succesvolle marketing van incrementele productinnovaties soms verantwoordelijk gesteld voor gebrek aan werkelijke vooruitgang. Door consumenten er bijvoorbeeld van te overtuigen dat ze slechts een nieuwe geurvariant van een wasmiddel nodig hebben, voorkomen fabrikanten dat ze geld aan daadwerkelijk fundamenteel onderzoek en ontwikkeling hoeven uit te geven.
Kritiek van een meer filosofische aard is dat marketing als wetenschap geen theoretische grondslag kent, maar dat het slechts een verzameling weetjes, feiten, en toevallige correlaties betreft. Brown
[23]
stelt dat "marketing moet besluiten of het zijn eigen intellectuele naaktheid wil erkennen, of dat het zichzelf in de verzengende hitte van het
postmodernisme
wil storten."
Een voor praktijkbeoefenaars weinig relevante, maar voor academici des te belangrijker vraag is of marketing wel als wetenschap gezien kan worden. Soms wordt eenvoudig gesteld dat marketingwetenschap zich richt op het
positieve
deel van de marketing, en de marketingpraktijk zich richt op het
normatieve
deel van de marketing. Buzzell
[24]
stelt daarentegen dat een wetenschap bestaat uit:
- een geclassificeerde en systematische verzameling kennis die
- georganiseerd is rond een of meerdere centrale theorieen en een aantal algemene principes,
- die doorgaans uitgedrukt worden in kwantitatieve termen,
- waarmee voorspellingen gedaan kunnen worden en onder sommige voorwaarden de controle over toekomstige gebeurtenissen verkregen kan worden".
[25]
Door de meeste marketingwetenschappers, maar ook een substantieel aantal mensen buiten de discipline, wordt (mede) op basis van deze criteria gesteld dat marketing een wetenschap is. Zwak punt in het betoog dat marketing een wetenschap is, is dat er eigenlijk geen algemeen aanvaarde algemene theorie van marketing bestaat. Hunt
[26]
doet een voorzet bij het afbakenen van de grenzen voor een dergelijke algemene theorie van de marketing. Hij stelt dat iedere theorie die beoogt een algemene marketingtheorie te zijn, moet passen binnen het kader van de
competitie
. Naar de mening van Hunt is de resource-advantagetheorie een algemene theorie van competitie, waarbinnen dus een algemene marketingtheorie tot stand kan komen. Geparafraseerd komt Hunt hiermee in de buurt van de bovengenoemde (en op basis van praktijkervaring verkregen) bevinding van Ries en Trout dat marketing eigenlijk niets anders dan oorlog tussen concurrenten is.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Zie bijvoorbeeld Sheth, Jagdish en Can Uslay (2007) "Implications of the Revised Definition of Marketing: From Exchange to Value Creation", Journal of Public Policy & Marketing, volume 26, issue 2, p. 302-307 voor een beschouwing van de consequenties van deze definitiewijziging
- ↑
Weld, Louis D.H. (1916) "The Marketing of Farm Products", New York, Macmillan
- ↑
Vargo, Stephen L. en Robert F. Lusch (2004) "Evolving to a New Dominant Logic for Marketing",
Journal of Marketing
, volume 68 (januari 2004), p. 1-17
- ↑
Rossi en Allenby merken in dit kader op dat er vooral in de periode van 1990-2000 zich een ware data-explosie heeft voorgedaan, zowel in de hoeveelheid als de verscheidenheid in databronnen die marketingonderzoekers ter beschikking hebben. Zie Rossi, Peter E. en Greg M. Allenby (2000) "Statistics and Marketing", Journal of the American Statistical Association, volume 95, nummer 450 (juni 2000), p. 635-638
- ↑
Hunt, Shelby D. (2002) "Foundations of Marketing Theory: Toward a general theory of marketing",
ISBN 0-7656-0930-4
.
- ↑
Bennett, Peter D. (1988) "Dictionary of Marketing Terms", Chicago: American Marketing Association, p. 115
- ↑
Definitie op de website de American Marketing Association, zie
hier
- ↑
Kotler, Philip en Gary Armstrong (1996) "Principles of Marketing", zevende editie, Prentice Hall, New Jersey
ISBN 0131902083
- ↑
Achrol, Ravi S. en Philip Kotler (1999) "Marketing in the Network Economy", Journal of Marketing, volume 63 (special issue), p. 146-163
- ↑
Brian Norris, "What is Marketing?", laatst benaderd op
18 juni 2014
- ↑
Ries and Trout (1986), "Marketing Warfare", McGraw-Hill; in dit boek omschrijven zij het boek "Vom Kriege" (Nederlands: "Over oorlog") van de 19e-eeuwse Pruisische generaal
Carl von Clausewitz
als het beste marketingboek dat ooit geschreven is. De complete Engelstalige tekst van dit ‘Marketing’-boek is
hier
te vinden.
Gearchiveerd
op 6 september 2023.
- ↑
Business Week (2005) "Earthly Empires: How evangelical churches are borrowing from the business playbook", 23 mei 2005, zie hier
online
- ↑
Kotler, Philip en Gerald Zaltman (1971) "Social Marketing: An approach to planned social change", Journal of marketing, volume 35 (juli), p. 3-12
- ↑
McCarthy, J. (2001) "Basic Marketing: A managerial approach", 13e editie, Irwin, Homewood Illinois (eerste editie uit 1960)
- ↑
Hughes, Tim (2007) "Regaining a seat at the table: marketing management and the e-service opportunity", Journal of Services Marketing, 21(4), 270-280. Hughes stelt hierin dat ondanks de vele uitbreidingen van de originele 4P's 'de kern P's product, prijs, promotie en plaats centraal blijven in marketingleerboeken".
- ↑
a
b
Vargo, Stephen L. en Robert F. Lusch (2004) "Evolving to a New Dominant Logic for Marketing", Journal of Marketing, volume 68 (januari 2004), p. 1-17
- ↑
Zeithaml, Valerie A. en Bithner, Mary Jo (2000) "Services Marketing", 2nd edition, p. 18-20
- ↑
Zie voor een case-studie met de memo waarin McElroy voorstelt de organisatiestructuur te wijzigen bijvoorbeeld de ICMR case MKTG073 uit 2003 omtrent Brand management, zie
hier
.
- ↑
Ambler, Tim (2003) "Metrics Evolution: how did we get where we are", hoofdstuk 4 in "Marketing and the Bottom Line", Pearson Education Limited,
ISBN 0-273-66194-9
- ↑
Lussier, Robert (2006) "Entrepreneurs use a balanced scorecard to translate strategy into performance measures", Journal of Small Business Management (juli), zie
hier
.
- ↑
Wansink, Brian (2005) "Marketing Nutrition: Soy, functional foods, biotechnology, and obesity", University of Illinois Press, Champaign, Illinois,
ISBN 978-0252029424
.
- ↑
Zie bijvoorbeeld Klein, Naomi (1999) "No Logo: Taking Aim at the Brand Bullies", Toronto, Ontario,
ISBN 978-0-676-97130-9
.
- ↑
Brown, Stephen (1998) "Post-Modern Marketing 2 ? Telling Tales", Thomson Business Press, p. 17. Op p. 21 illustreert Brown dit verder met omschrijving van marketing als "[een wetenschap] in verval, falend, anachronistisch, verlaten, achterhaald, in een niet eerder geziene crisis, niets van waarde producerend, mislukt, en [slechts] af en toe op niet nader verklaarbare wijze er in slagend de jackpot te scoren".
- ↑
Buzzell (1963) "Is marketing a Science", Harvard Business Review 41 jan-feb, p. 32-40 & p. 166-170.
- ↑
Buzzell (1963) p. 37.
- ↑
Hunt, Shelby D. (2002), p. 248-285.
|