Niet te verwarren met
Brescialat
, een Italiaanse wielerploeg uit de late 20e eeuw gesponsord door het gasbedrijf Liquigas en van 1999 tot 2001 bekend onder de naam Liquigas?Pata.
Cannondale Pro Cycling Team
was de opvolger van
Liquigas-Cannondale
dat gesponsord werd door het gelijknamige Italiaanse
gasbedrijf
. Vanaf 2013 had Brixia Sport de licentie overgenomen
[1]
, met fietsenfabrikant
Cannondale
als hoofdsponsor.
[2]
Het bleef een
Italiaanse
wielerploeg
, die uitkwam in de
UCI World Tour
. De ploeg was in
2005
ontstaan als nieuw team, dat veel renners van de opgeheven ploegen
Alessio
en
Vini Caldirola
aantrok. De renners reden op Cannondale-fietsen. In de grote rondes reed het team op de Cannondale Super-Six Hi-Mod. Tijdens ritten met slecht wegdek (bijvoorbeeld
Parijs-Roubaix
), koos het team vaak voor de Cannondale Synapse Hi-mod.
Voor 2005 was sponsor Liquigas echter ook al actief in de wielersport. Het was in 1998 cosponsor van de
Brescialat
-ploeg, en van
1999
tot en met
2001
hoofdsponsor van een eigen profploeg met onder anderen
Davide Rebellin
en
Serhij Hontsjar
in dienst. Na 2001 was die kleine wielerploeg voortgezet door
Cage Maglierie
en
Tenax
. Al lange tijd was Liquigas bovendien sponsor van diverse wielerwedstrijden.
De opleidingsploeg van Cannondale heette Marchiol.
In 2007 had Liquigas vooral renners onder contract die gespecialiseerd zijn in eendaagse koersen, zoals
Magnus Backstedt
,
Danilo Di Luca
,
Luca Paolini
en
Filippo Pozzato
. Voor het klassement van meerdaagse wedstrijden kon de ploeg naast Di Luca ook rekenen op
Manuel Beltran
en
Franco Pellizotti
. Het zag echter toprenners
Dario Cioni
en
Stefano Garzelli
vertrekken naar andere ploegen.
Met die flink gewijzigde ploeg beleefde Liquigas een bijzonder succesvolle
Ronde van Italie
. Het werd het hoogtepunt in het bestaan van de huidige Liquigas-ploeg. In de eerste
etappe
won het de
ploegentijdrit
, waarna afwisselend
Enrico Gasparotto
en Di Luca in de
roze trui
mochten rijden. Na een korte onderbreking door
T-Mobile
-renner
Marco Pinotti
veroverde Liquigas-renner
Andrea Noe
het roze. In de bergetappes en de tijdritten toonde Di Luca zich het regelmatigste. Hij won twee etappes en legde beslag op het eindklassement. Door goede klasseringen van Pellizotti en
Vincenzo Nibali
besloot Liquigas de voorspoedig verlopen Giro bovendien als tweede in het ploegenklassement.
Na de Giro kwam Di Luca in opspraak, omdat hij contact had met 'dopingarts'
Carlo Santuccione
.
[3]
Hij kreeg een schorsing en mocht aan het eind van het seizoen bij Liquigas vertrekken. De ploeg nam ook afscheid van Backstedt en Paolini, maar trok op zijn beurt
Daniele Bennati
aan als kopman voor de sprints. Ook Giro winnaar
Ivan Basso
rijdt voor Liquigas.
Vlak voor de Giro 2010 werd een van de kopmannen
Franco Pellizotti
op non-actief gezet door de ploeg. Zijn biologisch paspoort zou niet helemaal in orde zijn. Op het allerlaatste moment werd
Vincenzo Nibali
aangeduid als vervanger. En deze deed het prima. Zo werd hij 3e in het algemeen klassement en won hij 2 ritten (met ploegentijdrit). Ook de eindzege in de Giro was voor Liquigas.
Ivan Basso
legde de basis van zijn 2e eindzege boven op de top van de 'verschrikkelijke'
Monte Zoncolan
.
Op het einde van het jaar wist Liquigas nog een grote ronde te winnen, ditmaal met Vincenzo Nibali in de Ronde van Spanje.
Naar het seizoen 2011 toe verloren ze wel een van hun kopmannen,
Roman Kreuziger
, die naar Astana ging. Franco Pellizotti werd aanvankelijk weer vrijgesproken en kon begin januari weer beginnen te rijden voor Liquigas, maar in het voorjaar bleek dat ze hem dan toch voor 2 jaar zouden schorsen.
Eind 2014 werd bekendgemaakt dat de ploeg in 2015 met Garmin Sharp zou fuseren tot de nieuwe
Cannondale-Garmin Pro Cycling
-ploeg.
Sinds 2016 is Garmin geen cosponsor meer en heet de ploeg Cannondale Pro Cycling Team.
Bronnen, noten en/of referenties
Wielerploegen
Italiaanse wielerploeg Cannondale: 2005?2014