Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De
lier
of
lyra
is vooral bekend als een in de
klassieke oudheid
en
middeleeuwen
veel gebruikt
muziekinstrument
en de voorloper van de
harp
. Het instrument dient niet verward te worden met de
draailier
, een middeleeuws instrument dat ook vaak 'lier' wordt genoemd. In de Griekse cultuurperiode was de lyra een begeleidingsinstrument voor dichters. Het bestond uit een houten
klankkast
, waaruit twee armen staken, verbonden door een stemschroeven bevattende dwarsbalk, vanwaar vier tot zeven
snaren
over de klankkast liepen.Vaak werd de klankkast gemaakt van een schild van een schildpad, en de armen van horens van een dier. De darmsnaren werden zowel met de vingers als met een
plectrum
aangetokkeld. Ook de middeleeuwse eensnarige
luit
met peervormige klankkast en lange hals wordt lier genoemd.
Langzamerhand raakte het instrument in vergetelheid en diende alleen nog als symbool, om iets bijzonders uit te drukken.
In 1926 werd een nieuw type lier gebouwd door Edmund Pracht en Lothar Gartner, nu als
chromatisch
gestemd snaarinstrument, waardoor het mogelijk werd nieuwe modern gecomponeerde muziek te spelen. Deze moderne lier wordt bespeeld in vier liggingen; sopraan, alt, tenor en bas. Het instrument heeft een heldere verfijnde klank. Regelmatig worden weer lieren gebouwd en bespeeld.
In de Bijbel wordt het instrument vermeld in Gen. 4:21.
Jubal
is de stamvader van iedereen die op de lier of de fluit speelt, het zou een van de oudste beroepen zijn. Ook speelde
David
volgens het
Oude Testament
de lier om zo
Koning Saul
op goede gedachten te brengen.