Leopold Willem van Oostenrijk
(
Wiener Neustadt
,
5 januari
1614
-
Wenen
,
20 november
1662
),
aartshertog
uit het
huis Habsburg
, was een Oostenrijkse
prins-bisschop
, militaire aanvoerder,
landvoogd
van de
Zuidelijke Nederlanden
van
1647
tot
1656
en
mecenas
.
Als jongste zoon van
Ferdinand II
,
keizer
van het
Heilig Roomse Rijk
, en
Maria Anna van Beieren
werd Leopold Willem in 1614 in
Wiener Neustadt
geboren.
Zijn oudere broer werd later
keizer Ferdinand III
en diens zoon
keizer Leopold I
. Terwijl zijn broer titulair hoofd werd van het
keizerlijk leger
, was Leopold Willem zowel in de
Dertigjarige Oorlog
als
Frans-Spaanse Oorlog
een effectieve generaal. In deze laatste verloren de troepen uit de
Spaanse Nederlanden
onder aanvoering van Leopold Willem in 1648 de
Slag bij Lens
in een poging de stad te hernemen. Later in diezelfde oorlog, februari ? maart 1652, nam hij succesvol een aantal Noord-Franse burchten in waardoor de Fransen verplicht werden troepen terug te trekken uit
Catalonie
om zodoende hun noordgrenzen te versterken. Dit zorgde ervoor dat de Spaanse troepen Catalonie konden heroveren op de
Catalaanse rebellen
.
Hoewel Leopold Willem niet over enige canonieke kwalificaties beschikte, mocht hij, door de invloed van zijn vader, de
investituur
van een aantal
bisdommen
en
prinsbisdommen
ontvangen om zichzelf van een inkomen te voorzien. Ongekwalificeerd als hij was voor deze posten, hield hij in feite enkel de titel van
apostolisch administrator
. Zo was hij
prins-bisschop
van
Straatsburg
(1626-1662) en
Passau
(1626-1662),
bisschop
van
Halberstadt
(1628-1648), en
aartsbisschop
van
Maagdenburg
(1631-1638),
Olomouc
(1637-1662) en
Breslau
(1656-1662). In 1635 investeerde paus Urbanus VIII Leopold Willem ook nog als prins-aartsbisschop van
Bremen
. Door de Zweedse bezetting van Bremen slaagde Leopold Willem er echter nooit in de facto macht te krijgen.
Nadat hij in 1656 teruggekeerd was uit de
Zuidelijke Nederlanden
(
infra
) en zijn oudere broer,
keizer Ferdinand III
, overleden was, schoven verschillende kiesmannen hem naar voren als opvolger. Doch hij stelde enige bevestiging van zijn kandidatuur zodanig uit dat zijn neef de benodigde achttien lentes om de keizerlijke troon te bestijgen kon bereiken om uiteindelijk als
keizer Leopold I
op 22 juli 1658 aan te treden. In zijn laatste jaren hield Leopold Willem zich enkel nog bezig met administratie en zijn liefde voor kunst.
Nadat de
Vrede van Munster
in 1648 werd ondertekend, zette zich de laatste fase van het Spaanse regime in de
Lage Landen
in. In het geschil tussen de Spaanse koningen en hun Hollandse rebellen waren de Weense neven neutraal gebleven, de dringende aanmaningen van
Filips IV
ten spijt. Dit zorgde voor een aantal spanningen toen
Castel Rodrigo
in Brussel vervangen diende te worden als gouverneur-generaal, maar er geen prinsen van den bloede meer in
Madrid
voorhanden waren.
Hoewel de Spaanse ministers Leopold steeds voor verdacht hielden en dit nooit verzwegen, werd de Weense Leopold-Willem in Brussel geinstalleerd. Toen Gaspar de Bracamonte, graaf van
Penaranda
en lid van de
Spaanse Raad van State
, in 1649 geruime tijd in Brussel verbleef, stuurde hij de koning bij gelegenheid een reeks verslagen, waarin het bewind van de aartshertog heftig werd gehekeld.
[1]
De landvoogd werd door Bracamonte voorgesteld als een
autocraat
, die alles met een kliek van gunstelingen regelde. Drie daarvan worden bij name genoemd: de
graaf van Schwarzenberg
? een Duitser die Leopold met zich heeft meegebracht en die hij tot zijn opperhofmeester benoemd heeft ?, de
markies van Lede
? een Vlaming en hoog officier in het leger ? en
Jean-Jacques Arrazola de Onate
? een Spanjaard en privesecretaris van Leopold. Volgens Bracamonte moet men steeds langs een van hen ten einde wat ook te verkrijgen.
Op 19 maart 1653 geeft de Spaanse koning formeel het bevel om deze kliek te ontslaan: de koning verklaart dat hij niet meer elke dag de klachten van zijn ontmoedigde vrienden wil aanhoren en stelt de aartshertog zelfs voor de keuze desnoods zelf op te stappen.
[2]
Leopold protesteerde tegen de beledigingen zijn hof aangedaan en vroeg vervolgens Wenen om raad. Na enige tijd gaf hij toe, maar ontsloeg uiteindelijk enkel de Duitse edelman.
[3]
De aartshertog liet vervolgens duidelijk in zijn verslagen blijken dat zijn ambt hem tegenstond en dat hij slechts op een gunstige gelegenheid wachtte naar Duitsland terug te keren.
[4]
In 1655 zond hij een bijzondere bode naar het Spaanse Hof om verslagen voor te leggen, maar zijn opdracht was daartoe niet beperkt. Een bijkomende boodschap van Leopold aan de Spaanse koning betrof een waar ultimatum: indien de aartshertog tegen de lente geen voldoening kreeg op zijn rekesten, zou hij de zorg de Nederlanden te besturen aan anderen overlaten.
[5]
De regering van Madrid beschouwde dit als zijn onherroepelijk ontslag en wees een opvolger in zijn plaats aan. In mei 1656 verliet de aartshertog de Nederlandse gewesten en keerde er nooit meer terug.
Terug in Wenen hield hij zich initieel bezig met de administratie van zijn verschillende bisdommen, de
Duitse Orde
waarvan hij Grootmeester was, en de familiezaken van het Keizerlijke Huis.
Aartshertog Leopold Willem stond bekend als een enorme kunstverzamelaar, vooral schilderkunst. Daarbij liet hij zich sterk leiden door het advies van kunstenaars zelf.
Toen hij het bestuur van de Spaanse Nederlanden op zich nam als landvoogd, liet hij zich omringen door verschillende schilders uit het
Antwerpse Sint-Lucasgilde
, zoals
David Teniers de Jonge
. Teniers werd niet enkel door Leopold Willem tewerkgesteld als schilder, maar ook als houder van de collectie in opbouw. Kort na 1647 nam Teniers zelfs verblijf in het
Paleis op de Koudenberg
, de verblijfplaats van de landvoogd, onder de titel "Ayuda de Camara", ofwel kamerbediende.
Immense bedragen werden uitgegeven aan het verkrijgen van schilderijen voor de aartshertog. Zijn uitgebreide en bijzonder waardevolle verzameling moest een afspiegeling zijn van het universele karakter van de macht van de Habsburger en bevatte onder meer schilderijen van
Frans Snyders
,
Peter Snayers
,
Daniel Seghers
,
Peter Franchoys
,
Jan Brueghel de Jonge
,
Frans Wouters
,
Jan van den Hoecke
en
Jan van de Venne
. Een aantal waardevolle schilderijen van Italiaanse meesters kwam oorspronkelijk uit de collecties van onder anderen
keizer Karel V
,
Karel I
en de
hertog van Buckingham
.
De collectie zelf werd ook vaak geschilderd in originele doeken van onder anderen David Teniers de Jonge. Zo creeerde hij het bekende doek
Aartshertog Leopold Willem in zijn galerij te Brussel
, al is het niet zeker of die werken waarheidsgetrouw zijn weergegeven. Daarnaast werden de meesterwerken vaak in olieverf nageschilderd op kleinere panelen waarop graveurs zich dan konden baseren om een getrouwe kopie te maken voor de rijkelijk geillustreerde catalogus.
Leopold Willem, die een zeer devoot man was, ging vaak bidden in het
bedevaartsoord
van
Jezus-Eik
en zorgde er voor de bouw van een volwaardige kerk vanaf 1650.
Toen de aartshertog terugkeerde naar Wenen, werd ook zijn collectie overgebracht naar het
aartshertogdom Oostenrijk
.
Jan Anton van der Baren
, een Vlaamse priester en schilder, werd aangesteld als conservator van de aartshertogelijke galerij. Leopold Willem droeg deze galerij op aan zijn neef
Leopold I
. Een groot deel van de collectie kunstwerken zou later een deel van de basisverzameling van het
Kunsthistorisch Museum van Wenen
gaan vormen.
- Jozef Mertens en Franz Aumann (eds.),
Krijg en kunst. Leopold Willem (1614-1662), Habsburger, landvoogd en kunstverzamelaar
, tent.cat., 2003,
ISBN 9080560642
- Renate Schreiber, '
Ein Galeria nach meinem Humor'. Erzherzog Leopold Wilhelm
, tent.cat., 2004,
ISBN 3854970854
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Correspondance Cour d'Espagne, Vol. IV, p.649
- ↑
Correspondance Cour d'Espagne, Vol. IV, p.385
- ↑
Correspondance Cour d'Espagne, blz.417
- ↑
Algemene Geschiedenis der Nederlanden, Dl. VII, "Op Gescheiden Wegen 1648-1748", p.100
- ↑
Correspondance Cour d'Espagne, p.445
|