Landbouwkunde
of
agronomie
is een breed
multidisciplinair
gebied dat natuurlijke, economische en
sociale wetenschappen
omvat die in de
landbouw
worden gebruikt.
Veeartsenijkunde
wordt vaak uitgesloten van de definitie van landbouwkunde.
De termen landbouwkunde en landbouw worden vaak verward. Toch hebben zij betrekking op verschillende concepten.
De landbouw is de reeks activiteiten met als doel de productie van dieren en planten voor menselijk gebruik. De landbouw betreft technieken, waaronder de toepassing van agronomisch onderzoek. Agronomie is het onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot het verbeteren van landbouw. In de landbouwkunde doet men onderzoek naar:
- Productietechnieken (bijvoorbeeld,
irrigatiebeheer
, geadviseerde stikstofinput)
- Het verbeteren van productie in termen van hoeveelheid en kwaliteit (bijvoorbeeld, selectie van de juiste gewassen, ontwikkeling van nieuwe
pesticiden
, opbrengst-verhogende technologieen, simulatiemodellen voor de gewassengroei, onderzoek naar de celcultuur van planten)
- Transformatie van basisproducten in consumentenproducten (bijvoorbeeld, productie, behoud, en verpakking van zuivelproducten)
- Preventie en ombuiging van ongunstige milieugevolgen (bijvoorbeeld,
gronddegradatie
en
afvalbeheer
)
Landbouwkunde is tegenwoordig heel anders dan wat het voor ongeveer 1950 was. De intensivering van de landbouw sinds de jaren 60, ook in
ontwikkelingslanden
(de zogenaamde
Groene Revolutie
) zorgde voor vooruitgang in termen van het selecteren van en het verbeteren van gewassen en dieren voor hoge productiviteit. Ook werd er extra input ontwikkeld zoals
kunstmest
en fytosanitaire producten.
Nochtans heeft de milieuschade die is toe te schrijven aan intensieve landbouw, de industriele ontwikkeling en de bevolkingstoename vele vragen opgeroepen onder agronomen. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling en de totstandkoming van nieuwe onderzoeksgebieden (bijvoorbeeld, geintegreerd ongediertebeheer, technologieen van de afvalbehandeling,
landschapsarchitectuur
,
genomica
).
De nieuwe technologieen, zoals biotechnologie en computerwetenschap (voor gegevens ? verwerking en opslag), en de technologische voorsprong hebben het mogelijk gemaakt nieuwe onderzoekgebieden, waaronder genetische techniek, te ontwikkelen. Dit heeft de precisie van de landbouw verbeterd.
De landbouwwetenschappen hebben tot doel om de wereldbevolking te kunnen voeden en het verhinderen van biologische veiligheidsproblemen die de
volksgezondheid
en het milieu kunnen beinvloeden. Dit vereist goed beheer van natuurlijke rijkdommen en eerbied voor het milieu.
De economische, milieu- en sociale aspecten van landbouwwetenschappen zijn onderwerpen van een aan de gang zijnde discussie. Recente crisissen (zoals de
gekkekoeienziekte
en kwesties zoals het gebruik van
genetisch gemodificeerde organismen
) illustreren de ingewikkeldheid en het belang van deze discussie.
Het onderzoek in de agronomie is sterk verwant met lokale gebieden, meer dan bij andere wetenschappen. Het kan als een wetenschap van ecoregio's worden beschouwd, omdat het nauw verbonden is met grondeigenschappen en
klimaat
, die nooit precies hetzelfde zijn op verschillende plaatsen. Veel mensen zijn van mening dat een landbouwproductiesysteem zich moet baseren op lokaal weer, grondkenmerken en de specifieke gewassen moeten plaatselijk worden bestudeerd. Anderen voelen een behoefte om productiesystemen op zo veel mogelijk gebieden te kennen en te begrijpen.
Landbouwwetenschappers worden opgeleid aan de
universiteit
. De studie omvat een grondige kennismaking met de basiswetenschappen fysica (met
wiskunde
als steunvak), scheikunde en vooral biologie. In de hogere jaren komen meer vakspecifieke onderwerpen aan bod (
bodemkunde
,
biochemie
,
erfelijkheidsleer
,
plantenveredeling
,
fytopathologie
,
entomologie
, ... ). De afstudeerrichtingen komen grotendeels overeen met de hierna opgesomde gebieden van de landbouwkunde.
In
Vlaanderen
studeert men landbouwwetenschappen (de nieuwe benaming is: "Master in de bio-ingenieurswetenschappen", in het studentenjargon ook
boerologie
genoemd) aan de universiteiten van
Leuven
,
Brussel
en
Gent
.
In
Nederland
aan de
Wageningen Universiteit
en de
Universiteit Utrecht
.
- Nederland
- Vlaanderen
Bronnen, noten en/of referenties
|