De
Koreaanse Oorlog
of
Koreaoorlog
is een in het Westen gebruikte naam voor een tussen 1950 en 1953 uitgevochten oorlog tussen het communistische
Noord-Korea
en het prowesterse
Zuid-Korea
. Noord-Korea werd in de oorlog militair ondersteund door de
Volksrepubliek China
en de
Sovjet-Unie
. Zuid-Korea werd gesteund door de
Verenigde Naties
en ontving militaire bijstand van diverse VN-landen, onder leiding van de
Verenigde Staten
.
De directe oorzaak van het conflict lag in de na de
Tweede Wereldoorlog
doorgevoerde deling van het in 1910 door het
Japanse Keizerrijk
geannexeerde
Keizerrijk Korea
. Het noordelijk deel werd door de Sovjet-Unie bezet en het zuidelijk deel door de Verenigde Staten. Als scheidslijn werd de
38e breedtegraad
genomen. De opdeling zou tijdelijk zijn, maar beide delen ontpopten zich al snel tot een eigen entiteit. Het noordelijk deel werd communistisch en het zuiden mocht zich - slechts in naam - democratisch noemen. Van een op vreedzame wijze samengaan van beide delen was al snel geen sprake meer en beide delen overwogen met militair geweld het andere deel in te nemen.
Na diverse grensconflicten begon de oorlog op 25 juni 1950 met een invasie van Noord-Korea op het zuiden en eindigde op 27 juli 1953 met een
wapenstilstand
, zonder dat een echte winnaar tevoorschijn was gekomen. De nieuwe scheidslijn kwam nabij de 38e breedtegraad te liggen. Er is sindsdien geen
vredesverdrag
gesloten, waardoor het conflict formeel nog steeds voortduurt. De Koreaanse situatie was lang een onderdeel van de
Koude Oorlog
.
Korea
was sinds 1905 een
protectoraat
van Japan en werd in 1910 door dit land geannexeerd. Na de
Tweede Wereldoorlog
werd het noorden bezet door de Sovjet-Unie en het zuiden door de Verenigde Staten. De 38e breedtegraad vormde de grens. De bedoeling was om beide delen te herenigen tot een Korea. Aan het einde van de bezetting door de twee grote mogendheden, in 1948, kreeg Noord-Korea echter een
communistische
regering en werd in Zuid-Korea een prowesters bestuur gevestigd. In 1948 verlieten de Sovjettroepen het schiereiland, en in 1949 de Amerikanen.
Noord-Korea bleef gesteund worden door de Sovjet-Unie en Zuid-Korea kreeg steeds meer bijstand van de Verenigde Staten. Van een vreedzaam samenzijn was geen sprake meer, beide delen wilden het andere deel met militair geweld onderwerpen. In Zuid-Korea waren tussen de 1.000 en 5.000 communistische guerrilla's actief, en vanaf augustus 1949 vonden confrontaties aan de grens plaats, die meestal in het voordeel van Noord-Korea werden beslist. De Noord-Koreaanse leider
Kim Il-sung
meende dat de bevolking van het zuiden hem als bevrijder zou ontvangen en dat het Zuid-Koreaanse leger geen partij voor zijn troepen zou zijn. Hij verzocht
Jozef Stalin
al in 1949 om toestemming voor een aanval op het zuiden, iets wat deze vooralsnog weigerde omdat hij escalatie wilde vermijden.
Ondertussen steunde Noord-Korea de communistische troepen in de
Chinese Burgeroorlog
, onder andere door hen toe te staan op Noord-Koreaans gebied bases in te richten en materieel en mankracht te verstrekken.
Mao
stuurde als wederdienst 50 tot 70.000 veteranen van Koreaanse afkomst naar Korea om het Noord-Koreaanse leger te versterken. Het Chinese regime zag de Verenigde Staten en diens bondgenoten als de grootste bedreiging en moedigden communistische machtsovernames in landen in de nabijheid van China aan.
In 1950 meende Stalin dat de geostrategische situatie in zijn voordeel was veranderd: Mao zat stevig in het zadel in China, en de Sovjet-Unie bezat inmiddels kernwapens. Bovendien hadden de Amerikanen niet direct in China ten voordele van de Nationalisten geintervenieerd en Korea werd gezien als van mindere strategische waarde dan China. In april 1950 gaf Stalin Kim il-Sung toestemming, op voorwaarde dat Mao indien nodig zou intervenieren. Stalin maakte van meet af aan duidelijk dat er geen Sovjettroepen bij gevechtshandelingen betrokken zouden raken. Mao ging, met tegenzin omdat China er nu zelf direct bij betrokken kon raken, akkoord en de voorbereidingen voor de oorlog werden opgevoerd. Om de vijand zand in de ogen te strooien en niet de agressor te lijken, stuurde Noord-Korea diplomaten met een vredesaanbod naar het zuiden en riep het op tot verkiezingen in heel Korea.
Syngman Rhee
, president van Zuid-Korea weigerde dit en Zuid-Koreaanse troepen begonnen de Noord-Koreanen aan de grens te provoceren. Rhee meende dat zijn leger het noorden gemakkelijk zou kunnen veroveren. Toch waren de Zuid-Koreanen en de Amerikanen niet goed voorbereid, er waren al zo vaak conflicten geweest dat ze meenden dat het ook deze keer met een sisser zou aflopen.
Noord-Korea beschikte bij het begin van de oorlog in 1950 over tussen de 150.000 en 200.000 manschappen, verdeeld over 10 infanteriedivisies, 1 tankdivisie, en 1 luchtmachtdivisie. De invasiemacht bezat 274 T-34-85 tanks, 200 artilleriestukken, 110 bommenwerpers, 150 Yak-gevechtsvliegtuigen, en 35 verkenningsvliegtuigen. 114 jagers, 78 bommenwerpers, 105 T-34-85 tanks en 30.000 manschappen werden achtergehouden. De kern van dit leger bestond uit de Koreaanse veteranen uit de Chinese Burgeroorlog.
Zuid-Korea bezat een leger van 98.000 manschappen, geen tanks, en 22 gevechtsvliegtuigen. De troepen waren slecht voorbereid en slecht bewapend.
De Amerikaanse aanwezigheid was beperkt tot 300 manschappen en de dichtstbijzijnde Amerikaanse troepen van significante omvang bevonden zich in Japan, terwijl China en de Sovjet-Unie aan Noord-Korea grensden. Kim Il-Sung had derhalve de militaire krachten goed ingeschat terwijl Syngman Rhee het bij het verkeerde eind had: Noord-Korea was overweldigend in het voordeel. Ook dit speelde een rol in de besluitvorming, Kim Il-Sung wilde, nu hij in het voordeel was, toeslaan en voorkomen dat de Zuid-Koreanen de kans zouden krijgen om hun militaire achterstand in te lopen.
Op 25 juni 1950 vielen Noord-Koreaanse troepen Zuid-Korea binnen. Daarop besloot de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bij
Resolutie 84
tot militaire steun aan Zuid-Korea. Uiteindelijk bestond die steun uit een troepenmacht waaraan naast troepen van de Verenigde Staten nog vijftien landen deelnamen:
Australie
,
Belgie
,
Canada
,
Colombia
,
Filipijnen
,
Ethiopie
,
Frankrijk
,
Griekenland
,
Luxemburg
,
Nederland
,
Nieuw-Zeeland
,
Thailand
,
Turkije
,
Verenigd Koninkrijk
en
Zuid-Afrika
. Alle troepen kwamen onder leiding van de Verenigde Staten te staan. De Amerikaanse generaal
Douglas MacArthur
werd benoemd tot opperbevelhebber.
Na enkele dagen werd de Zuid-Koreaanse
hoofdstad
Seoel
bezet en begin september 1950 was 90% van Zuid-Korea in handen van Noordelijke troepen. Alleen een klein gebied rondom
Busan
hield nog stand. Bijna waren de Zuid-Koreanen en de te hulp schietende Amerikanen op de knieen gedwongen, vooral omdat zowel de Zuid-Koreanen als de Amerikanen onvoldoende getraind waren, het moreel zeer laag was en de leiding vaak ernstig tekortschoot.
Mede dankzij het feit dat de Noord-Koreanen zeer zware verliezen hadden geleden tijdens hun opmars en de bevoorradingsroutes voor hen steeds langer waren geworden, bloedde het offensief van de Noord-Koreanen echter langzaam dood. Daarnaast kwamen er steeds meer versterkingen aan voor de Amerikanen en Zuid-Koreanen in de vorm van nieuwe Amerikaanse divisies en eenheden van andere landen van de Verenigde Naties. Met behulp van een tactisch hoogstandje (de
amfibische
landing bij
Incheon
, ver achter de Noord-Koreaanse linies) en het nodige geluk slaagde bevelhebber MacArthur erin de Noord-Koreanen terug te dringen tot aan de grenzen van China.
Op dat moment intervenieerde de Volksrepubliek China, onder andere vanwege de vermeende dreiging van kapitalistische legereenheden aan haar grenzen en het feit dat de Verenigde Staten openlijk steun verleenden aan de nationalistische Chinezen op het eiland Formosa (het huidige
Taiwan
), onder leiding van
Chiang Kai-shek
. De VS zette de 7e vloot in ter bescherming van Formosa. De aanvallende Chinezen drongen de westerse coalitie terug. Opnieuw viel Seoel in communistische handen. Op
11 april
1951
werd Douglas MacArthur ontheven van zijn functie als bevelhebber over de VN-troepen in Korea. Reden was dat hij controversiele verklaringen had afgelegd over een mogelijke uitbreiding van de oorlog tot in China, en over mogelijk gebruik van kernwapens (omdat men een nucleaire oorlog vreesde).
In de periode die volgde sleepte de oorlog zich voort, waarin successen en tegenslagen voor beide partijen elkaar afwisselden. Medio 1951 werden er pogingen gedaan vredesonderhandelingen te beginnen. Daarmee kon op 10 juli 1951 in
Kaesong
worden begonnen. De onderhandelingen sukkelden maandenlang voort en werden herhaalde malen gestaakt. Een groot struikelblok was de uitwisseling van
krijgsgevangenen
.
Om de Noord-Koreaanse leiders onder druk te zetten onderwierpen de Amerikanen in de laatste twee jaar van de oorlog Noord-Korea aan een genadeloos bombardement met
napalm
. Daarbij kwamen ongeveer 500.000 mensen om het leven.
Pas na de dood van Sovjetleider Stalin in
maart
1953 werd er weer vooruitgang geboekt en op 27 juli 1953 kon er te
Panmunjeom
een staakt-het-vuren worden afgekondigd. Op het land kwam een nieuwe scheidslijn te liggen nabij de 38e breedtegraad en op zee werd de
Northern Limit Line
geintroduceerd.
De onderhandelingen hadden dan wel tot een staakt-het-vuren geleid, maar een
vrede
tussen Noord-Korea en Zuid-Korea werd nooit gesloten, zodat beide landen officieel nog steeds in staat van oorlog verkeren. Regelmatig vallen er nog slachtoffers tijdens grensschendingen. Dieptepunt was het jaar 1961, waarin in totaal 122 mensen van het VN-leger sneuvelden. In de Koreaanse Oorlog als geheel lieten twee miljoen burgers en militairen het leven. Noord- en Zuid-Korea bleven als puinhopen achter.
Sinds de oorlog staan de legers van de twee landen onafgebroken oog in oog tegenover elkaar bij de
gedemilitariseerde zone
, een soort
IJzeren Gordijn
dat de twee landen van elkaar scheidt. Er zijn wel voorzichtige pogingen om meer toenaderingen tussen beide staten tot stand te brengen. Onder andere is er een regeling dat over en weer familie elkaar weer kan bezoeken. Door politieke fricties wordt die regeling nogal eens buiten werking gesteld.
De Koreaanse Oorlog wordt ook weleens de
Vergeten Oorlog
genoemd, omdat hij in de schaduw staat van zowel de
Tweede Wereldoorlog
als de
Vietnamoorlog
. Deze oorlog was echter bloedig genoeg om hem zijn plaats in de geschiedenis te geven.
Sinds 2006 doet de Zuid-Koreaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie onderzoek naar oorlogsmisdaden die in 1950-1953 zijn begaan. Ze bracht in juli 2008 onder meer naar buiten dat in 1950 duizenden Koreanen die van linkse sympathieen werden beschuldigd door Zuid-Koreaanse strijdkrachten werden geexecuteerd onder toeziend oog van Amerikaanse soldaten, die bewust niet ingrepen.
In 2010 laaiden de vijandelijkheden tussen Noord- en Zuid-Korea weer op toen het Zuid-Koreaanse
korvet
Cheonan tot zinken werd gebracht, volgens Zuid-Korea en de VS door Noord-Korea. Later dat jaar hield Zuid-Korea enkele militaire oefeningen vlak bij de grenzen van de buur. Noord-Korea reageerde op de oefeningen met een
granaataanval
op de Zuid-Koreaanse eilandengroep
Yeonpyeong
, waarbij vier Zuid-Koreaanse doden vielen.
Op
8 maart
2013
zegde Noord-Korea het niet-aanvalsverdrag met Zuid-Korea op.
[12]
Op
27 april
2018
ontmoetten de Noord-Koreaanse leider
Kim Jong Un
en de Zuid-Koreaanse president
Moon Jae-in
elkaar en verklaarden ze dat ze het conflict tussen de beide Korea's wilden beeindigen.
[13]
De Nederlandse regering was niet direct gemotiveerd gevolg te geven aan de oproep van de VN-Veiligheidsraad om een bijdrage te leveren aan de strijd in Korea. Minister-president
Willem Drees
was bang dat een agressieve Amerikaanse reactie zou leiden tot een wereldwijd conflict. Ook was de
regering
bevreesd dat de oplopende defensie-inspanningen zwaar op de Nederlandse begroting zouden drukken, waardoor de naoorlogse
wederopbouw
in eigen land in gevaar zou komen. Een probleem was dat men ook niet de eigen internationale positie al te zeer wilde belasten. Een oplossing vond men in een bijdrage van de
Koninklijke Marine
en op 3 juli 1950 werd de torpedobootjager
Hr.Ms. Evertsen
naar de Koreaanse wateren gestuurd. De Evertsen was het eerste van in totaal zes Nederlandse marineschepen die aan het Koreaanse conflict zouden deelnemen in de periode 1950-1955. Onder bevel van de commandant van de Amerikaanse zeestrijdkrachten in het Verre Oosten voerde de Nederlandse marine verschillende taken uit. Zij escorteerde vliegkampschepen, voerde patrouilles uit en ondersteunde grondtroepen met artillerievuur.
Na zware Amerikaanse druk besloot de Nederlandse regering tot het uitzenden van grondtroepen en in augustus 1950 werden in Nederland vrijwilligers opgeroepen voor de strijd tegen de Noord-Koreaanse agressie. Er meldden zich 1670 vrijwilligers
[14]
en in oktober werd het
Nederlands Detachement Verenigde Naties
(NDVN) opgericht. De eerste groep van 636 man onder bevel van
luitenant-kolonel
M.P.A. den Ouden
vertrok op 26 oktober 1950 met het transportschip
Zuiderkruis
. Het laatste detachement vertrok in juli 1954. Eind 1954 waren alle manschappen van het Nederlandse detachement terug. Het Nederlandse leger werd uitgerust met Amerikaanse kledij en viel onder het 38ste Regiment van de 2e 'Indianhead' Infantry Division (8th Army) van de Amerikanen. In de periode 1950-1954 werden 4748 Nederlandse militairen afkomstig van de
Koninklijke Landmacht
,
Koninklijke Marine
en
Korps Mariniers
ingezet bij de strijd in Korea, van wie er 122 sneuvelden. Drie raakten vermist. De zwaarste gevechten waarbij zij werden betrokken waren die te
Hoengseong
,
Wonju
en
Inje
. Bij Hoengseong (februari 1951) sneuvelden 15 Nederlanders, onder wie de commandant, overste Den Ouden. Bij Inje (juni 1951) kwamen 20 Nederlandse militairen om.
[15]
In het 'War Memorial of Korea' in Seoul staat een monument ter nagedachtenis hieraan.
Het NDVN in Korea was ingedeeld bij het 38th U.S. Infantry Regiment "Rock of the Marne". De belangrijkste acties van het NDVN waren:
- 1951 Hoengseong, Wonju, Hill 325, Hwachonreservoir, Inje, Taeusan, Mundung-ni, Iron Triangle
- 1952 Silver Star Hill, Star Hill, Sagimak, Chungmoksil. Koje-do, Old Baldy, Arsenal, Iron Triangle
- 1953 Samichon valley, Nudea, Iron Triangle(3rd time), Chunmoksil, Hill 340.
De militairen kregen allen de
Koreaanse Oorlogsmedaille
, de VN verleende alle Nederlandse militairen die langer dan dertig dagen in Korea waren geweest de
Koreamedaille van de Verenigde Naties
. Tevens werd door de Nederlandse regering het
Kruis voor Recht en Vrijheid
verleend. Verder werden de volgende dapperheidsonderscheidingen uitgedeeldː
Van de 4748 Nederlandse militairen die in Korea dienden ontvingen er drie de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding, de
Militaire Willems-Orde
, van wie twee postuum (commandant overste
Den Ouden
en soldaat
J.F. Ketting Olivier
).
[7]
Koningin
Juliana
verleende aan Kapitein
J. Anemaet
het ridderkruis en hij was onder de veteranen de enige levende drager van een wegens de Koreaanse Oorlog toegekende Willems-Orde. Verder werd de
Bronzen Leeuw
vijfmaal toegekend, het
Bronzen Kruis
21 keer en het
Kruis van Verdienste
viermaal.
Het detachement kreeg van de Amerikanen het
Combat Infantryman Badge
en werd tweemaal een
Presidential Unit Citation
toegekend. Andere Amerikaanse onderscheidingen waren;
Op vraag van de
Verenigde Naties
besloot de Belgische regering een bataljon soldaten samen te stellen om naar Korea te zenden. Op 18 september 1950 ontving het trainingscentrum voor commando's te Marche-les-Dames 3000 kandidaten voor een intense opleiding die zou voorafgaan aan hun operationele inzet. Ongeveer 700 van hen beeindigden deze drie weken durende opleiding met succes. Het tweetalige bataljon kreeg de naam vrijwilligerskorps voor Korea en werd in Korea onder Amerikaans bevel geplaatst. Het bataljon ging er door het leven als het Belgian United Nations Command oftewel
BUNC
. Een van de pelotons van dit bataljon was daarenboven volledig samengesteld uit militairen van het groothertogdom
Luxemburg
. Op 18 december 1950 scheepte de BUNC in aan boord van het schip de
Kamina
in de haven van
Antwerpen
met als eindbestemming
Pusan
, waar het op 31 januari 1951 aanlegde.
Gedurende het Koreaanse conflict was het Belgisch-Luxemburgs Bataljon onderdeel van het I Corps ? 3rd US Infantry Division "Rock of the Marne" en hierbij afwisselend ingedeeld bij de 29th British Brigade (bestaande uit het Gloucestershire Regiment, de Northumberland Fusiliers, de Royal Ulster Rifles, het 15th US Infantry Regiment, het 7th US Infantry Regiment en het 65th US Infantry Regiment, (van februari 1955 tot juni 1955) voor het terugkeerde naar
Belgie
.
Bij zijn inzet in het conflict dwong het bataljon ontzag en respect af bij de geallieerde troepen. Voor zijn dapperheid en zijn voorbeeldig gedrag werd het bataljon met zes eervolle vermeldingen beloond, waaronder een Amerikaanse en een Koreaanse. De gevechtsplaatsen waar deze vermeldingen verdiend werden versieren in gouden letters het vaandel. Het bataljon ontving de
nestel
verbonden aan de
Leopoldsorde
en het
Erekruis van Militaire Verdiensten
in goud van het groothertogdom
Luxemburg
.
De volgende vier Belgische vermeldingen verleenden de
nestel
van de
Leopoldsorde
aan het vaandel:
- IMJIN: slag aan Imjin van 22 tot 26 april 1951. Verleend op 4 januari 1952.
- HAKTANG-NI: gevechten van 9 tot 13 oktober 1951. Verleend op 25 juni 1953.
- CHATKOL: gevechten van maart tot april 1953. Verleend op 22 juli 1953
- COREE-KOREA: 31 januari 1951 tot 27 juli 1953. Verleend op 14 januari 1954.
Voor de slag bij Imjin werden ook de volgende eervolle vermeldingen verleend:
Het goudkleurige Erekruis van Militaire Verdiensten werd toegevoegd aan het vaandel door de regering van het Groothertogdom
Luxemburg
op 27 mei 1994.
Op het einde van het conflict werd de balans opgemaakt: 101 Belgische en twee Luxemburgse militairen sneuvelden, 478 raakten gewond. Vijf Belgische militairen worden nog altijd vermist en twee stierven in Noord-Koreaanse krijgsgevangenkampen. In totaal vertrokken 3171 Belgische en 78 Luxemburgse vrijwilligers naar Korea. In totaal namen 2636 onder hen deel aan gevechten. 2801 vrijwilligers vertrokken eenmaal, 352 tweemaal en 18 driemaal naar Korea. De laatste 200 vrijwilligers verlieten in juni 1955 Koreaanse bodem en keerden naar Belgie terug.
Het derde bataljon parachutisten van de Belgische landcomponent heeft de eer gekregen de tradities van het Belgisch-Luxemburgs Korea bataljon over te nemen. Het vaandel van de eenheid werd toevertrouwd aan de korpscommandant van het 3e Para in 1955. De militairen van dit bataljon dragen de nestel van de Leopoldsorde. Het thuiskwartier van deze eenheid te Tielen draagt de naam van kapitein Pierre Gailly, een officier van de BUNC die sneuvelde te Chatkol op 20 maart 1953. Ook het mutskenteken van 3 Para en het schild “Korea” op hun uniform zijn overgenomen van de BUNC. Enkel de kleur van de muts werd niet overgenomen. De bruine mutsen van de BUNC worden in Belgie gedragen door de eenheden van de infanterie. Het 3 Para draagt, zoals bijna alle parachutisteneenheden ter wereld, een wijnrode muts.
De
Koreamedaille van de Verenigde Naties
is een ronde bronzen penning met op de voorzijde het VN-symbool, een wereldbol met daarop de zeven continenten en een
lauwerkrans
in bas-relief en op de vlakke keerzijde de opdracht "voor dienst in de verdediging van de beginselen van het
Handvest van de Verenigde Naties
", ook in bas-relief. De medaille wordt op de linkerborst gedragen en is aan het lint bevestigd door middel van een bronzen gesp en een mechanisme dat zowel draait om een knop als scharniert dankzij de bevestiging aan het lint.
Op de gesp is het woord "Korea" in bas-relief aangebracht. De aanduiding van het operatiegebied kan op de medailles, afhankelijk van de nationaliteit van de decorandus, worden weergegeven in het Engels, Frans, Spaans, Deens, Grieks, Italiaans, Nederlands, Zweeds, Sanskriet of Turks.
Alle medailles zijn van
brons
, er zijn geen zilveren of gouden medailles geslagen. Het lint kreeg de kleur van de
vlag van de Verenigde Naties
, hemelsblauw, met dunne witte verticale strepen. Wit is de voornaamste kleur van de
vlag van Zuid-Korea
.
Alle militairen in Korea en op de vloot in de Koreaanse wateren kwamen voor deze eerste
Medaille voor Vredesmissies van de Verenigde Naties
in aanmerking.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
On This Day 29 August 1950
from
The BBC
.
Gearchiveerd
op 7 maart 2023.
- ↑
The Korean War
at
Veterans Affairs Canada
- ↑
Korean War Educator: Brief Account of the Korean War
.
Gearchiveerd
op 6 mei 2023.
- ↑
III. THE NETHERLANDS DETACHMENT UNITED NATIONS (NDVN)
, korean-war.com
- ↑
Het aantal doden, vermisten en gewonden varieert van bron tot bron. Zie
deze website
voor een spreiding van de getallen.
Gearchiveerd
op 31 juli 2022.
- ↑
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
(
ko
)
Casualties of Korean War
, Koreaans ministerie van Defensie. Gearchiveerde versie van 20 januari 2013.
- ↑
a
b
Korea-oorlog
(pdf), Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Gearchiveerd
op 29 juli 2017.
- ↑
a
b
Michael Hickey,
The Korean War: An Overview
. BBC, 21 maart 2007. Bezocht op 17 mei 2014.
- ↑
Xiaobing Li,
A History of the Modern Chinese Army
. Lexington: University Press of Kentucky, 2007, pagina 111.
- ↑
Ceasefire at Panmunjom, 27 July 1953: Casualties
, Australian Department of Veterans' Affairs. Bezocht op 17 mei 2014.
- ↑
US cuts Korean war deaths
, BBC News, 5 juni 2000.
Gearchiveerd
op 2 juni 2023.
- ↑
NOS
,
Noord-Korea zegt verdrag op
(08-03-2012).
Gearchiveerd
op
21 januari 2014
. Geraadpleegd op
12 maart 2013
.
- ↑
(
en
)
The Telegraph
,
Kim Jong-un and Moon Jae-in commit to Korean 'peace regime' to end nuclear conflict at historic summit
(27-04-2018).
Gearchiveerd
op
24 augustus 2018
. Geraadpleegd op
5 mei 2018
.
- ↑
Korea-oorlog
(pdf),
Nederlands Instituut voor Militaire Historie
, 8 juli 2010.
Gearchiveerd
op 29 juli 2017.
- ↑
Klep, Christ en Gils, Richard van (2005)
Van Korea tot Kabul. De Nederlandse militaire deelname aan vredesoperaties sinds 1945
Den Haag, SDU Uitgevers
|