Rijkgedecoreerd omslag van Arabische koran
De
Koran
of
Qoer'?n
(
Arabisch
: ??????,
al-qoer'?n
) is het enige van de door
moslims
erkende
islamitische heilige boeken
dat zuiver zou zijn overgeleverd. Volgens de
islamitische
traditie
zijn de woorden in de
Arabische
taal door
God
via de
engel
Djibriel
aan de profeet
Mohammed
geopenbaard
. De Koran wordt beschouwd als het eerste
prozawerk
uit de
Arabische literatuur
en heeft een grote invloed gehad op de literaire ontwikkeling van het Arabisch.
Het Arabische woord ???? (
qoer'?n
) betekent oplezing, recitatie,
voordracht
.
Koran
wordt gebruikt voor de Nederlandse vertaling. Een
vertaling
wordt door moslims doorgaans niet als
authentiek
gezien, omdat vertalen automatisch interpreteren zou betekenen. Iedere vertaling is dus 'slechts' een
interpretatie
. Vertalingen vertonen, door de opbouw van de Arabische taal, op essentiele punten grote verschillen en worden dan ook niet als gezaghebbend erkend.
Exegese
op de Arabische Koran is wel mogelijk en wordt
tafsir
genoemd. De
bekendste islamitische geleerden
(oelama) spreken daarom over een 'exegetische vertaling'.
De Koran is de eerste bron van de islam, maar de Overleveringen (
Hadith
) zijn de tweede bron.
[1]
De Koran geeft geen specifieke antwoorden op elke vraag of elk probleem. Mohammed en zijn
metgezellen
worden gezien als de levende uitleggers in praktijk, vastgelegd in de Overleveringen. De Koran en de (minder absolute) Hadith
samen
vormen de basis van de islam.
[2]
Voor moslims is de autoriteit van de Koran absoluut. Het wordt gezien als het
Woord van God
. De Koran wordt echter wel geinterpreteerd. Dit
kan
een dynamische interpretatie zijn die met de omstandigheden verandert.
[3]
Geopende Arabische koran
De Koran is niet
chronologisch
ingedeeld. Uit
overleveringen
leren we dat toen
kalief
Oethman ibn Affan
rond
650
de teksten verzamelde, men de hoofdstukken (
soera
's), beginnend met de korte
soera De Opening
, verder min of meer aflopend volgens lengte heeft gerangschikt. De kortste soera omvat drie en de langste 286
ayat
(verzen). In totaal bevat de Koran 114 soera's, bestaande uit 6.236
[4]
ayat (afhankelijk van de indeling), die met uitzondering van
soera Het Berouw
allemaal beginnen met de aanhef
Bismillah ar-Rahmaan ar-Rahiem
(In de naam van God, de
genadevolle
, de
Barmhartige
). Het aantal woorden is 77.439. Buiten eigennamen en geografische termen komen er zo'n 1875 verschillende woorden in de Koran voor.
[5]
Opengeslagen Arabische koran
In sommige uitgaven van de Koran worden de soera's in een afwijkende volgorde geplaatst. Dit was bijvoorbeeld het geval bij eerdere edities van de Koran in de Britse serie
Penguin Classics
. Wel is er een vaste nummering van 1 tot en met 114, die al of niet in combinatie met de naam gebruikt wordt in verwijzingen. Bij verwijzing naar een aya (vers) komt eerst de naam van de soera en het nummer van de soera met een dubbele punt en het versnummer erachter, bijvoorbeeld "soera Ahzab 33:59".
De eerste
soera
met zeven ayat (
Al Fatiha
, de Opening) wordt de kern van de Koran genoemd. Alle soera's hebben een naam, die vaak ontleend is aan een woord in het begin van de soera, zoals 'De Opening',
'De Koe'
en
'Het geslacht van Imraan'
. Het hoeft niet zo te zijn dat de naam de inhoud van de soera dekt.
De
soera
's kunnen verder onderscheiden worden qua periode: de
Mekkaanse soera's
, die uit de eerste periode stammen toen
Mohammed
nog in
Mekka
woonde en slechts geestelijk leider was voor een beperkte aanhang, voordat hij naar
Medina
migreerde, en de tweede periode met de
Medinaanse soera's
, na de
Hidjra
in Medina, waar Mohammed ook
politiek
leider werd. De soera's uit de tweede periode hebben een duidelijk meer wettisch karakter en er werd een oorlogsdoctrine van een tegenaanval toegevoegd. Ook de soera's geopenbaard na de terugkeer in Mekka in 630 vallen onder de Medinaanse soera's.
Eerste pagina van een Arabische koran
Mohammed leefde van ca.
571
tot
632
; vanaf
609
of
610
zou hij zijn
openbaringen
hebben gekregen. De inhoud van de Koran is volgens moslims in 23 jaar geopenbaard. Halverwege die periode, rond het jaar
622
, vertrok Mohammed met zijn volgelingen van
Mekka
naar
Yathrib
, de
hidjra
. Later werd Yathrib
Medina
genoemd. De emigratie van Mekka naar Medina is tevens het begin van de
islamitische jaartelling
.
De Koran is geschreven in naam van God, vaak in de directe rede, waarbij God in de
eerste persoon meervoud
spreekt, en soms in de indirecte rede, waarbij God met de derde persoon enkelvoud wordt aangeduid. De Koran bevat
vermaningen
en instructies voor
moslims
en vertellingen over voorgaande
profeten
en volken en hun lotgevallen. (Zie de
Lijst van soera's
). De Koran is een oproep tot onderwerping of overgave, 'islam', aan
de ene God
. De Koran benadrukt de mening dat de God van de islam dezelfde is als de God van
Joden
en
christenen
. Het woord
Allah
is geen eigennaam, maar de Arabische aanduiding voor
de God
.
[6]
De toon van de openbaringen uit Medina verschilt van die uit Mekka. De
Mekkaanse soera's
zijn kort en gaan vooral over de grootheid van God en zijn schepping, het oordeel op
de Laatste Dag
en het resultaat daarvan: het
paradijs
of de
hel
. De oproep tot
bekering
is al aanwezig maar nog tamelijk vrijblijvend. De
Medinaanse soera's
, na de
Hidjra
, zijn langer, leggen meer de nadruk op
regelgeving
en sociale ordening en bevatten oproepen om geweld te gebruiken ter verdediging tegenover de 'ongelovigen' (
kafirs
), meer specifiek de bewoners van Mekka en andere stammen die de jonge
moslimgemeenschap
(oemma) in haar
eerste jaren van bestaan
bedreigden. In
Soera Het Berouw
, vers 1 t/m 13, wordt namelijk gesproken over de afgodendienaren die telkens hun vredesverdragen verbraken en de moslims aanvielen. Hiermee was de enige oplossing om deze afgodendienaren terug aan te vallen ter verdediging. Overigens dienden de moslims te stoppen met aanvallen en veiligheid te bieden aan de ongelovigen die stopten met vechten en veilig teruggebracht wilden worden.
Soms brengen de teksten verhalen uit de
Bijbel
in herinnering, zoals
soera Jozef
(Yoesoef), die een deel van het boek
Genesis
hervertelt en, volgens sommige commentatoren verwijst
Zol-Qarnain
(de twee-hoornige) in
soera De Spelonk
86 naar
Alexander de Grote
. Echter is dit in tegenspraak met de realiteit, omdat Zol-Qarnain gezien wordt door de Koran als een rechtvaardige en monotheistische volgeling, terwijl
Alexander de Grote
geen monotheist was.
Maar zoals de
christelijke leer
op sommige punten van de
joodse leer
over God afwijkt, wijkt de islamitische leer af van de joodse en christelijke leer. Zo maakt de Koran op een aantal plaatsen melding van de profeet
Isa
'de zoon van
Maryam
', maar ontkent stellig dat deze de
zoon van God
is. Wel worden de maagdelijke geboorte en het leven zonder zonde van Isa verteld. De joodse
Messiasverwachting
, zoals volgens de christenen vervuld door Jezus, komt in de Koran negen keer
[7]
voor, zoals in
soera Het Geslacht van Imraan
45.
Andalusische
koran
De Koran brengt vier religieuze leerstukken telkenmale voor het voetlicht
[8]
:
- monotheisme
(
tawhid
), verwijzend naar de eenheid van God, het tegenovergestelde van het
polytheisme
(
shirk
) waarbij anderen geassocieerd worden met God (onder andere
soera De Koe
22, 255,
soera Het Geslacht van Imraan
2,
soera De Onderscheiding
2,
soera De Opdrijving
23);
- profeetschap
(
al-nubuwwa
), bevestiging van het profeetschap van Mohammed en dat de Koran het
Woord van God
is (onder andere soera De Onderscheiding 1, soera Het Geslacht van Imraan 31-32,
soera De Bijen
64,
soera De Vertelling
85-87,
soera Ya Sin
2-3);
- eschatologie
(
al-ma'ad
), verwijzend naar de
wederopstanding
en de
Dag des oordeels
(
Qiyamah
) (onder andere
soera De Kantelen
187,
soera Ta Ha
124,
soera Ya Sin
51,
soera De Consultatie
9,
soera Qaaf
42-43);
- beloning
en
bestraffing
(
al-thawab wal-'iqab
), gewoonlijk weergegeven door een tegenstelling, waar de gelovigen beloond worden met de tuin (
al-djenna
), maar de ongelovigen worden bestraft met het vuur (
al-nar
) in het Hiernamaals (onder andere soera De Koe 81-82,
soera De Byzantijnen
15-16,
soera De Onoverkomelijke Gebeurtenis
88-94,
soera Het Bedrog
9-10).
Pagina uit de koran (11e eeuw)
Het schip van
Noah
, Zubdetu't-Tevarih.
De Koran kent een aantal terugkerende thema's
[8]
:
- de
gelovigen
(
soera De Koe
227,
soera Het Uitsluitende Bewijs
7);
- de
mensen van het Boek
(soera De Koe 105,
soera Het Geslacht van Imraan
64);
- de
polytheisten
(soera De Koe 105, soera Het Geslacht van Imraan 151);
- de huichelaars (
soera De Buit
49,
soera Het Berouw
67);
- de
profeten
(
soera De Vrouwen
163,
Soera De Donder
27,
soera Ta Ha
13);
- parabels
over verschillende profeten (soera De Koe 40-93);
- parabels over verschillende
volkeren
(
soera Ya Sin
31,
soera Vergever
82-83);
- islamitische wetgeving
(soera De Koe 226-237, soera De Vrouwen 19-25);
- rechtvaardigheid
(
soera De Tafel
42,
soera De Kantelen
29,
soera De Binnenvertrekken
9);
- het
gevecht voor de zaak van God
(soera De Koe 190, soera Het Berouw 38);
- liefdadigheid
(soera De Koe 254,
soera Het Bedrog
16);
- zorg voor
wezen
en behoeftigen (soera Het Berouw 60,
soera De Bedevaart
28);
- geduld (soera Het Geslacht van Imraan 200,
soera De Namiddag
3);
- gerechtigheid (
soera Het Vee
153, soera De Kantelen 26)
- vermaning
en
moraal
(soera De Vrouwen 112, soera Het Vee 151-152);
- respect voor de
ouders
(
soera De Koe
83,
soera Luqman
14);
- participatie in het goede, verbod op het verkeerde (soera Het geslacht van Imraan 114, soera Het Berouw 112);
- Almacht
van God (
soera De Gelovigen
12-22, soera Ya Sin 36-42).
De
eerste soera
in een oud manuscript
Traditionele
moslimgeleerden
uit de islamitische wereld zijn het in grote lijnen eens over de ontstaans- en
verspreidingsgeschiedenis
van de Koran. Islamologen in de westerse wereld zetten echter een aantal
kritische kanttekeningen
bij die visie en enkele kritische geleerden vechten de door traditionele moslimgeleerden toegewezen
authenticiteit
van de Koran aan.
Johannes van Damascus
, een van de persoonlijke adviseurs van de Syrische
kalief
, kende aan het begin van de 8e eeuw ten minste enkele van de tegenwoordig bekende soera's, wat blijkt uit zijn boek "Bron van Kennis", geschreven omstreeks
742
/
743
. Hierin noemt hij de soera's
De Koe
(2),
De Vrouw
(4) en
De Tafel
(5). Ook gaat hij in op een verhaal met de titel "De Kameel van God", dat onder andere in
soera De Zon
aan bod komt.
Volgens de islamitische
overlevering
werd de Korantekst in de periode 610-632 in delen, beginnend met de
Laylat al-Qadr
, door de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard. De openbaringen werden vervolgens door zijn volgelingen door middel van
recitatie
uit het hoofd geleerd en fragmentarisch opgeschreven op stukken
perkament
,
hout
en
bot
. Er wordt aangenomen dat Mohammed
analfabeet
was en dus zelf lezen noch schrijven kon.
Over de
chronologische
volgorde van openbaring zijn moslimgeleerden het globaal eens, maar van een aantal tekstgedeelten is onduidelijk wanneer zij precies zijn geopenbaard. Zo bestaat verschil van mening over welke passage als eerste werd geopenbaard. Een meerderheid van moslimgeleerden gaat ervan uit dat dat de eerste vijf verzen van
soera De Bloedklomp
waren, die in de maand
ramadan
van het jaar 610 werden geopenbaard toen Mohammed zich in een
grot
had teruggetrokken. Anderen denken dat het de eerste twee verzen van
soera De Ommantelde
waren, of de hele soera De Opening. De meeste islamologen onderschrijven de chronologie die door moslimgeleerden aan de diverse passages wordt toegekend.
Bij de dood van Mohammed in 632 bestond er geen complete, schriftelijke Korantekst. De mondelinge overlevering was in de eerste jaren na Mohammeds dood nog uiterst belangrijk. Toen na de Slag bij Al-Yamamah (632) echter een groot aantal moslims, waaronder een groot aantal
Hafiz
gesneuveld was, drong
Omar ibn al-Chattab
er bij
kalief
Aboe Bakr
op aan de losse tekstfragmenten systematisch te laten verzamelen. De laatstgenoemde wees
Zaid bin Thabit
, een van Mohammeds schrijvers, aan om dat te doen. Zaid stond bekend als degene die het meeste van de Koran uit zijn hoofd kende en hij had ook de meeste tekstfragmenten genoteerd.
Hij zag ertegen op en zei dat het niet moeilijker was geweest als Aboe Bakr hem had bevolen een berg te verplaatsen. Hij verzamelde Koranverzen van perkamenten, schouderbladen, bladstelen van
dadelpalmen
en van mensen die de Koran uit het hoofd kenden. Er was een vers dat hij slechts bij een persoon vond, namelijk Soera 9:128.
[9]
Zaid baseerde zijn werk in de eerste plaats op de beschikbare geschreven tekstfragmenten, die hij liet controleren door degenen die (delen van) de Koran uit hun hoofd kenden (
qurra’
, enk.
qari’
). Vooral voor de juiste volgorde was hij van de
qurra’
afhankelijk. Hij veranderde de tekst op geen enkele wijze en voegde er geen verklaringen of redactionele commentaren aan toe.
De traditionele visie is dat de openbaringen van de Koran onder voorzitterschap van Zaid werden opgeschreven door
Omar ibn al-Chattab
,
Oethman ibn Affan
,
Ali ibn Aboe Talib
,
Talha ibn Oebeydullah
,
Sa`d ibn Abi Waqqas
,
Aboe Derda
,
Mikdad
,
Oebay ibn Kab
,
Aboe Moesa el-Eshari
en
Abdullah ibn Masud
.
Deze eerste volledige schriftelijke koran (
moeshaf
? verzameling bladen) ging na de dood van Aboe Bakr naar
Omar ibn al-Chattab
en na diens dood naar zijn dochter
Hafsa
, die een van Mohammeds weduwen was. Toch bleef mondelinge overlevering nog lange tijd de belangrijkste manier om de Koran door te geven.
Onder de derde kalief,
Oethman ibn Affan
(644-656), begon het proces van officiele
codificatie
van de verzamelde teksten. De reden hiervoor was dat in de verschillende centra van het uitdijende
islamitische rijk
onenigheid over de correcte manier van
reciteren
ontstond. Een commissie van vier onder leiding van
Zaid bin Thabit
stelde in
651
de eerste officiele
codex
vast. Door het ontbreken van
diakritische tekens
en
klinkertekens
liet deze tekst de mogelijkheid van zeven door de
moslimgemeenschap
erkende leeswijzen (
dialecten
) open, zij het dat, waar onenigheid bestond, gekozen werd voor het dialect van
Qoeraisj
, de stam van Mohammed. Dit betrof vooral de uitspraak en zorgde slechts in beperkte mate voor verschillen in betekenis. Er werden vier, vijf of zes kopieen gemaakt. Oethman hield een kopie in
Medina
. Daarnaast stuurde hij kopieen naar
Mekka
,
Damascus
,
Basra
en
Koefa
en beval dat alle andere exemplaren werden vernietigd.
[10]
[11]
Twee van deze eerste korans zouden nog bewaard zijn in
Tasjkent
(naar verluidt het persoonlijke exemplaar van Oethman) en in het Topkapi-museum in
Istanboel
.
Efim A. Rezvan
dateert de koran van Tasjkent vanwege het gebruikte schrift (
Koefisch schrift
) rond het jaar 800.
[12]
Er zijn verscheidene ahadith die suggereren dat niet alles wat aan Mohammed is geopenbaard in de Koran van Oethman is opgenomen.
[13]
[14]
[15]
Ook na deze Oethmaanse tekst bleef de mondelinge overlevering, vooral voor de juiste uitspraak, belangrijk. Rond 700 werden er diakritische puntjes aan toegevoegd om de medeklinkers van elkaar te onderscheiden en nog later werden er ook nog klinkertekens toegevoegd.
De huidige gedrukte Koranteksten zijn vrijwel alle gebaseerd op een in
1924
in
Cairo
gedrukte standaarduitgave.
De Koran onder U.V-licht, De Sana'a-manuscripten. Met behulp van U.V en rontgenfoto's kunnen subteksten en wijzigingen in teksten die met het blote oog onzichtbaar zijn, worden onthuld.
Een van de oudste Koranfragmenten, in 1972 ontdekt in
Sana'a
Er bestaan geheel verschillende visies op hoe de Koran precies tot stand gekomen is. Zo hield de Koranvertaler
Richard Bell
zich bezig met het rangschikken van de verschillende soera's onder de aanname dat Mohammed zelf zich met de verzameling en redactie bezig had gehouden.
[16]
Naast het idee dat Mohammed zijn materiaal ontving door Goddelijke inspiratie, is wel geopperd dat Mohammeds openbaringen voortkwamen uit epileptische aanvallen.
[17]
Ten slotte zijn er onderzoekers die op grond van archeologische vondsten en taalkundig onderzoek menen dat de Koran is ontstaan uit een verzameling geschriften uit de tijd voor Mohammed, de meeste kritische onderzoekers noemen joodse (
Thora
) en christelijke (
Evangelie
) verhalen en een verzameling volksverhalen gesteld in een aan het Arabisch verwante taal, te weten het
Aramees
.
[18]
Pogingen van westerse
orientalisten
om de ontstaansgeschiedenis van de Koran te achterhalen en teksten met elkaar te vergelijken worden doorgaans bemoeilijkt door de traditionele islamitische opvatting dat de Koran vanaf het begin ongewijzigd is overgeleverd. In 1979 wist Qadhi Isma'il al-Akwa', directeur van de Jemenitische Antiquiteitenautoriteit, een Duits instituut te interesseren om een vondst uit 1972 van oude Koranresten in
Sana'a
te onderzoeken, en vanaf 1981 werd ook de Duitse geleerde
Gerd Rudiger Puin
daarbij betrokken. De oude Koranfragmenten bleken geschreven in Hidjazi, een zeldzame en, voor zover bekend, oudste vorm van Arabisch schrift. Puin vond allerlei verschillen met de moderne Koran, wat hem in Jemen niet in dank werd afgenomen.
[19]
In 1987 schreef Parvez Manzoor boos in de
Muslim World Book Review
dat de onderzoekers erop uit waren het geloof van moslims in de Koran te ondermijnen.
[20]
In de nieuwe Koran staat tot in details aangegeven hoe de tekst moet worden uitgesproken. De precisie beperkt zich niet tot de klinkers en medeklinkers. Priegeltekentjes geven ook informatie over de voordracht van de tekst. Deze tekens stonden niet in de door Puin gereconstrueerde koran.
[19]
Jonas en de vis
miniatuur
.
Het staat vast dat de Koran een groot aantal traditionele gegevens en thema's bevat die direct terug te voeren zijn op joodse en christelijke tradities, waaronder
Apocriefen van het Nieuwe Testament
en de
Talmoed
.
Soera Jonas
94 verwijst expliciet naar de verhalen uit de eerdere
Openbaringsgeschriften
.
Soera De Waardevolle Nacht
wordt door een enkele vertaler in verband gebracht met de Kerstnacht.
[21]
Verhalen over Bijbelse figuren als Jozef of
Abraham
zijn in de Koran terug te vinden in een vorm die sterk doet denken aan de joodse
midrasj
, een genre waarin de Bijbelse legenden ? die doorgaans veel aan de verbeelding overlaten ? worden uitgebreid.
De Koran is geen
wetboek
. Voor de uitleg van de Koran hebben de voornaamste
stromingen in de islam
(
soennieten
en
sjiieten
) een traditie van geleerden, genaamd de
oelama
, in het leven geroepen. Er bestaat een verzameling boeken, die samen de
ahadith
('overleveringen') vormen. Daarin staan onder meer commentaren op de Koran die worden toegeschreven aan Mohammed, hoewel anderen van mening zijn dat deze afkomstig zijn van andere moslimtheologen. Bepaalde geschriften hebben meer waarde binnen de hadith dan andere, afhankelijk van de richting binnen de islam.
[22]
Binnen islam is niet iedereen overtuigd van het nut en de autoriteit van
hadith
teksten en
oelama
-geleerden. Zo zijn er ook
Koranisten
, die de autoriteit van deze tradities afwijzen.
De Koran is voor belijdende moslims het
heilige
boek, maar hierbij geldt echter de restrictie dat het boek die waarde alleen heeft in het
Arabisch
. Veel moslims vinden dat een vertaling een interpretatie is in een andere taal, en dus niet mag suggereren dat die ook daadwerkelijk de
Qoer'an
is. Moslims met een andere moedertaal dan het Arabisch zien zich dan ook voor de taak gesteld het boek in een voor hen vreemde taal te lezen.
De Koran spreekt met respect over de
Thora
(
Tawrat
), de
Psalmen
(
Zaboer
) en het
Bijbelse
Evangelie
(
Indjil
). De
islam
erkent de Tawrat, als
een heilig geschrift
. Volgens de islamitische leer zou de Tawrat in de loop der eeuwen door mensenhanden veranderd zijn en zou niet meer duidelijk zijn wat oorspronkelijk Gods woord zou zijn geweest. Door
moslims
wordt alleen de Koran als het zuivere woord van God gezien. De Tawrat werd volgens de Koran geopenbaard aan
Musa
(Mozes), de Zaboer aan
Dawud
(David) en de Indjil aan
Isa
(Jezus). In de Koran worden de Thora en de Psalmen wel genoemd, maar de rest van de
Tenach
, de Profeten en de Geschriften, wordt niet genoemd. Iets dergelijks geldt voor de boeken van het
Nieuwe Testament
: de Koran vermeldt wel het Evangelie als openbaring aan Isa, maar niet de Brieven. Niet duidelijk is welk gedeelte oorspronkelijk door God geopenbaard is en welk gedeelte later is vervalst of toegevoegd, zoals eveneens blijkt uit de problematiek omtrent de
Apocriefe boeken van de Bijbel
. Verder is er nog sprake van verloren gegane Rollen, geopenbaard aan
Ibrahim
(
Suhuf-i-Ibrahim
).
In de hele
islamitische wereld
heeft de Koran grote betekenis. Reeds ten tijde van
kalief Omar
(634-644) begon men
Koranscholen
(
madrasa's
) op te richten. In deze scholen werd kinderen geleerd de Koran uit het hoofd te leren ofwel te reciteren. Los van de vraag of men de inhoud van de teksten begrijpt wordt betekenis toegekend aan het reciteren van de Koran in het Arabisch. Voor moslims is het
reciteren
een belangrijk onderdeel van de godsdienst: aan de woorden van de Koran worden helende en beschermende eigenschappen toegekend. Koranrecitatie in het Arabisch maakt deel uit van de verplichte gebeden. Veel moslims zijn bedreven in
tadjwied
, dat is de Koran op een aangename, bijna melodieuze manier reciteren.
De Koran wordt door moslims met
respect
behandeld: zo wordt hij bij voorkeur in een schone kamer op een zo hoog mogelijke plaats en boven andere boeken bewaard. Hij wordt doorgaans niet op een tafel gelegd, omdat het gevaar bestaat dat er iets boven op gelegd wordt, en wordt hij niet op de grond gelegd, omdat deze als onrein wordt beschouwd. Voor het lezen of aanraken van de Koran wordt de
rituele wassing
verricht. Sommige orthodoxe moslims hebben er moeite mee als een
niet-moslim
de Koran leest of aanraakt.
Fragment van een 8e- of 9e-eeuwse Koran, geschreven onder het Kalifaat van de
Abbasiden
Zie ook:
Afschaffingsleer
Op de Koran zou in sommige gevallen
abrogatie
(
naskh
/verbetering/vervanging) worden toegepast, de regel dat in geval van schijnbare conflicten tussen verschillende teksten de jongste prevaleert en dus de oudere tenietdoet. De moeilijkheid daarbij is dat sommige
soera
's niet gemakkelijk
gedateerd kunnen worden
, zodat niet met zekerheid kan worden bepaald welk van de conflicterende verzen van toepassing is. Koranwetenschappers hebben in dergelijke gevallen op basis van logisch redeneren en onderling overleg beslissingen genomen. Een van de duidelijkste zaken is de geleidelijke invoering van een verbod op
wijn
.
Koranisten
geloven dat abrogatie van Koranverzen in geen geval mogelijk is. Zij geloven dat verzen in de Koran altijd als aanvulling op elkaar gezien moeten worden (in plaats van als vervanging), dat
hadith
teksten in geen geval de Koran kunnen vervangen of tegenspreken en dat de zogenaamde
duivelsverzen
een ongefundeerd verhaal zijn.
De Koran bevat een aantal passages die bij moslims zeer gevoelig liggen. Zo bestaan er verschillende meningen over Gods hand of handen en de manier waarop dit geinterpreteerd moet worden.
[23]
Van drie namen uit de Koran wordt door sommigen gezegd dat het profeten zijn, anderen zeggen dat het heiligen zijn.
[24]
Binnen de islamitische gemeenschap kan en wordt uitgebreid gediscussieerd over de ware betekenis van passages uit de Koran.
[25]
De aanpak van westerse onderzoekers is volkomen anders.
[26]
De Koran bevat volgens niet-moslims een aantal teksten die moslims in niet-islamitische landen in problemen zouden brengen als ze die geinterpreteerde teksten in praktijk zouden brengen.
[5]
Exegese door middel van zelfstandige oordeelsvorming (
tafsir bi-'l-ra'y
) wordt echter als onacceptabel beschouwd, op basis van een aantal argumenten. Zo wordt soera De Bijen 44 aangehaald waarin God de bevoegdheid om zaken uit te leggen bij Mohammed legt 'zodat zij mogen nadenken'. Uit een Overlevering blijkt dat diegene die op basis van zijn menselijke opinie iets zegt over de Koran een plaats in de hel zal innemen. Indien men aan een aantal (zeer strenge) eisen voldoet is een zelfstandige oordeelsvorming mogelijk.
[27]
In
soera De Vrouwen
34 wordt de verhouding tussen mannen en vrouwen vastgelegd: mannen zijn "voogden" over de vrouwen en mogen hen "tuchtigen" als zij "ongehoorzaamheid" vrezen.
[28]
De Koran roept mannen wel op hun fysiek overwicht niet te benutten. Dit overwicht wordt als een feitelijkheid beschouwd die in goede banen moet worden geleid. Het mag alleen in extreme situaties aangewend worden, zoals bij de mogelijkheid van
overspel
.
[29]
Ook qua rechtspositie zitten er verschillen tussen de vrouwen en mannen. Zo is het vrouwen niet toegestaan een niet-moslim te huwen (een moslimman mag wel een joodse of christelijke vrouw trouwen), de klassieke geleerden zeggen namelijk dat een man (over het algemeen) fysiek en mentaal sterker is en sterker in zijn schoenen staat dan een vrouw. Een niet-moslim man kan bijvoorbeeld zijn moslimvrouw dwingen haar geloof te verlaten, omdat vrouwen meestal gevoeliger zijn dan mannen.
Bij erfenissen ontvangen vrouwen minder dan mannen, omdat de man de kostwinnaar is. Een man is verplicht zijn gezin te onderhouden, voor bijvoorbeeld kledij, onderdak en voedsel. Een man heeft in die zin meer recht op geld, zodat hij zijn (toekomstige) vrouw en kinderen kan onderhouden.
Tijdens een zakelijke transactie is het getuigenis van een vrouw de helft waard van dat van een man: in
Soera De Koe
(v. 282) wordt gesteld dat twee vrouwen in de plaats van een man zullen getuigen voor het geval "een der twee vrouwen zich zou vergissen". Dit zou kunnen komen omdat er toen voornamelijk alleen door mannen zakelijke transacties werden gedaan. Het was niet gebruikelijk dat vrouwen zelf zakelijke transacties deden. Echter, volgens een authentieke hadith is de reden hiervoor het "tekortschieten van de geest van een vrouw".
[30]
Verder is het mannen in principe toegestaan tot vier vrouwen te hebben, terwijl iets dergelijks aan vrouwen niet toegestaan is. De historische context laat zien dat vele moslimmannen tijdens veldslagen om het leven kwamen, waardoor vele vrouwen (met kinderen) alleen achterbleven. Zoals eerder aangegeven was het niet gebruikelijk dat vrouwen werkten, zij konden geen inkomen genereren. Gezien de enige relatie tussen man en vrouw het huwelijk is, was het in die tijd toegestaan voor mannen om meerdere vrouwen te huwen. De Koran geeft wel duidelijk aan dat als een moslimman vreest dat hij de vrouwen niet financieel kan onderhouden en gelijk kan behandelen (gelijke liefde, aandacht etc. bieden), dat hij het bij een vrouw moet houden.
De man is verplicht de
Bruidsschat
aan zijn vrouw te geven, terwijl dit andersom niet het geval is.
Volgens verschillende interpretaties is de
hoofddoek
een verplichting voor de vrouwen, zoals vermeld in
soera De Partijscharen
59
[31]
:
- O profeet! Zeg aan uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken over haar (hoofd) laten hangen. Dit is beter, opdat zij mogen worden onderscheiden en niet lastig worden gevallen. En God is Vergevensgezind, Genadevol.
Ook
soera Het Licht
31 en verschillende ahadith maken gewag van de verplichting tot het dragen van hoofddoeken en sluiers voor gelovige vrouwen.
[32]
De enige vrouwennaam in de Koran is
Maria
(Maryam). Zij wordt als zeer hoog aangeschreven, vanwege haar toewijding aan God. Haar naam wordt dertig keer genoemd.
[33]
De andere vrouwen worden doorgaans als "de vrouw van ..." aangeduid.
Ook voor de mannen zijn er voorschriften om bepaalde kleuren niet te dragen, broekspijpen boven de enkels te houden, geen kapsels te hebben waarbij een deel meer geschoren is dan het andere deel op het hoofd. Daarnaast is een baard verplicht voor de mannen.
Bezoek van
koning Salomo
door
koningin Belkis
, Edward Poynter, 1890. Salomo komt de Koran binnen als een profeet die over mensen,
djinn
en natuur regeert.
De Koran waarschuwt ongelovigen vele malen, doorgaans in zeer sterke bewoordingen. Ook afvalligen, afgodendienaars en onrechtdoeners worden herhaaldelijk vermaand.
- Zeg: "Zal ik u vertellen over degenen wier straf bij God erger is dan dit? Dezen zijn het, die God heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte toestand en ver van het rechte pad afgedwaald."
(soera De Tafel 60)
Het vers boven spreekt over een specifieke groep joden die de Sabbath verbrak, het gaat dus niet om alle joden. Overigens worden de joden in het
Oude Testament
veel bruter aangesproken wanneer zij zondigden, volgens rabbijn Tovia.
[34]
Soera De Ongelovigen
rekent de Mekkaanse heidenen tot de "ongelovigen."
[35]
Deze soera eindigt met een aya die vaak wordt aangehaald met de godsdienstvrijheid:
- Derhalve voor u uw godsdienst en voor mij mijn godsdienst.
(soera De Ongelovigen 6)
Joden en christenen worden de "
mensen van het Boek
" genoemd. Zij worden zowel als medegelovigen gezien alsmede als tegenstander.
- Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de Christenen en de Sabianen - wie onder hen ook in God en de laatste Dag geloven en goede daden verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer ontvangen en er zal geen vrees over hen komen, noch zullen zij treuren.
(soera De Koe 62)
- En twist met de mensen van het Boek slechts op de goede wijze; doch zeg tegen de onrechtvaardigen: "Wij geloven in hetgeen ons is geopenbaard en hetgeen u is geopenbaard; en onze God en uw God is Een; en aan Hem onderwerpen wij ons."
(
soera De Spin
46)
- Zeg: "O, mensen van het Boek, gij haat ons slechts, omdat wij in God geloven en in hetgeen ons is neergezonden en in hetgeen voordien was neergezonden of doordat de meesten van u ongehoorzaam zijn."
(soera De Tafel 59)
Volgens bepaalde
tafsir
zou in de openingssoera De Opening de zevende aya betrekking hebben op de joden op wie de toorn van God is gedaald en de christenen die dwalen.
[36]
- Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is neergedaald, noch dat der dwalenden.
Een pagina uit de eerste gedrukte koran, 1537/38
De
Venetiaanse
drukkers Paganino Paganini en Alessandro Paganini waren de eersten die in 1537/38 de Arabische tekst van de Koran in druk uitgaven. Deze uitgave, die voor export naar het
Ottomaanse Rijk
was bestemd, bevatte veel drukfouten en is nu nog slechts in een enkel exemplaar bewaard gebleven.
[37]
In 1694 vervaardigde
Abraham Hinckelmann
een betere editie van de Arabische tekst, gebaseerd op een ruime verzameling manuscripten. Ludovico Marracci voegde daar vier jaar later een nauwgezette
Latijnse
vertaling aan toe, met de nodige commentaren en een theologische weerlegging. De Latijnse vertaling verscheen
later
als aparte uitgave in
Leipzig
.
De oudste bewaard gebleven vertaling stamt uit
1143
(
Toledo
) en was van de hand van de Britse geleerde
Robert van Ketton
, daarbij geassisteerd door iemand die het Arabisch als moedertaal had.
Nicolaas van Cusa
was in 1460 de eerste die een commentaar schreef op de Koran in het
Latijn
; aanleiding was de
Verovering van Constantinopel
door
Mehmet II
in
1453
.
De Latijnse vertaling van Robert van Ketton werd in 1543 door Johannes Oporinus in Basel uitgegeven. De eerste vertalingen van de Koran in het Italiaans (1547), Duits (1616) en in het Nederlands (1641) waren op deze uitgave gebaseerd.
In 1647 verscheen een Franse vertaling, rechtstreeks uit het Arabisch, van de hand van
Andre du Ryer
. Deze vertaling, die tot ver in de 18de eeuw werd herdrukt, werd op haar beurt gebruikt voor de eerste Engelse vertaling (1649) en de tweede Nederlandse vertaling (1657).
[38]
In 1834 drukte Gustav Flugel in Leipzig een editie van de Koran, die bijna een eeuw toonaangevend was in Europa. In 1924 werd door de Al-Azhar Universiteit in Cairo een editie gepubliceerd; die is nu de meest gezaghebbende Arabische gedrukte editie.
(in volgorde van jaar van verschijning)
[39]
- Barent Adriaensz Berentsma, 1641,
De Arabische Alkoran, Door de Zarazijnsche en de Turcksche Prophete Mahometh, In drie onderscheyden deelen begrepen
, Hamburg [= Amsterdam], Barent Adriaensz Berentsma. Gebaseerd op de Duitse vertaling (1616) van Salomon Schweigger.
- Jan Hendriksz Glazemaker
, 1657,
Mahomets Alkoran, Door de Heer Du Ryer uit d’Arabische in de Fransche taal gestelt
, Amsterdam, Jan Rieuwertsz. Gebaseerd op de Franse vertaling (1647) van Andre Du Ryer; herdrukt in 1658, 1696, 1698, 1707, 1721 en 1743.
- Ludovicus Jacobus Antonius Tollens, 1859,
Mahomed’s Koran, gevolgd naar de Fransche vertaling van Kasimirski, de Engelsche van Sale, de Hoogduitsche van Ullmann en de Latijnsche van Maracci
, Batavia, Lange en Co.
- Salomon Keyzer
, 1860,
De Koran, voorafgegaan door het leven van Mahomet, eene inleiding omtrent de godsdienstgebruiken der Mahomedanen, enz.
, Haarlem, J.J. van Brederode. Herdrukt in 1879, 1905, 1916 en 1925.
- Sudewo Partokusomo Kertohadinegoro, 1934,
De Heilige Qoer-an, vervattende den Arabischen tekst met ophelderende aanteekeningen en voorrede
, Batavia, Drukkerij Visser & Co. Gebaseerd op de Engelse vertaling (1917) van
Maulana Muhammad Ali
. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1968, 1981 en 1996.
- Nasirah B. Zimmermann, 1953,
De Heilige Qor'aan, met Nederlandse vertaling
, Rabwah/[Den Haag]: “The Oriental & Religious Publishing Corporation”/Zuid-Hollandse Uitgevers Maatschappij. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1969, 1983 en 1991.
- Johannes Hendrik Kramers
, 1956,
De Koran uit het Arabisch vertaald
, Amsterdam/Brussel, Elzevier. Vele malen herdrukt.
- Fred Leemhuis, 1989,
De Koran: Een weergave van de betekenis van de Arabische tekst
, Houten, Het Wereldvenster. Bevat ook de Arabische tekst; vele malen herdrukt.
- Johannes Hendrik Kramers, bewerkt door Drs. Asad Jaber & Dr.
Johannes J.G. Jansen
, 1992,
De Koran
; Wederom vaak herdrukt.
- Sofjan S. Siregar, 1996,
De Edele Koran, en een vertaling van betekenissen ervan in de Nederlandse taal
, Den Haag, Islamitische Cultureel Centrum Nederland. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 1998, 2000 en 2001.
- Jeroen Rietberg, 2004,
De Heilige Kor?n, Nieuwe Nederlandse Vertaling: Arabische Tekst met Nederlandse Vertaling en Commentaar
, Ohio: Ahmadiyya Anjuman Isha‘at Islam Lahore Inc. U.S.A., 2004. Gebaseerd op de Engelse vertaling (1951) van Muhammad Ali. Bevat ook de Arabische tekst.
- Kader Abdolah
, 2008,
De Koran: Een vertaling
, Breda, De Geus. Herdrukt in 2010.
- Rafiq Ahmed Fris, Mehmet Fatih Ozberk & Mohammed Aarab, 2013,
De Glorieuze Qor??n En De Nederlandse Vertaling Ervan
, Istanbul, Hayrat Ne?riyat. Bevat ook de Arabische tekst.
- Ozcan Hıdır & Fatih Okumu?, 2013,
De Levende Koran: Een Nederlandse vertaalversie met weergave van de Arabische tekst en met commentaar
, Rotterdam, IUR Press/Stichting Lezen & Leven. Bevat ook de Arabische tekst.
- Aboe Ismail [= Jamal Ahajjaj] & Studenten, 2013,
De interpretatie van de betekenissen van de Koran
, Den Haag, Stichting as-Soennah. Bevat ook de Arabische tekst; herdrukt in 2014.
- Stichting OntdekIslam, 2013,
Interpretatie van de betekenis van de Heilige Koran
, Rotterdam/Alexandrie, Stichting OntdekIslam/Conveying Islamic Message Society.
- Ali Soleimani, 2014,
De Koran: Een woordelijke vertaling uit het Arabisch
, Drachten, Het Talenhuis.
- Eduard Verhoef, 2015,
De Koran, heilig boek van de Islam
, Maartensdijk, Uitgeverij Verhoef.
- Kuran.nl
, de Koran vertaald in het Nederlands.
- Attema, Dr. D.S.,
De Koran: Zijn ontstaan en zijn inhoud
, Kampen, 1962
- Ljamai, Drs. A.,
Inleiding tot de studie van de koran, ontstaansgeschiedenis en methodes van koranexegese
, Zoetermeer, 2005
- Derie , Drs. P.,
De Koran, Heilige verzen van de islam
, 2008 (
ISBN 978-90-5330-657-4
)
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Het Belang van de islam
, oorspronkelijke titel:
The need of islam
, vertaald door Sannijja Jansen, Uitgeverij Noer Delft,
ISBN 90-5514-023-6
, blz. 29
- ↑
Wat moslims geloven
, John Bowker, Uitgeverij Elmar bv Rijswijk, 2002,
ISBN 90 389 1247 1
, blz. 20
- ↑
Wat moslims geloven
, John Bowker, Uitgeverij Elmar bv Rijswijk, 2002,
ISBN 90 389 1247 1
, blz. 43
- ↑
Wat is de Koran
.
Gearchiveerd
op 28 mei 2023.
- ↑
a
b
Prof.dr.
Hans Jansen
- Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten, Uitg. van Praag 2008,
ISBN 978-90-490-2403-1
- ↑
Allah
.
Gearchiveerd
op 12 augustus 2023.
- ↑
De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 594
Masih (Messias)
,
ISBN 90 295 2550 9
- ↑
a
b
the Qur'an: an encyclopedia
, Oliver Leaman e.a., Routledge Taylor and Francis Group, 2006, blz. 521,
Qur'an, the
, ISBN 97 80415 77529 8
- ↑
(
en
)
al-Bukhari, Muhammad
,
Sahih al-Bukhari 4679
. Geraadpleegd op
21 maart 2024
.
- ↑
(
en
)
at-Tirmidhi, Muhammad
,
Jami` at-Tirmidhi 3104
. Geraadpleegd op
21 maart 2024
.
- ↑
(
en
)
al-Bukhari, Muhammad
,
Sahih al-Bukhari 4987
. Geraadpleegd op
21 maart 2024
.
- ↑
On The Dating Of An “‘Uthmanic Qur'an” From St. Petersburg, E. A. Rezvan, Manuscripta Orientalia, 2000
- ↑
(
en
)
al-Bukhari, Muhammad
,
Sahih al-Bukhari 6829
. Geraadpleegd op
16 maart 2024
.
- ↑
(
en
)
ibn al-Hajjaj, Muslim
,
Sahih Muslim 1050
. Geraadpleegd op
16 maart 2024
.
- ↑
(
en
)
ibn al-Hajjaj, Muslim
,
Sahih Muslim 1452a
. Geraadpleegd op
16 maart 2024
.
- ↑
Bell's Introduction to the Quran, Chapter 7: The Chronology of the Qur'an
, Revised by Montgomery Watt
- ↑
The Prophet Muhammad(P) and the Slander of Epilepsy
, Bismika Allahuma, 20 sep 2005
- ↑
The Qur'an: Misinterpreted, Mistranslated, and Misread. The Aramaic Language of the Qur'an
, Gabriel Sawma,
ISBN 978-0977860692
- ↑
a
b
Oude Koranversies wijken sterk af
, Trouw, De Verdieping, 9 maart 2006
- ↑
www.theatlantic.com
, Toby Lester, januari 1999
- ↑
Sporen van islamitische kerstnacht
, Trouw - De Verdieping, 23 maart 2006
- ↑
Prof. dr. Pieter Sjoerd van Koningsveld, islamoloog aan de Universiteit Leiden in de Gelderlander, 1 maart 2006
- ↑
www.al-yaqeen.com
De Handen van Allah
- ↑
Een beknopte ilmihal, een beknopt handboek van de essentiele islamitische leer
, Fazilet Nesriyat ve tic. a.s., Istanbul, circa 2005, blz. 12
- ↑
De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 111,
ISBN 90 295 2550 9
- ↑
Inleiding tot de studie van koran
, Abdelilah Ljamai, 2005, Uitgeverij Meinema, blz. 137,
ISBN 90 211 3998 7
- ↑
Inleiding tot de studie van koran
, Abdelilah Ljamai, 2005, Uitgeverij Meinema, blz. 104-106,
ISBN 90 211 3998 7
- ↑
[1]
.
Gearchiveerd
op 29 augustus 2023.
- ↑
Islam in Belgie, bedreiging of verrijking?
, Omar Luc Van den Broeck, Uitgeverij Manteau/Standaard Uitgeverij NV, tweede druk april 2002, blz. 99-100,
ISBN 90-223-1730-7
- ↑
(
en
)
al-Bukhari, Muhammad
,
Sahih al-Bukhari 2658
. Geraadpleegd op
21 maart 2024
.
- ↑
De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 352 voetnoot 6,
ISBN 90 295 2550 9
- ↑
Achlaaq, islamitische zeden
, Amr Khaled, Uitgeverij Noer Delft, 2006, blz. 125
- ↑
the Qur'an: an encyclopedia
, Oliver Leaman e.a., Routledge Taylor and Francis Group, 2006, blz. 393,
Mary
, ISBN 97 80415 77529 8
- ↑
Why does the Quran Call the Jews 'Apes'? Rabbi Tovia Singer Responds
.
Gearchiveerd
op
9 oktober 2021
.
- ↑
De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 546, voetnoot 2,
ISBN 90 295 2550 9
- ↑
De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 1, voetnoot 6-7, volgens Galalayn,
ISBN 90 295 2550 9
- ↑
Early Western Korans
, Hartmut Bobzin, Brill, 2010
- ↑
Een geillustreerde Koranvertaling uit 1696
.
Gearchiveerd
op 7 april 2022.
- ↑
Gebaseerd op
Nederlandse vertalingen van de Koran: Een bibliografisch overzicht
.
Gearchiveerd
op 28 mei 2023.
|
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina
Koran
op
Wikisource
.