Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een
kerkpad
(soms
kerke(n)pad
of
kerkwegel
genoemd) is een
pad
dat naar een
kerk
leidt.
Kerkpaden werden vooral
's zondags
gebruikt om naar de kerk te gaan, als er geen gewone weg tussen de woonplek en de kerk aanwezig was, waarbij men vaak noodgedwongen dwars door het landschap trok, zonder daarbij gehinderd te worden door een geweigerd recht van overpad. Veel kerkpaden zijn in onbruik geraakt. In sommige plekken zijn ze nog aanwezig, omdat ze vaak ook nog op een andere manier worden gebruikt.
Soms wordt geprobeerd een kerkpad te herstellen. Vaak moeten dan
vlonders
over sloten worden hersteld, afrasteringen worden aangebracht of andere voorzieningen worden getroffen. Het komt soms voor dat het pad over het
erf
van een
boerderij
loopt. Er zal dan een
recht van overpad
moeten worden gevestigd. Al met al kan het herstellen een kostbare zaak worden. In Belgie geldt op heel wat van dergelijke paden een
publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang
, al dan niet onder de vorm van een
buurtweg
. Verenigingen als
Trage Wegen
en
Sentiers.be
ijveren er voor hun bescherming en herstel.
Ook werden kerkpaden gebruikt om
grenskerken
en grenskapellen te bezoeken, waarbij bepaalde geloofsgrenzen moesten worden overgestoken, wat in sommige gevallen lands-, provinciale- of gemeentegrenzen betrof. Vooral na de
Vrede van Munster
, toen de geloofsgrens tussen de
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
en de
Zuidelijke Nederlanden
ontstond, werd er in de
Lage Landen
veel gebruikgemaakt van zulke kerkpaden.
Voorbeelden van kerkpaden die geloofsgrenzen doorschrijden
[
bewerken
|
brontekst bewerken
]
- De
Geuzendijk
is een oud pad van 12km lang tussen
Budel
en
Weert
, die gebruikt werd door Weerter protestanten, om een dienst bij te kunnen wonen in
Budel
, wat destijds onderdeel was van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
- Het kerkenpad van de kapel van Johannes de Doper bij
Poppel
, die vanaf
Goirle
en
Tilburg
begint en een lengte had van ongeveer 15km.