Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het
kabinet-De Geer II
(ook bekend als
London I
) was het Nederlandse
kabinet
van 10 augustus 1939 tot 3 september 1940. Het
kabinet
werd gevormd door de politieke partijen
Roomsch-Katholieke Staatspartij
(RKSP),
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij
(SDAP),
Anti-Revolutionaire Partij
(ARP),
Christelijk-Historische Unie
(CHU) en de
Vrijzinnig-Democratische Bond
(VDB) na het ontslag van het
kabinet-Colijn V
op 27 juli 1939. Op
14 mei
1940
kort na de Duitse inval tijdens de
Tweede Wereldoorlog
vertrok het kabinet naar
Londen
waar
Koningin Wilhelmina
zich al bevond en werd het eerste van de vier
Londense kabinetten
gevormd die tijdens de
Tweede Wereldoorlog
de
Nederlandse
regering in ballingschap
leidden.
[1]
Anno 2024 was
Jonkheer
Dirk Jan de Geer
de laatste minister-president van Nederland die een adellijke titel droeg.
Net als het
eerste kabinet-De Geer
(1926-1929) kwam ook dit kabinet tot stand zonder voorafgaande verkiezingen. Het kabinet-De Geer II was het eerste kabinet waaraan sociaaldemocraten (SDAP, opgericht in 1894) deelnamen; tot dan waren ze door de andere partijen uitgesloten van regeringsdeelname. Op
13 mei
1940
hield het kabinet de laatste
ministerraad
in Nederland, in het
Fort aan den Hoek van Holland
, voordat werd uitgeweken naar
Engeland
.
Koningin Wilhelmina
was toen al vertrokken.
Op 26 augustus 1940 diende het kabinet zijn ontslag in nadat koningin
Wilhelmina
het vertrouwen in de voorzitter van de ministerraad
Dirk Jan de Geer
had opgezegd.
Bronnen, noten en/of referenties
|