Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kolsch
of
Keuls
is het lokale,
Ripuarische
dialect
dat in
Keulen
wordt gesproken. Buiten de stad
Keulen
wordt Kolsch gesproken in het om
Keulen
heen liggende
Rijnland
: Het
Keulse land
tussen
Aken
/
Heinsberg
/
Eupen
en
Gummersbach
/
Siegen
, en tussen
Euskirchen
en
Leverkusen
, incl.
Bonn
.
Het Kolsch ligt ten zuiden van de
Benrather linie
(machen/maken), maar ligt ten noorden van de scheidingslijn das/dat was/wat. Het Kolsch vertoont gelijkenis met de dialecten die in Nederland voornamelijk gesproken worden in
Kerkrade
,
Bocholtz
,
Simpelveld
,
Lemiers
en
Vaals
.
Er bestaan
woordenboeken
Duits
-Kolsch en Kolsch-Duits. Opvallend is hier dat in Kolsch-Duits woordenboeken meestal geen letter "G" bestaat: Op "F" volgt "H". Dit is omdat de Duitse "G"-klank in het Kolsch alleen binnen woorden bestaat (wordt ergens anders en vaak ook binnen woorden "J", "R", "SCH"/"CH" of het Nederlandse "G").
Een woordenboek Kolsch-Nederlands of Nederlands-Kolsch bestaat tot nu toe nog niet.
Kolsch dialect in een trein van de
S-Bahn Koln
In en om
Keulen
wordt veel gezongen in het Kolsch, niet alleen in de
carnaval
. Zo zijn er bands te noemen die bijna uitsluitend in het Kolsch zingen:
Alle bovengenoemde bands hebben een verbintenis en zijn tot vandaag de dag (2008) betrokken bij het grootschalige burgerlijke verzet van de Keulenaars tegen
rechts-extremisme
, zo als vertoond bij de grote demonstraties in 1992 "Arsch huh, Zang ussenander" (100.000 deelnemers) en "Koln stellt sich quer", 2008 (40.000) deelnemers.
Deze moderne Keulse versie van het
Onzevader
is van Jean Jenniches (1894-1979)
[1]
Vatterunser
Leeve Herrjott, hellich ess Dinge Name.
Vum Himmel us rejeers Do et janze Weltall
noh Dingem Welle.
Wie ne Vatter sorgs Do for de Minschheit,
die he op de Ad Di Rich erwaden deit.
Vill Nut es en der Welt, drom bedde mer:
maach doch, dat keine Minsch mieh muss
Hunger ligge.
Nemm vun uns alle Sundeschold,
domet och jederein ess jnadich de eije
Scholdner.
Helf Do uns, dat meer alle Versokunge
widderstonn,
un halt alles vun uns fahn, wat unsem
iwije Heil schade kunnt.
Amen.