Jean Louis Joseph Lebeau
(
Hoei
,
2 januari
1794
? aldaar,
19 maart
1865
) was lid van het
Nationaal Congres
,
Belgisch
liberaal
volksvertegenwoordiger
en
eerste minister
.
De vader van Lebeau was een bescheiden juwelier en hij bestemde Joseph voor het priesterschap. Daarom werd hij, toen hij zeven werd, geplaatst bij een oom, die pastoor was in
Hannuit
. De geestelijke staat trok Lebeau niet aan en na enkele jaren was hij weer in Hoei en werd er bediende bij de registratie. Tegelijk begon hij studies in de rechten aan de universiteit van
Luik
en slaagde er met enige moeite in om het doctoraat te verwerven (1819). Hij begon toen als advocaat-stagiair bij de Franse refugie Teste in Hoei en vestigde zich weldra in Luik, waar hij al snel bekendheid verwierf door zijn pleidooien in strafzaken. Begin 1824 verloor hij stilaan de lust voor de advocatuur en stichtte, samen met
Paul Devaux
,
Firmin Rogier
,
Charles Rogier
en anderen, een tijdschrift onder de naam
Mathieu Laensbergh
waarin hij zijn ideeen over politieke aangelegenheden kon publiceren.
Het blad werd een succes. Het werd snel een van de leidende oppositiebladen in de Belgische provincies. De medewerkers schreven elk in hun eigen stijl: Lebeau met eloquentie, Devaux met grote logica, Van Hulst met eruditie, Charles Rogier met speelse fantasie. Verder waren daar ook nog
Jean-Baptiste Nothomb
, Firmin Rogier, Teste, Hennequin en anderen die er samen een aantrekkelijk blad van maakten.
In 1828 doopten ze het blad om in
Le Politique
. Alle medewerkers behoorden tot de liberale strekking, maar beseften dat ze de politieke oppositie niet alleen konden voeren en succes bereiken vereiste dat ze een alliantie zouden sluiten met de katholieken of
klerikalen
. Die eenheid zou weldra tot stand komen. Toen
Louis de Potter
in een brochure de noodzaak van het unionisme bepleitte, werd hij door
Le Politique
bijgetreden. De regering keek streng toe en goedkeurende woorden voor de doelstellingen van de veroordeelde De Potter, hadden tot gevolg dat de schrijvers van
Le Politique
voor de rechter werden gedaagd. Ze werden er verdedigd door de katholieke advocaat en later minister van Justitie
Jean Raikem
. De plotse evolutie in de toestand maakte dat het proces uitgesteld werd en uiteindelijk niet doorging.
Toen kwamen de revolutiedagen. Rogier trok naar Brussel met Luikse troepen. Lebeau bleef in Luik publiceren en tot kalmte aanmanen. Hij werd opgeroepen om deel uit te maken van de Veiligheidscommissie die door gouverneur Sandberg werd opgericht om de rust te handhaven. Zodra het
Voorlopig Bewind
aan de macht kwam, werd Lebeau benoemd tot advocaat-generaal bij het hof van beroep in Luik. Tegelijk werd hij door de kiezers van het arrondissement Hoei naar het
Nationaal Congres
afgevaardigd en zodra in Brussel aangekomen zette hij zich aan het werk, samen met vooral Devaux en J.-B. Nothomb, om een ontwerp van Grondwet te schrijven.
Op 10 november begon het Nationaal Congres zijn werkzaamheden. Lebeau was er onmiddellijk een van de belangrijkste en meest beluisterde leden van. In de levendige debatten was het altijd, behalve in twee gevallen, zijn stelling en zienswijze die het haalde.
Na de periode van het Nationaal Congres was hij
volksvertegenwoordiger
van 1831 tot 1864, eerst in Hoei (1831-1833), dan in Brussel (1833-1848) en vervolgens weer in Hoei (1848-1864).
In
1831
werd hij minister van Buitenlandse Zaken in de regering van
Etienne de Sauvage
, die hij domineerde. Hij verzette zich tegen een koningskeuze uit het regerende Franse huis. In
1832
-
1834
werd hij in de
Regering-Goblet-Lebeau
minister van Justitie. Lebeau en Rogier vernamen dat achter hun rug onderhandelingen plaatsvonden voor een nieuw kabinet, waar De Muelenaere en De Theux bij betrokken waren en ze namen ontslag.
Hij werd provinciegouverneur in
Namen
en in 1838
ambassadeur
bij de
Duitse Bond
in Frankfurt maar dat kon hij niet lang volhouden, bij gebrek aan een persoonlijk fortuin. Hij werd opnieuw gouverneur en bleef ook parlementslid.
In april 1840, als gevolg van de zaak-
Van der Smissen
, stemde hij, samen met Rogier tegen de regering. Ze namen ook allebei ontslag uit hun functie van gouverneur. Generaal Van der Smissen was in 1831 vanwege een orangistische staatsgreep
gedegradeerd
en verbannen. Op basis van het in voege getreden Verdrag der XXIV artikelen kon hij van een amnestie genieten, werd hij terug in het leger opgenomen en kreeg hij een soldij uitbetaald. Om deze reden stemde een meerderheid in de Kamer tegen de voorgestelde begroting van Defensie. Het kabinet viel. Lebeau werd belast met de vorming van een nieuwe regering en hij maakte er het eerste homogeen liberaal kabinet van, met Charles Rogier,
Charles Liedts
,
Mathieu Leclercq
,
Edouard Mercier
en
Gerard Buzen
. Hijzelf nam de portefeuille op van Buitenlandse Zaken. Een jaar nadien moest hij aftreden na katholieke aanvallen in het parlement, vooral in de Senaat.
Tijdens haar korte bestaan liet de regering Lebeau enkele belangrijke wetten goedkeuren:
- wet van 8 januari 1841 over het tweegevecht, die voortaan verboden waren
[1]
(afgeschaft in 2005
[2]
);
- wet van 16 maart 1841 op de kamers van koophandel;
- wet van 10 april 1841 op de buurtwegen (onkosten voor de helft ten laste van de staat en voor de helft van de gemeente, met stijgende aanleg van plaatselijke verbindingen tot gevolg).
[3]
In
1857
werd Joseph Lebeau door de
regering-Rogier III
benoemd tot
minister van Staat
.
Hij was verder ook nog
- lid van de vrijmetselaarsloge
L'Atelier des Amis de la Parfaite Intelligence
vanaf 1814);
- ondervoorzitter van de bestuursraad van het Koninklijk Muziekconservatorium in Brussel;
- lid van de jury voor het diplomatiek examen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.
- Een beeld van Lebeau staat opgesteld in de Belgische Senaat.
- De stad Hoei heeft een standbeeld van hem opgericht.
- In de gemeente Sint-Pieters-Woluwe is er een standbeeld voor hem opgericht op de Square Joseph Lebeau, nabij de Tervurenlaan
- Er is een Rue Joseph Lebeau in Brussel en in Luik en een Avenue Joseph Lebeau in Hoei.
- Paul DEVAUX,
Les Partis et le Pouvoir en Belgique de 1839 a 1846
, Brussel, 1852
- Armand FRESON,
Joseph Lebeau
, in: Biographie nationale de Belgique, T. XI, Brussel, 1891, col. 503-517
- Carlo BRONNE,
Joseph Lebeau
, Brussel, 1944
- C. LEBAS,
L'union des Catholiques et des Liberaux de 1839 a 1847. Etude sur les pouvoirs executif et legislatif
, Leuven - Parijs, 1960
- Julienne LAUREYSSENS,
Industriele Naamloze Vennootschappen in Belgie, 1819-1857
, Leuven, 1975
- M. R. THIELEMANS,
Joseph Lebeau. Commemoration du centieme anniversaire de sa mort. Exposition de documents
, Brussel, 1965
Bronnen, noten en/of referenties