Johannes Hendrikus (Joop) Zwart
(
Amsterdam
,
6 oktober
1912
?
Roermond
,
9 september
1991
[1]
) was een
Nederlands
politiek activist en
verzetsstrijder
.
Zwart werd geboren als vierde kind van de sigarenmaker Siemon Zwart en Maria Hendrika Momber, die al twee zoons en een dochter hadden.
[2]
Na Joop werd nog een broertje geboren en een zusje dat jong overleed.
Toen Zwart zes was overleed zijn moeder. Vier jaar later hertrouwde zijn vader. Zwart werd op 12-jarige leeftijd krantenverkoper op het Centraal Station en leerde zichzelf Frans, Duits en Engels. Hij werd lid van de
Communistische Jeugdbond
en mocht in Rusland de kaderschool van de
Communistische Jeugd Internationale
volgen. Hier kwam hij er al snel achter dat ook onder het communisme ongelijkheid bestond. Zwart werd wegens
trotskistische
sympathieen uitgewezen.
Terug in Nederland werd hij door
Anton Koejemans
uit de Jeugdbond gezet. Hij werd nu lid van
Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij
(RSP) van
Henk Sneevliet
en leerde ten huize van Sneevliet zijn grote liefde Bep Spanjer kennen, die echter een verhouding met Sneevliet begon. Zwart reisde daarop af naar Spanje om mee te vechten in de
Spaanse Burgeroorlog
.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij
zwarthandelaar
, hielp hij Joden en drukte hij valse
persoonsbewijzen
. Zwart werd hiervoor opgepakt en ter dood veroordeeld en kwam via
Kamp Amersfoort
in
Sachsenhausen
terecht. Als medewerker van de kampadministratie kon hij medegevangenen redden door hun identiteit te verwisselen met die van overleden gevangenen. Hij werd door de Amerikanen bevrijd in
Bergen-Belsen
.
Na de oorlog kreeg Zwart op voorspraak van
Koos Vorrink
- die hij in Sachsenhausen het leven had gered - een functie bij de Nederlandse missie in
Berlijn
. Om Vorrink een politiek schandaal te besparen, trouwde Zwart met diens dochter
Irene Vorrink
, die ongehuwd zwanger was geworden van
Halbo C. Kool
. Uit dit huwelijk werd een niet door Zwart verwekte zoon geboren:
Koos Zwart
. Zwart en Vorrink gingen al snel weer uit elkaar en met de zoon had hij geen contact.
[3]
Met een functie bij het
Rode Kruis
in Berlijn als dekmantel wisselde Zwart met medeweten van
Piet Lieftinck
iets meer dan twintig miljoen
Reichsmarken
(tegenwaarde ca. 140.000 gulden), waar de Nederlandse regering mee dreigde te blijven zitten, in de
Sovjetzone van Berlijn
om voor harde valuta. Ook smokkelde hij in die periode Duitsers uit de
Sovjetzone
naar het Westen.
Vanaf 1950 verzorgde Zwart samen met Bep Spanjer (met wie hij in oktober 1948 getrouwd was) de Nederlandstalige editie van
Deutsche Korrespondenz
. In 1954 begon hij een campagne tegen Nederlandse communisten die de
CPN
honderden leden zou hebben gekost. Zwart zou in deze periode informant van de
BVD
zijn geweest.
Aan het eind van de
jaren vijftig
zette Zwart zich op verzoek van de West-Duitse regering in voor
Theodor Oberlander
, een
West-Duits
minister in verschillende kabinetten-
Adenauer
die in juni 1941 in
Lviv
betrokken zou zijn geweest bij de moord op een aantal Poolse joden.
Zwart was inmiddels een drukkerijtje begonnen. Hij werd in 1960 gearresteerd en vervolgd omdat hij valse identiteitsbewijzen had gedrukt voor de
Algerijnse
verzetsbeweging
Front de Liberation Nationale
en van plan zou zijn geweest valse
Franse franken
in omloop te brengen. Door medebetrokkene
Sal Santen
werd hij ervan beschuldigd een
agent-provocateur
te zijn.
In de
jaren zeventig
schreef Zwart onder diverse pseudoniemen voor
Elseviers Weekblad
. Vervolgens stapte hij over naar
Accent
waar hij door
Bib van Lanschot
werd weggewerkt. Zijn kritiek op de progressieve Nederlandse samenleving, waarin tot zijn verbijstering zijn zoon Koos de prijzen van verdovende middelen mocht voorlezen in het VARA-radioprogramma
In de Rooie Haan
, verwoordde hij voortaan in zijn onregelmatig verschijnende
Nieuwsbrief uit Absurdistan
.
In juni 1972 trouwde Zwart voor de derde keer, nu met Friedl Weimer, die hij in 1964 in Bonn had leren kennen.
Zwart had altijd sympathie voor tegendraadse mensen. Zo werd hij aan het eind van zijn leven nog even perschef van de extreemrechtse
Florrie Rost van Tonningen
. Zwart was actief binnen de extreemrechtse groepering
Neerlands Herstel
die in
Arnhem
en
Rheden
meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen.
[1]
Begin 1991 moest Zwart alsnog terechtstaan ter zake van het verspreiden van racistische pamfletten in Arnhem in de jaren 1984-1986 en het aanzetten tot vreemdelingenhaat. Wegens het lange tijdsverloop tussen de feiten en de terechtzitting concludeerde het Openbaar Ministerie tot niet-ontvankelijkheid.
[4]
Zwart overleed acht maanden later op 78-jarige leeftijd.
Bronnen, noten en/of referenties
|