Johannes Casembroot
(
Brugge
, ca.
1525
?
Vilvoorde
,
14 september
1568
[1]
) was een
Zuid-Nederlands
edelman en
Neolatijns
dichter. Hij was heer van
Bekkerzeel
,
Zellik
,
Kobbegem
, Berchem en Fenain.
Leden van de familie
De Casembroot
waren sinds het midden van de vijftiende eeuw in Brugge gevestigd. Leonard Casembroot (1495-1558), de vader van Johannes, was in de zestiende eeuw bij herhaling burgemeester van de schepenen of schepen van Brugge. In tegenstelling met zijn halfbroers, speelde Johannes geen rol in het stadsbestuur, maar was wel goed ingeburgerd in de stad. Hij had er vrienden, die hij bedacht met dichtwerk, zoals hij deed voor
Marcus Laurinus
en
Hubertus Goltzius
.
In 1561 kocht Johannes de heerlijkheid van Bekkerzeel, in het kanton Asse, op enkele kilometers van
Brussel
. Hij was secretaris en raadsheer geworden in dienst van de graaf
Lamoraal van Egmont
. Hij had een reputatie tot de hervormden te behoren en een negatieve invloed op zijn baas uit te oefenen. Landvoogdes
Margaretha van Parma
, geinformeerd door haar medewerkers, had een zeer ongunstig oordeel over hem. Haar secretaris T. Armenteros schreef in 1565:
Ik heb nooit een kwaadwilliger of dubbelhartiger persoon ontmoet dan die Bekkerzeel. Hij beweert over alles te zijn ingelicht wat er gebeurt in Spanje en Italie, terwijl hij zich hier in allerhande zaken moeit. Hij is van een eerder laag niveau, meer een soldaat dan een burger. Hij is in
Mechelen
getrouwd met een rijke weduwe, die een eerste maal getrouwd was met een bastaard van de graaf van Nassau en een tweede maal met Maingoval. De graaf van Egmont had hem de opdracht gegeven te onderhandelen met de
Staten van Vlaanderen
over belastingen en andere zaken, wat hem heel wat gezag bezorgde.
De rijke weduwe was
Wilhelmina van Bronckhorst
, met wie hij een dochter had: Anne Casembroot. Bronkhorst was de weduwe van
Alexis van Nassau-Corroy
en van Jan van Lannoy.
Casembroot was een van de meest actieve promotoren van het
Eedverbond der Edelen
. Toen in maart 1665 de edelen tot de beslissing kwamen naar
Brussel
te trekken om er hun eisen aan de landvoogdes mee te delen, dat de
Inquisitie
moest worden afgeschaft en de godsdienstvrijheid moest aanvaard worden, werd Casembroot naar de provincie Namen gestuurd, met de opdracht de edelen van die provincie naar de afspraak in Brussel te brengen. Op 5 april was hij erbij toen de edellieden door de landvoogdes ontvangen werden en het
Smeekschrift der Edelen
overhandigden. Die demarche werd van Spaanse zijde beschouwd als een eerste teken van opstand tegen het rechtmatige bestuur. Later, toen Egmont werd geoordeeld, werd hem het verwijt gemaakt dat hij bij deze opstandigheid zijn secretaris niet had afgedankt.
In juli nam Casembroot deel aan de samenkomst in
Sint-Truiden
, waar de verklaring werd ondertekend waarbij de edelen hun bescherming toezegden aan de 'dissidenten', met andere woorden aan de aanhangers van de
reformatie
. Casembroot was ook aanwezig in
Duffel
, op 18 juli, bij de ontmoeting van de leden van het Eedverbond met
Willem van Oranje
en de graaf van Egmont.
Kort daarop vond de
Beeldenstorm
plaats, waarbij fanatieke benden de kerken vernielden. In de hoop de rust terug te brengen, beval de landvoogdes de afschaffing van de Inquisitie en de veiligheid van de ondertekenaars van het
Compromis der edelen
. Van hun kant beloofden de leden van het Eedverbond dat ze de Beeldenstormers zouden straffen, de onlusten zouden beteugelen en de hagenpreken zouden verhinderen. Casembroot werd een van de hevigsten in de uitvoering hiervan. Egmont verklaarde trouwens later dat zijn secretaris altijd verzekerd had een goede katholiek te zijn. Johannes kreeg de opdracht van Egmont, om de orde te gaan herstellen in
Oudenaarde
. Op weg daarnaartoe botste hij in
Geraardsbergen
op een bende oproerkraaiers. Een twaalftal werd door zijn soldaten onmiddellijk doodgeslagen, dertig werden gevangengenomen, waarvan er tweeentwintig, onder wie een predikant, 's anderendaags werden opgeknoopt. Na dit machtsvertoon gaf het hervormde
consistorie
in Oudenaarde zich over en gaf het de katholieke kerken terug die het had geannexeerd. Vandaar trok Casembroot naar
Gent
, waar hij duizend tot vijftienhonderd bewoners een verklaring van katholieke gezindheid deed ondertekenen.
Onvermijdelijk verloor Casembroot alle sympathie in de hervormde middens, waar hij tot dan toe vrienden had geteld. Het hielp nochtans evenmin om bij de Spanjaarden in de gunst te komen. Op 9 september 1567 werd hij in Brussel gearresteerd, eerst in de gevangenis van de Treurenberg opgesloten, vervolgens in de gevangenis van
Vilvoorde
. Hij werd gefolterd, in de vergeefse hoop dat hij bezwarende verklaringen over zijn meester zou afleggen. Op 9 augustus 1568 werd hij door de
Raad van Beroerten
ter dood veroordeeld en op 14 september terechtgesteld.
Meer dan tien jaar later slaagde de broer van Johannes en voogd van Anne Casembroot,
Nicolaas Casembroot
, erin, als een van de leiders van de Calvinistische Republiek in Brugge (1578-1584), de goederen van Johannes, die men verbeurd had verklaard, aan zijn dochter terug te bezorgen, met inbegrip van de heerlijkheid van Bekkerzeel.
- Oratio in quodlibeticis
, 1559.
[2]
- Carmen in laudem Marci Laurini et Huberti Goltzii
.
In een archiefstuk van Jan van Casembroot is sprake van een "tableau des Trois Rois faict par Jeronimus Bossche, sevrant a deux huys ayans par dehors les armes de Bronchorst et Bosschuyse". Toen Van Casembroot in 1567 door
Alva
gearresteerd werd, werd dit drieluik geconfisqueerd en naar Spanje verscheept. Lange tijd werd aangenomen dat dit het
Driekoningen-drieluik
was, een werk dat zich nu in het Prado bevindt. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat de wapens niet overeenkomen met die van Bronchorst en Bosschuyse en dat het hier dus moet gaan om een ander, verloren gegaan schilderij.
- A. J. VAN DER AA,
Jan de Casembroot
, in: Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 3, 1858.
- Theodore JUSTE,
Jean Casembroot
, in: Biographie nationale de Belgique, T. III, Brussel,1872.
- P. J. BLOK & P. C. MOLHUYSEN,
Jehan Casembroot
, in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Deel 7, 1927.
- Eug. DE SEYN,
Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische gemeenten
, Brussel, 1938.
- Hendrik DEMAREST,
Jean Casembroot
, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, Deel 4, Torhout, 1987.
- Charles-Albert de Behault,
Le Compromis des nobles et le Conseil des troubles
, Bulletin van de
Vereniging van de Adel van het Koninkrijk Belgie
, april 2023, nr 314, blz. 11-56.
Bronnen, noten en/of referenties
|