Jim Messina
(
Maywood
,
5 december
1947
) is een Amerikaans zanger, songwriter, gitarist en platenproducer. Hij speelde korte tijd in
Buffalo Springfield
, enkele jaren in
Poco
en vormde zeven jaar lang een duo met
Kenny Loggins
.
Messina werd geboren in
Californie
en groeide zijn eerste jaren op in
Harlingen
, een stadje in
Texas
. Toen hij acht jaar oud was, scheidden zijn ouders en groeide hij deels bij zijn moeder in Texas en deels bij zijn vader in Californie op. Zijn vader was semi-beroepsmusicus en was van grote invloed op zijn muzikale ontwikkeling.
Vanaf zijn vijfde speelt hij gitaar en gedurende zijn jeugd werd hij beinvloed door artiesten als
Elvis Presley
en
Ricky Nelson
. Vervolgens hield
surfmuziek
hem in zijn greep, wat ook de stijl werd voor zijn eerste
highschool
-bandje Jim Messina & His Jesters. Met de band wonnen ze verschillende lokale talentenjachten en namen ze in 1966 een album op. Succes leverde het album aan het eind van het surftijdperk echter niet op.
Nog steeds een tiener, ging hij in 1965 aan het werk als muziektechnicus voor Ibis Records. Hij ontwikkelde zich en mixte sessies voor
James Burton
,
Jerry Allison
van
The Crickets
en andere bekende artiesten. Ondertussen kampte
Buffalo Springfield
om allerlei redenen met personeelsproblemen en werd Messina gevraagd in te vallen voor
Bruce Palmer
. Ook werkte hij mee als bandlid en producer van hun derde en laatste album
Last time around
.
Na de ontbinding van Buffalo Springfield richtte hij met een van de zangers,
Richie Furay
, en andere musici als
steelgitarist
Rusty Young
de formatie
Poco
op. Hoewel deze groep hechter was, vertrok bassist Randy Meisner nog voor het eerste album af was. Hierdoor nam Messina veel van de baspartijen voor zijn rekening op zowel het album
Pickin' up the pieces
als tijdens de optredens. Hij speelde verder nog mee tijdens de opnames van
Poco
en het livealbum
Deliverin'
en keerde toen terug naar de platenindustrie.
Loggins en Messina, 1974
In 1970 kwam hij hier aan het werk als producer voor
Columbia Records
. Zijn eerste productie was het debuutalbum
Sittin' in
voor de zanger
Kenny Loggins
. Messina speelde partijen in op een
elektrische
en
akoestische gitaar
, en zong op de achtergrond en in sommige liedjes ook de leadzang.
Als gevolg was een nieuw duo geboren,
Loggins and Messina
, dat optredens gaf en in zeven jaar tijd negen albums uitbracht. Bij elkaar werden 16 miljoen exemplaren verkocht. In Nederland bereikten
My music
en
Your mama don't dance
in 1973 de
Top 40
; een jaar eerder hadden ook al twee platen in de
Tipparade
gestaan.
Hierna kwamen enkele jaren van rust, tot hij in 1979 toe was aan een solocarriere. In de eerste vier jaar bracht hij drie albums uit. De albums kenden niet het succes dat hij in voorgaande formaties had gekend en vanaf 1983 bleef het enkele jaren stil rond hem.
In 1989 voegde hij zich bij de voormalige leden van Poco voor een reunietournee. Ook brachten ze in deze tijd het album
Legacy
uit. In 1996 kwam hij nog met een album met deels oud materiaal, getiteld
Watching the river run
. In 2005 ging hij voor het eerst in 29 jaar weer op tournee met
Kenny Loggins
en brachten ze ook een cd/dvd uit.
In 2009 bracht hij sinds lange tijd weer een soloalbum uit, de ep
Under a mojito moon part-1
. Dit mini-album bevatte vier nieuwe liedjes en twee nieuwe opnames van ouder werk; allen gespeeld op de
Flamencogitaar
. Ook maakte hij dat jaar een tournee met Loggins en ging hij een jaar later solo op een tournee die hij in
Tucson
,
Arizona
, afsloot met een avondvullend optreden met
Richie Furay
.
In 2012 verscheen een live cd- en dvd.
- 1968:
Pickin' up the pieces
- 1969:
Poco
- 1970:
Deliverin'
- 1989:
Legacy
- 1971:
Sittin' in
- 1972:
Loggins & Messina
- 1973:
Full sail
- 1974:
On stage
- 1974:
Mother lode
- 1975:
So fine
- 1976:
Native sons
- 1976:
Finale
- 1977:
The best of friends
- 2005:
Sittin' in again
(cd/dvd)
- 1979:
Oasis
- 1981:
Messina
- 1983:
One more mile
- 1996:
Watching the river run
- 2005:
Watching the river run
(revisited)
- 2009:
Under a mojito moon part-1
(ep)
- 2012:
"Live" at the Clark Center for the Performing Arts
Bronnen, noten en/of referenties
|