Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jeremias van Riemsdijk
(
Utrecht
,
18 oktober
1712
-
Batavia
,
28 december
1777
) was een koloniaal ambtenaar, die na een snelle carriere van 1775 tot 1777
gouverneur-generaal
van de
Vereenigde Oostindische Compagnie
(VOC) was. Zijn bestuursperiode werd gekenmerkt door verspilling,
nepotisme
en
corruptie
.
Van Riemsdijk was de zoon van de predikant Scipio van Riemsdijk uit Bunnik en Johanna Bogaert. Nadat hij als sergeant in dienst trad bij de VOC, vertrok hij op 25 februari 1735 met het schip 'Proostwijk' naar Nederlands-Indie. Korte tijd na zijn aankomst te
Batavia
op 14 september 1735 ging hij over in civiele dienst. Hij maakte snel carriere, mede dankzij de hulp van zijn neef
Adriaan Valckenier
, die lid was van de
Raad van Indie
en later gouverneur-generaal zou worden (1737-1741).
In 1736 werd hij onderkoopman, twee jaar later koopman, in 1740 tweede opperkoopman en in 1742 eerste opperkoopman op het
Kasteel van Batavia
. In 1743 verkreeg Van Riemsdijk de positie van 'kapitein van de compagnie der pennisten', een leidinggevende administratieve functie.
In oktober 1753 werd hij benoemd tot buitengewoon lid (raad extraordinair) en op 15 oktober 1760 tot volwaardig raad van Indie (raad ordinair). In de tussentijd was hij in 1759 president van het college van Weesmeesters in Batavia geworden. Op 17 augustus 1764 werd van Riemsdijk directeur-generaal van de VOC in Indie.
Nadat
Petrus Albertus van der Parra
op 28 december 1775 was overleden, werd van Riemsdijk tot gouverneur-generaal benoemd. Tijdens zijn bewindsperiode was er een groot gebrek aan schepen en scheepslui. Vanuit Nederland werd dit tekort verholpen. In de elf jaar die van Riemsdijk met Van der Parra samenwerkte had hij veel van de verspillende en corrupte levensstijl van zijn voorganger overgenomen. Zo liet hij als eerste een glazen
koets
uit Europa overkomen, die was bespannen met
Arabieren
. Hij beschikte over 200 slaven en slavinnen. Daarnaast zorgde hij ervoor dat zijn zoontje al op negenjarige leeftijd op de loonlijst van de VOC kwam te staan, zonder hier tegenprestaties voor te hoeven leveren.
Van Riemsdijk trouwde vijf keer, telkens met Euraziatische vrouwen. Hij werd begraven op het familiekerkhof van de Van Riemsdijks bij het huis Groeneveld ten zuidoosten van Batavia (Tandjoeng Oost of Tanjung Timur / Ancol). De grafsteen van het familiegraf van Van Riemsdijk maakt deel uit van de collectie van het in 1977 geopende Taman Prasasti Museum te Jakarta.
- Biografie
in het
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek.
Deel 7 (1927)
Bronnen, noten en/of referenties
- Encyclopedie van Nederlandsch-Indie, deel N-Soek
- Putten, L.P. van, 2002, Ambitie en onvermogen: gouverneurs-generaal van Nederlands-Indie 1610-1796
|
Gouverneurs-generaal van Nederlands-Indie