Jean Isaac Starobinski
(
Geneve
, 17 november
1920
?
Morges
, 4 maart
2019
) was een
Zwitserse
psychiater
,
filoloog
in Franse literatuur, medisch historicus en
ideeenhistoricus
.
[1]
Starobinski was docent
Romaanse talen
aan de
Johns Hopkins-universiteit
(1953-1956), hoogleraar Franse literatuur aan de
universiteit van Geneve
(1958-1985) en gasthoogleraar aan het
College de France
(1987-1988).
Hij geldt als een autoriteit van de
Verlichtingsfilosofen
.
[2]
Starobinski was een zoon van Aron Starobinski en Szajndla Frydman, een joods echtpaar. Zijn vader vluchtte uit Polen in 1913 omwille van jodenvervolging. Beide ouders studeerden af in Geneve als arts; zijn vader was daarnaast essayist.
[3]
Aan de
universiteit van Geneve
studeerde Starobinski Frans, Latijn en Oudgrieks (1939-1942). Hij leerde er
Pierre Jean Juve
kennen, die in ballingschap in Geneve leefde. Hij publiceerde de gedichtenbundel
Porches a la nuit des saints
van Jouve.
Vervolgens studeerde Starobinski geneeskunde in Geneve (1942-1948). Een carriere als arts leek hem meer organiseerbaar dan als filoloog. Tijdens zijn geneeskundestudies onderhield hij contacten met joodse verzetsstrijders in Frankrijk. Tevens bestudeerde hij literaire werken, zodat hij in 1945 commentaren publiceerde over
Franz Kafka
. Na het behalen van zijn diploma verwierf hij het Zwitsers staatsburgerschap (1948), iets wat hem in 1940 nog geweigerd was.
Hij combineerde een opleiding tot psychiater met een assistentschap Franse literatuur aan de universiteit van Geneve.
Op uitnodiging van
Georges Poulet
werd Starobinski docent aan de
Johns Hopkins-universiteit
in Baltimore (1953). Het werden beslissende jaren in zijn academische keuze om literatuurstudies verder te zetten. Uit methodologische discussies tussen de literatuurcritici Georges Poulet en
Leo Spitzer
destilleerde Starobinski zijn eigen methode. Hij noemde het ‘relation critique’. Hij bekwaamde zich in Franse literatuur van de 16e tot de 20e eeuw, van
Montaigne
tot
Valery
, om zich specifiek toe te leggen op de werken van
Jean-Jacques Rousseau
. Met zijn doctorale thesis
La transparence et l’obstacle
(1957) gewijd aan Rousseau behaalde hij internationale bekendheid. Hij interpreteerde er met
psychoanalytische
methoden de persoonlijkheid van Rousseau.
[4]
In 1957 was Starobinski terug in Zwitserland. Hij werkte nog als arts in het psychiatrisch ziekenhuis in
Prilly
(1957-1958). Het liet hem toe een tweede maal te promoveren: het doctoraat in de geneeskunde met een proefschrift over de geschiedenis van de behandeling der
melancholie
tot het jaar 1900. Hij promoveerde hiermee aan de
universiteit van Lausanne
(1960).
Ondertussen verkreeg Starobinski in 1958 de leerstoelen
Ideeengeschiedenis
en Geschiedenis der geneeskunde aan de universiteit van Geneve. Na het emeritaat van
Marcel Raymon
(1962) nam hij er de leerstoel Moderne Franse literatuur bij. In 1964 volgde een bevordering tot gewoon hoogleraar. Hij nam het ambt van gasthoogleraar waar aan de
universiteit van Bazel
(1959-1961),
College de France
in Parijs (1987-1988) en de
Eidgenossische Technische Hochschule Zurich
(1992-1993).
Dertig jaar was Starobinski de organisator van de
Rencontres internationales de Geneve
(1965-1996) en de voorzitter van de
Societe Jean-Jacques Rousseau
in Geneve (1967-1993). Ook na zijn emeritaat (1985) bleef hij internationaal publiceren.
Hij stierf aan de leeftijd van 98 jaar in Morges (2019).
Zijn persoonlijke bibliotheek en zijn archiefstukken bevinden zich in de
Schweizerische Nationalbibliothek
in Bern.
[5]
In 1954 huwde Starobinski met Jacqueline Sirman, een oogarts. Het echtpaar had drie zonen.
[6]
Hij ontving in totaal zestien
eredoctoraten
[7]
onder meer van de
Universite Libre de Bruxelles
(1979) en de Johns-Hopkins universiteit (1993). Hij was lid van academies in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Italie, Duitsland, Frankrijk en Belgie.
Hij ontving de volgende prijzen:
- 1962 Prix Schiller, Bern
- 1965 Prix Rambert van de
Societe Zofingue
, Lausanne
- 1972
Prix Pierre de Regnier
van de
Academie francaise
, Parijs
- 1982
Prix Europeen de l'Essai Charles Veillon
, Lausanne
- 1984 Prijs van de
Fondazione Internazionale Premio Balzan
voor literatuurgeschiedenis en literatuurkritiek, Milaan
- 1988 Lid van de
Academia Europaea
, Cambridge
- 1989
Prix litteraire Prince-Pierre-de-Monaco
- 1993
Hansischer Goethe-Preis
, Hamburg
- 1998
Karl-Jaspers-Preis
, Heidelberg
- 1998
Premio Grinzane Cavour
, Piemonte
- 1998
Grand Prix de la Francophonie de l’Academie francaise
, Parijs
- 2009 Gouden Medaille van
Circulo de Bellas Artes
, Madrid
- 2010 Prix de la Foundation pour Geneve.
Bronnen, noten en/of referenties
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel
Jean Starobinski
op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie
Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen
valt. Zie de
bewerkingsgeschiedenis
aldaar.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel
Jean Starobinski
op de Italiaanstalige Wikipedia, dat onder de licentie
Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen
valt. Zie de
bewerkingsgeschiedenis
aldaar.
- ↑
(
it
)
Starobinski, Jean
.
Enciclopedia on line
. Istituto della Enciclopedia italiana fondata da Giovanni Treccani S.P.A., Rome.
- ↑
(
de
)
Jackson, John E.
;
Ernst Grell
,
JeanStarobinski
.
Historische Lexikon der Schweiz
. Schweizerische Akademie der Geistes- und Sozialwissenschaften, Bern (2012).
- ↑
(
fr
)
Jean Starobinski (1920-2019)
.
Data
. Bibliotheque nationale de France, Parijs.
- ↑
(
it
)
Colesanti, Massimo
,
Starobinski, Jean
.
Enciclopedia Italiana - IV Appendice
. Istituto della Enciclopedia italiana fondata da Giovanni Treccani S.P.A., Rome (1981).
- ↑
(
de
)
Jean Starobinski
.
Viceversa Literatur
. Service de Presse Suisse, Bern.
- ↑
(
fr
)
Catinchi, Philippe-Jean
,
Jean Starobinski, historien des idees, est mort
(Theoricien de la litterature, essayiste et medecin, l’auteur, entre autres, de livres majeurs sur les œuvres de Stendhal et de Rousseau, est mort le 4 mars a Morges, en Suisse, a l’age de 98 ans.).
Le Monde
(2019).
- ↑
(
fr
)
Starobinski, Jean: Fonds Jean Starobinski, 1920-2019
.
Schweizerische Literaturarchiv
. Helvetic Archives, Zwitserse Confederatie, Bern.
|