Portret van Jean-Baptiste Camille Corot door
Nadar
Atelier
, 1865-1873 (63 x 42 cm),
Louvre
, Parijs
Jean-Baptiste Camille Corot
(
Parijs
,
16 juli
1796
- aldaar,
22 februari
1875
) was een
Franse
kunstschilder
. Zijn vader was pruikenmaker en had een lakenhandel, terwijl zijn moeder een modistenwinkeltje had. De zoon was aldus voor de handel bestemd.
Toen Corot 26 jaar was, gaf hij zijn handelsloopbaan op en koos voor het beroep van schilder. Vanaf het begin had het schilderen van
landschappen
zijn voorkeur. Aan het begin van zijn loopbaan maakte Jean-Baptiste Camille Corot veel studies in de vrije natuur in de omgeving van
Rouen
en Parijs, in de bossen van
Fontainebleau
en van
Ville-d'Avray
, waar zijn ouders een buitenhuis bezaten. Hij maakte reizen door
Frankrijk
,
Italie
,
Engeland
,
Nederland
en
Zwitserland
.
Toch was hij geen echte romanticus, zoals de schilders van de
School van Barbizon
. Hij bleef trouw aan de traditie van het
classicisme
. Onder invloed van
Lorrain
en het landschap van Italie koos hij voor klassieke vormen. Nieuw waren echter het poetische element en de grote natuurlijkheid die hij zijn landschappen meegaf. Hij idealiseerde de landarbeiders niet, zoals
Millet
en
Courbet
dat deden, en hield zich ook buiten de ideologische discussies.
Men had grote waardering voor hem als schilder en als mens; hij hielp zijn collega's waar hij kon.
Corot kan men niet plaatsen binnen een bepaalde school. Hij kreeg in zijn jonge jaren een classicistische vorming bij
A.E. Michallon
, winnaar van de eerste
Prix de Rome
in 1817, en bij
J.V. Bertin
, waar de barokke souvenirs aan
Nicolas Poussin
nog meeleefden. Toch zette hij zijn volgeling aan in de natuur te gaan werken.
Na zijn Parijse opleiding, in 1825, begint hij uitgebreid te reizen, door Frankrijk, Zwitserland en Italie. Nu komt zijn specifieke lichtval tot uiting, in zijn sfeerschilderingen, met de helblauwe en okergele tinten van de Italiaanse schilders.
Later ging Corot ook over tot figuurschilderen. De grootste invloed oefende hij echter, door zijn wijze van werken, uit op de landschapsschilders van de tweede helft van de negentiende eeuw, met name op
Pissarro
en
Monet
.
Voor een van zijn tijdgenoten, Gustave Courbet, heeft Corot een onbeperkte waardering. Het hoeft dan ook niet te verwonderen, dat hij een tijd in
Barbizon
gaat werken. Over het realisme van Corot zegt
Jean Francois Millet
: "Dat is eindelijk het spontaan gevonden schilderen".
Om in de
Salons
te exposeren richtte hij zich, naast zijn beroemde landschappen, op mythologische, literaire en religieuze thema's. Hier kan hij dan weer teruggrijpen naar een romantische en classicistische weergave, met toch het
impressionistische
gevoel voor de kleur en het licht. Hierbij worden
De Heilige Hieronymus
(1837),
De Sileen
(1838) of
Homerus en de herders
(1845) gecreeerd.
Zijn
Haven van
La Rochelle
(
1851
) (zie foto) en
Herinnering aan Mortefontaine
(
1864
) tonen aan hoe Corot kan gezien worden als een van de voornaamste wegbereiders voor de impressionisten, hoewel hij zijn thema nooit oploste in het licht. Vooral
Trouillebert
volgde hem. Alhoewel hard aangedrongen werd, nam hij aan geen enkele van hun tien exposities, tussen 1874 en 1886, deel.
Charles Baudelaire
omschreef het werk van Corot als "mirakel van het hart en van de geest".
-
Le Quai des Paquis a Geneve
, 1842,
Musee d'art et d'histoire
,
Geneve
-
Gezicht in Holland
, circa 1850,
Philadelphia Museum of Art
, Philadelphia
-
Haven van La Rochelle
, 1851
-
Huisjes langs een kanaal in de buurt van Rotterdam
, 1854
-
L'etang de Ville-d'Avray
, 1867, Musee des Beaux-Arts, Rouen
-
Een brug te Mantes
, 1868-1870,
Museu Calouste Gulbenkian
, Lissabon
Bronnen, noten en/of referenties
|