Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jacqueline Marval
, geboren
Marie-Josephine Vallet
(
Quaix-en-Chartreuse
,
oktober
1866
-
Parijs
,
28 mei
1932
) was een
Frans
kunstschilderes.
Vallets ouders waren beiden onderwijzer. Ook zijzelf werd opgeleid om voor de klas te staan, maar voelde weinig roeping voor het vak. Ze huwde met de handelsreiziger Albert Valentine, met wie ze een zoontje kreeg, dat na zes maanden echter stierf. Deze gebeurtenis liet een diepe indruk achter bij haar. De spanningen in haar huwelijk die er op volgden leidden in 1891 tot een scheiding, waarna ze in
Grenoble
ging wonen. In 1894 ontmoette ze daar de kunstschilder
Francois-Joseph Girot
en trok met hem naar
Parijs
. Daar verliet ze hem na een jaar voor een andere kunstschilder,
Jules Flandrin
, met wie ze ging wonen in
Montparnasse
. Vanaf die tijd legde ze zich ook zelf toe op de
schilderkunst
en noemde ze zich Jacqueline Marval (
Mar
ie
Val
let).
In 1900 bood Marval een aantal van haar werken aan bij de
Salon des Independants
, maar deze werden toen nog geweigerd. Toen ze er een jaar later wel mocht exposeren had ze groot succes en werden al haar werken opgekocht door de bekende kunsthandelaar
Ambroise Vollard
. In 1902 exposeerde ze met Flandrin in de Galerie de la rue Victor-Masse, naast werk van
Albert Marquet
en
Henri Matisse
. Met Matisse zou ze nauw bevriend raken, alsook met
Kees van Dongen
en
Francis Picabia
. Picabia vroeg haar in 1914 om haar werk
De Odalisken
(gemaakt in 1903) tentoon te stellen op zijn spraakmakende
avant-gardistische
paviljoen op de
Armory Show
te
New York
. Het werk werd geprezen door
Guillaume Apollinaire
. In 1911 kreeg ze een prestigieuze opdracht om de
foyer
van het
Theatre des Champs-Elysees
te decoreren en maakte een twaalftal doeken naar het thema van
Daphnis en Chloe
.
Marvals stijl werd beinvloed door het
impressionisme
en het
fauvisme
, maar onderscheidde zich door een meer exacte lijnvoering, waarmee haar werk iets
modernistisch
kreeg. Ze schilderde vooral vrouwfiguren en portretten. In het begin van haar carriere maakte ze ook diverse bloemstillevens.
Marval was een opvallende verschijning in het Parijse kunstenaarsleven. Met een roodgekleurde haardos en felgekleurde hoeden, werd ze wel de 'fee van het belle epoque' genoemd. Na de
Eerste Wereldoorlog
werd haar werk tentoongesteld in tal van
Europese
steden, maar vanaf die tijd zou ze zelf nog maar heel weinig schilderen. Lange tijd toonde ze zich vooral geinteresseerd in ballet (
Ballets Russes
). Ook zette ze zich in de jaren twintig in voor de totstandkoming van een modernistische afdeling in het
Musee de Grenoble
, waar nog steeds veel van haar werk is te zien. Ze overleed in 1932, 65 jaar oud.
- Francois Roussier:
Jacqueline Marval 1866-1932
. Editions Didier Richard, Grenoble, 1987.
ISBN 9782352780403