Jacobus Anthonie Meessen
(
Utrecht
,
5 december
1836
?
Opsterland
,
14 november
1885
) was een
Nederlandse
fotograaf
. Hij maakte tussen 1864 en 1870 meer dan 250
portretten
en
landschapsfoto's
van
Nederlands Indie
(het huidige
Indonesie
). Meessen werd in
Utrecht
geboren als de zoon van een timmerman en bedreef in Indie het vak van zijn vader. Hij keerde terug naar Nederland om in het begin van de jaren 1860 te trouwen, maar reisde in 1864 weer af naar de kolonie om het land en zijn bevolking te documenteren. Zijn werk concentreerde zich vooral in
Batavia
(het huidige
Jakarta
),
Java
,
Padang
en
Sumatra
, maar hij fotografeerde ook
Banka
,
Billiton
,
Borneo
en
Nias
.
Toen Meessen in 1870 terugkeerde naar Nederland ging hij een kort partnerschap aan met Abraham Vermeulen en begon zijn foto's te verspreiden. Een select aantal afbeeldingen werd in 1871 in een uitbundig versierd album aan
Koning Willem III
geschonken. Andere werden door De Bussy in 1875 in Parijs en Amsterdam tentoongesteld. In zijn laatste levensjaren werkte Meessen vooral als architect. Verzamelingen van zijn
albuminepapieren
, waarvan sommige met de hand gekleurd of geannoteerd zijn, zijn in het bezit van vier Nederlandse instituten.
Meessen werd op 5 december 1836 in Utrecht geboren als zoon van de timmerman Hermanus Johannes Meessen en diens vrouw Megteld Legue.
[1]
[2]
De jonge Meessen vertrok in 1858 naar Batavia (het huidige Jakarta), de hoofdstad van Nederlands Indie, waar hij werkte als timmerman.
[1]
Vanaf 1860 woonde hij in het Purbalingga-
regentschap
.
[3]
Twee jaar later keerde hij terug naar Nederland, waar hij werkte als inspecteur voor het
Bureau voor den Waterstaat
.
[4]
Op 11 december 1862 trouwde hij met Johanna Alida (Jansje) Steenbeek in Utrecht, en het stel woonde twee jaar in diezelfde stad.
[1]
Uit hun huwelijk kwamen drie dochters voort, geboren in 1865, 1866 en 1869.
[5]
[6]
[7]
De eerste, Antonia, stierf als baby.
[8]
Meessen en zijn vrouw vertrokken in 1864 naar Batavia, waar Meessen in 1867 een fotostudio oprichtte.
[1]
Hij was een van de weinige fotografen in het Nederlands Indie van de jaren 1860; tijdgenoten
Isidore van Kinsbergen
, Adolph Schaefer, en het bedrijf Woodbury & Page (bestuurd door
Walter B. Woodbury
en James Page) waren tevens actief. Meessen hoopte uiteindelijk afbeeldingen te produceren van de diverse landschappen en volkeren van Indie. Van mei tot augustus was hij in Sumatra: eerst in Padang en later in de
Minang
-hooglanden. Daar bood hij zijn fotografiediensten aan, waaronder dubbel- en familieportretten. Nadat hij was teruggekeerd naar Batavia opende hij nog een fotostudio,
[1]
waar hij portretten en landschapsfoto's verkocht.
[9]
Drie maanden later verkochten Jacobus en Johanna hun bezittingen en verhuisden naar Padang, waar de Meessens een fotostudio oprichtten. In hun biografie van de fotograaf suggereren Mattie Boom en Steven Wachlin dat dit waarschijnlijk een financiele overweging was, aangezien Meessen wellicht niet kon concurreren met Woodbury & Page in Batavia.
[1]
In november van 1868 begon Jacobus met de verkoop van zijn eerste album, getiteld
Sumatra's Westkust
.
[10]
Het album was gebonden in
marokijn
en bevatte meer dan 60 landschapsfoto's van Padang en de omliggende steden (waaronder
Padang Panjang
en
Fort de Kock
).
[1]
[11]
Vanaf juni 1869 bood zijn fotostudio workshops en afbeeldingen van noord Sumatra en Nias aan.
[12]
Meesens fotografische ondernemingen – en de resulterende albums – kostten ongeveer 34.000
Nederlands-Indische gulden
, waaronder camera-uitrusting (hoewel het niet bekend is welke modellen hij gebruikte), chemicalien, transport en accommodatie. Meessen werkte gedurende zijn verblijf in Nederlands-Indie altijd alleen en legde het landschap en het volk van de kolonie vast op albuminepapier.
[1]
[10]
Tijdens zijn
etnografische
fotografie van de inboorlingen moest Meessen hardnekkig bijgeloof overwinnen. Volgens het
Bataviaasch Handelsblad
gold dat
"het fanatieke bijgeloof het portretteren van mensen buiten Java bijna onmogelijk maakte".
[13]
[14]
Anderen waren enthousiaster, waaronder de dorpelingen van Nias: "Bij aankomst loste ik enkele schoten en hees de Nederlandse vlag. Spoedig kwamen de dorpelingen me tegemoet en vroegen wat ik wilde. Toen ik hun dit vertelde, beloofden ze mij hulp bij het transporteren van mijn goederen, en de volgende ochtend om 5 uur stonden er 60 krijgers op mij te wachten op het strand."
[1]
[15]
In juni van 1869 keerden Meessen en zijn vrouw terug naar Batavia en het jaar daarna verhuisden zij naar Utrecht.
[1]
Daar ging Meessen laat 1870 een partnerschap aan met Abraham Adrianus Vermeulen om een nieuwe fotostudio te openen, genaamd A. A. Vermeulen & Co. Ze tekenden een contract voor vijf jaar, maar de samenwerking stortte in maart van 1873 in. Boom en Wachlin suggereren dat Vermeulen ? vooral bekend om zijn portretten ? geinteresseerd was in het uitbreiden van zijn oeuvre met landschappen, terwijl Meessen een plek nodig had om zijn afbeeldingen uit Indie te drukken en te verkopen. Hierdoor was Meessen in februari van 1871 in staat om een album van zijn beste foto's uit Java en Sumatra aan Koning Willem III te schenken.
[1]
Dit album van 153 afbeeldingen was uitbundig versierd met zilver en goud, en toonde de namen van Java, Sumatra, Borneo en Nias in de hoeken van het voorplat. In het midden werden Nederlandse en Bataafse wapens omringd door zilveren
kokospalmen
en
bananenbomen
.
[1]
[16]
De volgende paar jaar ging Meessen door met de verkoop van zijn afbeeldingen uit Indie. In 1875 publiceerde hij een collectie van 250 foto's ? waarvan 175 landschappen en 75 portretten ? via de
Amsterdamse
uitgever De Bussy; deze collectie werd een
Verzameling Fotografien van Nederlandsch Indie
genoemd en werd voor een prijs van 225 gulden verkocht in een doos van
walnoot
.
[17]
Bij de Exposition Geographique in Parijs in 1875 stelde hij deze afbeeldingen met veel succes tentoon. In een recensie noemde het
Bataviaasch Handelsblad
de onderneming om Indie te documenteren lovenswaardig en sprak de hoop uit dat ook foto's van dieren gemaakt zouden kunnen worden.
[14]
In 1883 stelde Meessen zijn werken nogmaals tentoon, ditmaal op de
Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling
in Amsterdam. Waarschijnlijk heeft hij echter uiteindelijk geen winst gemaakt op zijn investering.
[18]
In de laatste jaren van zijn leven reisde van plaats tot plaats en bracht onder andere tijd door in
Gorredijk
en andere delen van
Opsterland
in
Friesland
. Hij werkte als bouwopzichter en later als gemeentelijk architect.
[1]
Een van zijn projecten in deze functie was een basisschool aan de Zuid-West Dubbelestraat te Gorredijk, een
neogotisch
gebouw ? mogelijk geinspireerd door soortgelijke scholen in
Raamsdonksveer
en Amsterdam ? gebouwd om een oudere school te vervangen die was gesloopt.
[1]
Meessen stierf in Opsterland op 14 november 1885, drie dagen nadat hij een ziekte had opgelopen.
[19]
De onafgemaakte school werd voltooid door Hidde Petrus Nicolaas Halbertsma.
[20]
[21]
[22]
In een recensie van Meessens fotografie schrijven Boom en Wachlin dat zijn Javaanse afbeeldingen zijn beste foto's zijn en dat die van andere eilanden varieren in kwaliteit. Ze merken aanzienlijk detail in zijn
stadsgezichten
op. Hij koos gebouwen die populair waren onder andere fotografen, waaronder
Paleis te Rijswijk
en de woning van
Sarief Bastaman Saleh
. Veel van zijn studioportretten lijken puur commercieel, waardoor Boom en Wachlin vermoeden dat deze bedoeld waren om Meessens landschapsfotografie te financieren.
[1]
Sommige afbeeldingen, waaronder vooral portretten, waren handgekleurd.
[14]
Meessens foto's uit het album dat hij aan Koning Willem III schonk worden bewaard in de
Koninklijke Bibliotheek
in
Den Haag
. Dit album bevat een reisbeschrijving van Meessens fotografie en afbeeldingen van zes eilanden (Java, Sumatra, Banka, Billiton, Borneo en Nias) en diverse etnische groepen, waaronder de
Javanen
,
Chinezen
,
Dajaks
en
Maleiers
. Hij geeft commentaar bij een aantal afbeeldingen van mensen, en schrijft bij een foto van
njai
(concubines): "[Ze zijn] een noodzakelijk kwaad voor het leger. Ze behouden binnen en buiten de kazerne de discipline en zijn op zeereizen van onschatbare waarde."
[1]
[23]
Een tweetal foto's, een van de rivier
Ciliwung
in Batavia en een tweede van Kali Mati in Padang, zijn in het bezit van het
Rijksmuseum
in Amsterdam.
[24]
Het
Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde
bezit een kopie van de De Bussy publicatie en de
Universiteitsbibliotheek Leiden
bezit 281 afdrukken, waarvan zeven van onbekende herkomst, die in 1891 aan het
Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap
gedoneerd waren door Pieter Johannes Veth.
[1]
De vier bestaande verzamelingen van Meessens werk zijn aanzienlijk kleiner in aantal dan die van tijdgenoten zoals Woodbury & Page, en zijn oeuvre is nauwelijks onderzocht of verzameld.
[1]
- Merrillees, Scott
(2000).
Batavia in Nineteenth Century Photographs
. Routledge, Londen.
ISBN 978-0-7007-1436-0
.
Referenties en extra informatie
- ↑
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
Boom, M. en Wachlin, S.
"J.A. Meessen"
.
Scherptediepte
. Leiden University Press.
21
(36).
Origineel
gearchiveerd op 2014-9-10. Geraadpleegd op 2016-8-7.
- ↑
Yayasan Untuk Indonesia, ed. (2005b). "Jacobus Anthonie Meessen".
Ensiklopedi Jakarta
(in het Indonesisch).
2
. Jakarta: Afdeling Cultuur en Musea. p. 6?7.
ISBN 978-979-8682-51-3
.
- ↑
"Naamlijst der europesche inwoners en hunne afstammelingen van het mannelijke geslacht".
Almanak van Nederlandsch-Indie voor het jaar 1860
. 33. Batavia: Lands Drukkery. 1860.
- ↑
Origineel: "buitengewoon opzigter van den waterstaat"
- ↑
"Familiebericht"
.
Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad
. Utrecht. 1865-4-28. p. 3.
- ↑
"Familiebericht"
.
Java Bode
. Batavia. 1866-6-27. p. 1.
- ↑
"Familiebericht"
.
Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad
. Utrecht. 1869-10-25. p. 4.
- ↑
"Familiebericht"
.
Bataviaasch handelsblad
. Batavia. 1865-11-4. p. 1.
- ↑
Yayasan Untuk Indonesia, ed. (2005a). "Atelier J. A. Meessen".
Ensiklopedi Jakarta
(in het Indonesisch).
1
. Jakarta: Afdeling Cultuur en Musea. p. 82.
ISBN 978-979-8682-50-6
.
- ↑
a
b
RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
.
J.A. Meessen
.
Origineel
gearchiveerd op 2015-5-2. Geraadpleegd op 2016-8-7.
- ↑
Een van Meessens advertenties kan worden bekeken in de
Sumatra-courant van 1868
.
- ↑
"(naamloos)"
. Sumatra-courant. Padang. 1869-6-2. p. 1.
- ↑
Origineel: "... fanatiekste bijgeloof het nemen van volkstypen buiten Java bijna onmogelijk maakt."
- ↑
a
b
c
"Wetenschap, Kunst en Letteren in Ned. Indie"
.
Bataviaasch Handelsblad
. Batavia. 1878-10-9. p. 4.
- ↑
Origineel: "Bij aankomst liet ik een paar schoten vallen, en haalde de Hollandsche vlag in top en al spoedig kwam men hooren wat ik wilde. Na kennisgeving daarvan beloofde men mij hulp voor den volgenden dag, om mijne goederen te transporteren, en prompt om 5 uur vond ik een 60 tal krijgers aan het strand."
- ↑
"(naamloos)"
.
Java Bode
. Batavia. 1871-4-3. p. 4.
- ↑
"Gemengd Nieuws"
.
Het Nieuws van den Dag
. Amsterdam. 1879-11-26. p. 1.
- ↑
Janse, D. (2007).
Het Koloniale Album als Verhaal: Beeldvorming in Fotoalbums uit Sumatra, 1860?1900
(PhD in Cultuurwetenschappen). Universiteit van Utrecht.
- ↑
"Familiebericht"
.
Het Nieuws van den Dag
. Amsterdam. 1885-11-18. p. 12.
- ↑
De school werd in 1955 gesloten en is tegenwoordig het Opsterland Museum. Het is een
Rijksmonument
(
De Voormalige Openbare Lagere School
).
- ↑
"De Voormalige Openbare Lagere School"
.
Gorredijk Historie
.
Origineel
gearchiveerd op 2014-9-11. Geraadpleegd op 2016-8-7.
- ↑
Stenvert, R., Kolman, C., Broekhoven, S., van Ginkel-Meester, S. en Kuiper, Y. (2000).
Monumenten in Nederland: Fryslan
. 6. Zwolle: Department of Conservation of Monuments and Waanders Publishers.
ISBN 978-90-400-9476-7
.
Gearchiveerd
op 4 mei 2023.
- ↑
Origineel: "Een noodzakelijk kwaad voor den militair, bewaren zij in en buiten de kaserne de beste tucht, terwijl op expeditien of reizen over zee deze vrouwen onschatbare diensten bewijzen."
- ↑
"Jacobus Anthonie Meessen"
. Rijksmuseum. Geraadpleegd op 2016-8-7.
|