Humbertus
of
Hugo
[noot 1]
(1e helft
11e eeuw
-
1086
), was een
middeleeuws
geestelijke
en kerkenbouwer die als
proost
verbonden was aan het
kapittel van Sint-Servaas
in
Maastricht
en het
kapittel van Sint-Lambertus
in
Luik
. Tevens was hij
aartsdiaken
van
Texandrie
.
Tot 1988 was er over het leven van proost Humbertus vrij weinig bekend. De belangrijkste bron vormde
Jocundus
, een Franse
benedictijn
die ten tijde van Humbertus in opdracht van het kapittel de legende van
Sint-Servaas
opnieuw op schrift stelde.
[2]
Op 8 juni 1988 werd bij archeologische opgravingen in de
Sint-Servaasbasiliek
in Maastricht het graf gevonden van Humbertus. Op de rand van de
sarcofaag
, uit
Nivelsteiner zandsteen
, stond een tekst gebeiteld
[noot 2]
en in het graf zelf werd een loden grafkruis gevonden met een levensbeschrijving van Humbertus. Bij de restauratie en herinrichting van de kerk is het graf van Humbertus zichtbaar gemaakt. Het grafkruis bevindt zich in de
Schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek
. Het bestaat uit een 5 mm dikke loden plaat in de vorm van een Grieks kruis en is het grootste grafkruis ooit gevonden (afmetingen 40 x 37 cm). Het kruis bevat 20 regels ingegraveerde tekst, geschreven in een mengeling van
kleinkapitalen
en
majuskels
. De tekst beschrijft voornamelijk Humbertus' werkzaamheden in de Sint-Servaaskerk.
[noot 3]
Over zijn verrichtingen in Luik wordt niet gerept.
De eerste vermelding van Humbertus ("Hugo") als proost van Sint-Servaas dateert uit 1051. Het betreft een dodenrol van een klooster uit de
Pyreneeen
, waaraan iemand een gedicht toevoegde met de zinsnede "Maastricht voedt ons, vader Hugo regeert ons" (
Trajectum nutrit nos, pater Hugo regit
).
[4]
Op het grafkruis van Humbertus wordt hij omschreven als "een aanzienlijk man". Humbertus, die ook onder zijn bijnaam Hugo bekendstond, verbeterde de financiele positie van het kapittel van Sint-Servaas door
prebenden
te stichten. Een belangrijke gebeurtenis was de verheffing van de relieken van de Maastrichtse bisschoppen
Monulfus
en
Gondulfus
, een gebeurtenis die een nieuwe
devotie
(en nieuwe pelgrimsstromen) op gang bracht. Waarschijnlijk was het Humbertus die omstreeks 1065 de Franse monnik
Jocundus
van de
Abdij van Fleury
uitnodigde een nieuwe
vita
over het leven van Sint-Servaas te schrijven, de
Actus Sancti Servatii
.
[5]
Volgens Jocundus beschermde Humbertus hem tegen de
bisschop van Utrecht
,
Willem van Gelre
, die de broer van de proost beschuldigde van moord op een familielid.
[6]
Dat moet na 1086 zijn gebeurd, want Jocundus schrijft over proost Humbertus als "zaliger gedachtenis" (
piae recordationis
). Jocundus vermeldt verder dat Humbertus een zeer vroom man was (
magnae devotionis virum
) en dat hij "het muurwerk van de kerk herstelde en met schilderwerk liet verfraaien, en de kerk met vele goederen verrijkte".
[1]
Het grafkruis geeft geen specifieke informatie over Humbertus' activiteiten als
proost van het Sint-Lambertuskapittel
in Luik en als
aartsdiaken
van
Texandrie
. Wel wordt vermeld dat hij de
prebenden
van zijn ondergeschikten verbeterde; dat zal hij dus ook in Luik hebben gedaan.
[7]
Onder meer in een schrijven van prins-bisschop
Diederik van Beieren
wordt hij genoemd als proost van de kathedrale kerk van Luik. Twee aktes uit 1057 vermelden de namen van de zeven aartsdiakens van Luik, inclusief Humbertus, en een derde akte uit dat jaar vermeld hem als getuige bij de bevestiging van een schenking van de kerken van
Sint Odilienberg
en Linne.
[8]
Een van Humbertus' voorgangers, proost
Geldulfus
, was aan het begin van de 11e eeuw begonnen met de bouw van een grote nieuwe kerk op het graf van Sint-Servaas. Deze kerk was in 1039 in aanwezigheid van
keizer Hendrik III
ingewijd. Humbertus voltooide het werk van Geldulfus en verving tevens diens ambitieuze maar onpraktische
transept
(met
polygonale
uiteinden) door een meer functioneel, rechthoekig transept. In de
crypte
vernieuwde Humbertus het graf van
Karel van Neder-Lotharingen
. Verder bouwde hij de
kloostergang
, de
sacristie
, de
kapittelschool
en de stiftskapel. Die laatste, tegenwoordig meestal
Dubbelkapel
genoemd, is in min of meer ongewijzigde staat bewaard gebleven en is thans in gebruik als schatkamer. Ook liet Humbertus het interieur van de kerk verfraaien met schilderingen, een
ciborie
bij het altaar van Sint-Servaas, een
cenotaaf
voor de heilige bisschoppen
Monulfus
en
Gondulfus
in het midden van de kerk (eveneens bewaard gebleven), en een veelheid aan
paramenten
en
liturgische
gebruiksvoorwerpen. Volgens het grafkruis bleven de werkzaamheden in Maastricht door Humbertus' dood onvoltooid.
[3]
De vergroting en verfraaiing van de Sint-Servaaskerk sneed blijkbaar dermate in het budget van het kapittel, dat daardoor minder geld overbleef voor andere activiteiten. Zo leden de armere leerlingen van de kapittelschool volgens Jocundus onder het tekort aan financiele middelen. Mogelijk had een door Jocundus genoemde overeenkomst tussen Humbertus en graaf
Otto I van Weimar
met deze financiele problemen te maken.
[9]
Humbertus overleed op 2 mei 1086 en werd in de Sint-Servaaskerk te Maastricht begraven
in medio ecclesiae
(in de as van het kerkschip). Aangezien in de grafkist resten van bloemen zijn gevonden die in juni of juli bloeien, kan daaruit worden afgeleid dat het lichaam van de proost zes tot acht weken opgebaard heeft gelegen in de kist, waarbij regelmatig de bloemen ververst werden. Daaruit kan worden geconcludeerd dat mensen van heinde en verre kwamen om van Humbertus afscheid te nemen.
[10]
In de
kathedraal van Luik
werd proost Hugo jaarlijks op zijn overlijdensdatum (2 mei) herdacht met een
jaargetijde
, een herdenkingsmis. In Maastricht, waar hij zoveel meer had betekend, was dat niet het geval.
[11]
Geraadpleegde literatuur, noten en verwijzingen
- (
fr
)
Boeren, P.C.
(1972):
Jocundus, biographe de saint Servais
. Martinus Nijhof, Den Haag.
ISBN 9789024712205
(
online tekst deels beschikbaar
)
- Cillekens, Caspar, en Wim Dijkman
(2006):
20 eeuwen Maastricht
. BnM uitgevers, Nijmegen.
ISBN 90-77907-36-X
- (
de
)
Deeters, J.
(1970):
Servatiusstift und Stadt Maastricht. Untersuchungen zu Entstehung und Verfassung
, Rheinisches Archiv #73. Ludwig Ruhrscheid Verlag, Bonn
- (
de
)
Diepen, H.A.
(1931):
Die Romanische Bauornamentik in Klosterrath: Und die Nord-Franzosische Bauplastische Invasion am Maas und Niederrhein im Letzten Drittel des XIIten Jahrhunderts
. Martinus Nijhoff, Den Haag (
tekst deels online
)
- Doppler, Pierre
(1936): 'Lijst der proosten van het Vrije Rijkskapittel van St. Servaas te Maastricht (800-1797)'. In:
Publications de la Societe Historique et Archeologique dans le Limbourg
(PSHAL), jrg. 72 (1936), pp. 141-240.
LGOG
, Maastricht [de hier gebruikte overdruk is genummerd pp. 1-100]
- Haye, Regis de la
(1988): 'Humbertus historie herscheven'. In:
De Sint Servaas. Tweemaandelijks restauratie-informatie bulletin
, #39/40, pp. 322-324; #41/42, pp. 326-328. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht (
online tekst
).
- Janssens, J.D.
(2007):
In de schaduw van de keizer. Hendrik van Veldeke en zijn tijd (1130-1230)
. Walburg Pers, Zutphen.
ISBN 978-90-5730-528-3
- (
de
)
Kroos, Renate
(1985):
Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehorigen Reliquiare in Brussel
. Zentralinstitut fur Kunstgeschichte, Munchen.
ISBN 3422007725
- Mekking, Aart
(1986):
De Sint-Servaaskerk te Maastricht
. Walburg Pers, Utrecht/Zutphen.
ISBN 906011339X
- Panhuysen, Titus
(1988): 'De archeoloog', 'De ontdekking van het graf van Humbertus', 'Het grafkruis van Humbertus/Hugo (1086)' en 'Grafmonumenten in Sint-Servaaskerk (2)'. Reeks artikelen in:
De Sint Servaas. Tweemaandelijks restauratie-informatie bulletin
, #39-40, pp. 309-319. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Panhuysen, Titus
(1990): 'Bouwperiodisering van de voorlopers van de Sint-Servaaskerk'. In:
De Sint Servaas
(restauratie-informatie bulletin #49), pp. 391-394. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Panhuysen, Titus
(1991): 'De Sint-Servaaskerk te Maastricht in de vroege middeleeuwen. Voorlopig eindverslag van de opgravingen door de dienst Stadsontwikkeling Maastricht in de periode 1981-1989'. In:
Bulletin KNOB
, nr. 90, pp.15-24 (
online tekst
)
- Panhuysen, Titus
(1992): 'Een nieuwe bestemming voor de oostkrypte'. In:
De Sint Servaas
(restauratie-informatie bulletin), pp. 506-508. Stichting Restauratie De Sint Servaas, Maastricht
- Ubachs, Pierre J.H.
, en
Ingrid M.H. Evers
(2005):
Historische Encyclopedie Maastricht
. Walburg Pers, Zutphen /
RHCL
, Maastricht.
ISBN 90-5730-399-X
- ↑
Door
Doppler
in 1936 nog als twee of drie afzonderlijke proosten gezien. Deeters vermoedde in 1970 al dat het om een en dezelfde persoon ging. Van P.C. Boeren kreeg hij in 1972 voor die aanname een veeg uit de pan. Op het grafkruis worden beide namen vermeld; Hugo als "bijnaam". Beide namen zijn vormen van Hubertus.
[1]
- ↑
Vertaling van de Latijnse tekst:
Op de zesde dag voor de nonae van mei is overleden Humbertus, proost van deze kerk en die van Luik
.
- ↑
Vertaling van de Latijnse tekst:
In het jaar onzes heren 1086, het 9e van de indictie, de 15e dag na volle maan, op zaterdag, de 6e van de nonae van mei, is overleden een aanzienlijk man, Humbertus, zoals hij eigenlijk heet, maar gekend onder zijn bijnaam Hugo, proost van deze kerk en van de grote kerk in Luik, en aartsdiaken van Texandrie. Tijdens zijn leven heeft hij prebenden gesticht voor zijn broeders. De kerk heeft hij hersteld en uitgebreid met het heiligdom, het koor, de crypte, het graf van de heer en Hertog Karel, met drie kapellen aan de zijkanten en een kapel aan de westkant, met een kleedruimte, met de ruimte voor het kapittel, de school en de hele kruisgang. Hij heeft de kerk voorzien van nieuwe vaste altaren, schilderwerk, een stenen ark voor de heilige Monulfus en Gondulfus, alsook met hun graf in het midden van de kerk. Hij heeft de kerk uitgerust met reliekhouders, kazuifels, togen, met de grote wierookhouder, en de bijbehorende wierook, en met andere liturgische voorwerpen. Hij heeft het ciborie laten bouwen en versieren, dat achter het altaar van de heilige Servaas staat. Het is met het grootste leedwezen, dat hij het werk waaraan hij begonnen is niet heeft kunnen afmaken door zijn verscheiden.
.
[3]
- ↑
a
b
De la Haye (1988), p. 322.
- ↑
Doppler (1936), pp. 32-33.
- ↑
a
b
Panhuysen (1988), p. 317.
- ↑
De la Haye (1988), p. 326.
- ↑
Janssens (2007), pp. 105-107.
- ↑
Doppler (1936), p. 33.
- ↑
De la Haye (1988), p. 323.
- ↑
De la Haye (1988), p. 324.
- ↑
Broeren (1972), p. 43.
- ↑
Cillekens/Dijkman (2006), p. 56.
- ↑
De la Haye (1988), p. 327.
|