Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Henryk Wieniawski
(
Lublin
,
10 juli
1835
-
Moskou
,
31 maart
1880
) was een
Pools
componist
en
violist
.
Wieniawski was van Pools-Joodse afkomst. Zijn vader Tobiasz Pietruszka bekeerde zich tot het
katholicisme
. Wieniawski's talent voor het bespelen van de viool werd vroeg ontdekt en in
1843
ging hij reeds naar het Conservatorium in
Parijs
. Nadat hij geslaagd was, ging Wieniawski op tournee waarbij hij veel recitals gaf. Hij werd vaak begeleid door zijn broer Jozef, die piano speelde. In
1847
publiceerde Wieniawski zijn eerste werk, de
Grand Caprice Fantastique
.
Op uitnodiging van
Anton Rubinstein
verhuisde Wieniawski naar
Sint-Petersburg
waar hij woonde van
1860
tot
1872
. Hier onderwees hij vele vioolstudenten, leidde hij het orkest en speelde mee in het strijkkwartet van het 'Russisch Muzikaal Genootschap'. Van
1872
tot
1874
toerde Wieniawski door de
Verenigde Staten
met Rubinstein. In
1875
verving hij
Henri Vieuxtemps
als docent viool aan het conservatorium van
Brussel
.
In Brussel ging Wieniawski's gezondheid sterk achteruit, waardoor hij vaak genoodzaakt was om midden in een concert te stoppen met spelen. Hij gaf een afscheidsconcert in
Odessa
in april
1879
. Een jaar later overleed hij aan een hartaanval in Moskou. Zijn lichaam werd bijgezet op de
Pow?zki begraafplaats
te
Warschau
.
- Grand Caprice Fantastique
, opus 1
- Allegro de Sonate
, opus 2
- Souvenir de Posen, Mazurka
, opus 3
- Polonaise de Concert nr. 1
, opus 4
- Adagio Elegiaque
, opus 5
- Souvenir de Moscou, deux airs russes, voor viool en piano
, opus 6
- Capriccio-Valse
, opus 7
- Grand Duo Polonaise voor viool en piano
, opus 8
- Romance sans Paroles et Rondo Elegant
, opus 9
- L'Ecole Moderne, 10 Etudes-Caprices voor solo viool
, opus 10
- Le Carnaval Russe, improvisaties en variaties
, opus 11
- 2 Mazurkas de Salon
, opus 12
- Fantaisie Pastorale
, opus 13
- Concerto nr. 1 in fis mineur
, opus 14
- Theme original varie
, opus 15
- Scherzo-Tarantelle
, opus 16
- Legende
, opus 17
- Etudes-Caprices Na Dwoje Skrzypiec
, opus 18
- 2 Mazurkas, Obertasse et Le Menetrier
, opus. 19
- Fantaisie Brillante sur Gounod's "Faust"
, opus 20
- Polonaise Brillante
, opus 21
- Vioolconcert nr. 2 in d mineur
, opus 22
- Gigue in e mineur
, opus 23
- Fantaisie Orientale
, opus 24