Guy Gibson
(
Shimla
,
India
,
12 augustus
1918
?
Steenbergen
,
Nederland
,
19 september
1944
) was een
Britse
bommenwerperpiloot die in 1943 leiding gaf aan
Operatie Chastise
. Hiervoor werd Gibson onderscheiden met het
Victoria Cross
.
Gibson werd in India geboren maar verhuisde al op driejarige leeftijd naar Engeland. Na de middelbare school te hebben doorlopen koos Guy voor een carriere in de RAF: hij werd beroepsofficier. In 1936 kwam hij bij de
Royal Air Force
. Na zijn vliegeropleiding en zijn bevordering tot luitenant-vlieger vloog Gibson de Handley Page Hampden. Uiteindelijk werd hij aangesteld als commandant van het 83e
squadron
. In de tussentijd had Gibson de op zichzelf niet geringe overstap gemaakt gedurende meer dan zes maanden Bristol Beaufighter nachtjagers te vliegen en te leiden. Hij maakte in die periode jacht op Duitse vliegers die vaak alleen of in geringe aantallen kostbare, storende aanvallen op Britse doelen deden.
In 1941 werd Gibson benoemd tot kapitein. Vanaf 1942 was hij piloot van de beste Britse bommenwerper van de Tweede Wereldoorlog, de
Avro Lancaster
. Later kreeg hij de leiding over een
eskader
van dertig Lancaster bommenwerpers: het 106e squadron. Begin 1943 werd hij gevraagd het nieuw op te richten
617e squadron
samen te stellen uit ervaren en vrijwillig toetredende bemanningen. Het 617e werd in eerste instantie speciaal geformeerd om de Duitse stuwdammen aan te vallen.
Operatie Chastise was een operatie tijdens de
Tweede Wereldoorlog
. Het was een poging van de
geallieerden
om het
Ruhrgebied
zonder stroom te zetten, door de stuwdammen die de stroom leverden te bombarderen.
Verscheidene keren hadden de geallieerden de wapenfabrieken gebombardeerd maar iedere keer bouwden de Duitsers ze razendsnel weer op. Gibson kreeg de opdracht om niet de fabrieken, maar de stuwdammen te vernietigen. Deze missie werd door velen als onmogelijk gezien omdat de stuwdammen extreem zwaar waren en de aanval extreme precisie vereiste.
De missie was een succes, maar de verliezen waren zwaar. Dankzij het bombardement zat het hele Ruhrgebied een maand lang zonder stroom, waardoor de Duitse oorlogsindustrie ernstige vertraging opliep. Mede door de inzet van grote aantallen dwangarbeiders uit geheel Europa wisten de Duitsers veel sneller dan verwacht de stuwdammen weer op te bouwen, waardoor de Duitse oorlogsindustrie al na een paar maanden weer op volle toeren draaide. Desalniettemin was de morele klap groot. Enige tijd waren de Duitsers gechoqueerd door het idee dat de vijand een zo goed verdedigd doel zo precies en succesvol kon opsporen en vernietigen. De aanval was tevens een enorme opsteker voor het Britse moreel, dat na drie jaar aardig in elkaar begon te zakken vanwege de uitzichtloosheid van de oorlog.
Gibson werd benoemd tot majoor en kreeg diverse staffuncties. Mede door toedoen van de Britse premier
Winston Churchill
werd hij op dienstreis naar
Canada
uitgezonden. Het was de wens van Churchill om Gibson binnen de Conservatieve partij een sleutelrol in de naoorlogse politiek te geven. De voorbereidingen op die nieuwe rol waren in volle gang, maar Gibson hield de sleur van de opeenvolgende staffuncties, ingesteld om hem de oorlog te doen overleven, niet langer vol. Hij wist het zo te regelen dat hij weer op operaties werd ingezet met een nieuw vliegtuig: de tweepersoons tweemotorige en voor zijn tijd zeer geavanceerde
De Havilland Mosquito
jachtbommenwerper. Gibson was leider van een eskader van zestig bommenwerpers.
Op
19 september
1944
werd Gibsons Mosquito getroffen door
eigen vuur
van een Lancaster bommenwerper.
[2]
[3]
Hij kwam om het leven toen hij nabij
Steenbergen (Noord-Brabant)
neerstortte. Hij ligt begraven op het
katholieke
kerkhof van Steenbergen.
Bronnen, noten en/of referenties
|