Girolamo Savonarola
(
Ferrara
,
21 september
1452
?
Florence
,
23 mei
1498
) was een
dominicaan
en van 1494 tot 1498
heerser
over de
Florentijnse Republiek
.
Savonarola wordt vaak, met de
Bohemer
Jan Hus
en de
Engelsman
John Wycliffe
, tot de voorlopers van de
Hervorming
en het
protestantisme
gerekend, maar Savonarola bleef trouw aan de
rooms-katholieke
geloofsleer. Hij stond bekend om zijn
antirenaissancistische
boetepreken,
boekverbrandingen
en de vernietiging van kunstwerken, bekend als
vreugdevuur van de ijdelheden
. Zijn acties luidden de tijdelijke ondergang van de
Medici-familie
in als machthebbers van Florence. Hij kwam in conflict met
paus Alexander VI
, wat uiteindelijk tot zijn dood op de brandstapel leidde.
Girolamo Savonarola werd geboren in het gezin van
Niccolo Savonarola
en
Elena Bonacorsi
. Hij had twee zusters en was de derde van vijf broers. Hij werd in zijn jonge jaren gevormd door grootvader
Michele Savonarola
(1390-1468), een rijke arts met een strenge moraal en religieuze principes, die hoopte dat zijn kleinzoon arts zou worden. Savonarola was meer geinteresseerd in de werken van
Plato
en
Aristoteles
, geciteerd door
Thomas van Aquino
en door de
Bijbel
. Als jongen van twintig (1472) schreef hij
Canzona de ruina mundi
, waarin hij het verval van de moraal beschrijft. In 1474 volgde de
Canzona de ruina ecclesiae
, waarin hij de kerk beschuldigt van haar arrogantie en misbruiken. In deze Canzona’s klinkt Savonarola’s heimwee door naar het ideaal van het vroege christendom.
[1]
Op 24 april 1475 trad Savonarola toe tot de Orde van de
Dominicanen
in
Bologna
. In dit klooster
San Domenico
was
Dominicus
in 1221 overleden. Men handhaafde daar een strenge kloosterregel.
[2]
In 1479 ging hij terug naar Ferrara om daar aan de universiteit theologie te studeren. Hij werd daar tot priester gewijd.
Vanwege vijandelijkheden tussen de hertog van Ferrara en de troepen van de paus moest de
prior
met de communiteit uitwijken naar het klooster
San Marco
in Florence.
[3]
In dit klooster nam Savonarola de taak op zich van
lector
in de theologie en kreeg veel waardering. Hij bestudeerde de
Apocalyps
en
Profeten
van het
Oude Testament
en gaf daar lessen over. In 1485 en 1486 hield hij in Florence de vastenmeditaties waarin hij nadrukkelijk de kerk opriep zich te hervormen en te vernieuwen.
[4]
De
magister-generaal
van de orde,
Joachim de Turriani
(1487-1500) voorzag moeilijkheden met de familie de’
Medici
bij deze trant van preken en hij plaatste Savonarola over naar
Brescia
(
Lombardije
). Van daaruit zette Savonarola zijn preektrant met groot succes door in
Genua
en
Pavia
en hij vond gretig gehoor bij de lagere middenklasse.
[5]
Lorenzo de’ Medici vroeg de magister-generaal, op advies van de filosoof
Giovanni Pico della Mirandola
, om Savonarola weer terug te plaatsen in Florence. Dat gebeurde en Savonarola preekte zo hartstochtelijk en indringend over het Laatste Oordeel dat de Kerk van
San Marco
te klein was en hij met verlof uitweek naar de
Dom van Florence
. In juni 1491 koos de communiteit van het convent San Marco Savonarola als prior. Hij maakte dit convent los van de Lombardische provincie met de bedoeling er een eigen klooster van te maken van de strenge observantie.
[6]
Savonarola raakte steeds verder gedesillusioneerd in de toenmalige leiding van de Katholieke Kerk. Het in zijn ogen immorele gedrag en de zedeloosheid van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders van zijn tijd, het verkopen van
aflaten
, het schenden van het
celibaat
en de woekerende corruptie van de Vaticaanse
curie
zag hij als grote zonden. Daarom concentreerde hij zich in zijn studie meer en meer op de Bijbel, de mystici en de
kerkvaders
, waarbij hij vanaf ongeveer 1486
wereldse
zaken als kunst of vermaak als zonden ging zien. Vanuit deze visie preekte hij in de Florentijnse San Marcokerk. Dit keer wist hij wel een blijvende indruk te maken: tijdens de
missen
die hij celebreerde zat de kerk altijd bomvol.
Savonarola was geen theoloog die vaste
doctrines
aanhing, in plaats daarvan leerde hij dat het beter is moreel en praktisch goed te handelen dan genot, luxe of andere zaken die hij als zondig zag, na te streven. Hij was een beschermeling van
Lorenzo de' Medici
, de machtigste man in de Florentijnse Republiek, patroon van vele bekende kunstenaars en artiesten van de
Renaissance
. Op zijn sterfbed (1492) liet De' Medici Savonarola roepen om hem de
biecht
af te nemen en het
heilig oliesel
toe te dienen. Later richtte Savonarola zich echter in zijn preken juist tegen Lorenzo de' Medici en zijn zoon
Piero de' Medici
, die zijn vaders leidende rol in de republiek had overgenomen.
Toen koning
Karel VIII
in 1494 Italie binnentrok leken de voorspellingen van Savonarola uit te komen. De bevelhebber van Florence, Piero de' Medici, was besluiteloos, de stad Florence was onverdedigbaar en capituleerde. De burgers verdreven Piero de’ Medici op 9 november 1494 met zijn aanhang naar Venetie en sloten vrede met
Karel VIII
, die na enkele dagen bezetting en de belofte van een aanzienlijke schenking wegtrok van de stad.
In deze desolate toestand had alleen Savonarola het gezag. Hij richtte een democratisch bestuur in en beschouwde Florence als de hoofdstad, stad Gods, van waaruit heel Italie, ook de kerk, zou worden hervormd. Hij was zelf geen lid van het bestuur (Signoria), maar adviseur van het nieuwe Florence. Zelf zag Savonarola erg op tegen deze taak. In een preek op de 4e zondag van de
advent
, 21 december 1494, in de Dom van Florence zegt hij: “Omdat ik vrij wilde zijn heb ik voor het
celibaat
gekozen; omdat ik in vrede wilde leven ben ik de haven van mijn kloosterorde ingevlucht (…) Toen zette de Heer mij op een schip en bracht mij tot midden op zee om daar te vissen. Nu sta ik hier, en nergens zie ik een haven waar ik kan binnenlopen. Ik was een vrij man (…) nu ben ik de slaaf van allen en ik zie me van alle kanten met oorlog en tweedracht geconfronteerd.
[7]
Na deze stappen bleek dat men in het bestuur (signoria) rekening moest houden met vier groepen:
- De ‘
Biggi
’, die pleiten voor de terugkeer van de Medici.
- De ‘
Compagnacci
’, jonge mensen die tegen het strenge regime van Savonarola waren en telkens zijn preken verstoorden.
- De ‘
Arabiati
’, antidemocraten, ijverend voor de terugkeer van de Medici.
- De ‘
Lauwen
’, zo’n 5.000 leden van de geestelijke stand, die zich door Savonarola geintimideerd voelden.
De invloed van Savonarola was zo groot en zo plotseling dat deze vier partijen moesten wachten op het moment dat ze een front konden vormen. Op 8 september 1495 sommeerde
paus Alexander VI
Savonarola om onmiddellijk naar Bologna te gaan op straffe van
excommunicatie
. Op 16 oktober kwam een brief, waarin hem verboden werd nog te preken, maar Savonarola’s populariteit groeide. Op weg naar de Dom te Florence omstuwde hem een grote groep jongelui, zodat hij daar beschermd kon komen.
Paus Alexander VI bood hem de waardigheid van
kardinaal
aan, waarop Savonarola zei: “De rode kardinaalshoed? Ik verkies liever een hoed van bloed.” In een brief van 7 november 1496 hief de paus de onafhankelijke status van het San Marcoklooster op, waarvan Savonarola prior was. Als hij dit niet accepteerde was hij geexcommuniceerd.
In de carnavalstijd van 1497 riep Savonarola de mensen van Florence op om alle ijdelheden (sieraden, schilderstukken, feestkleding, pruiken, speelkaarten en speeltafels) te verbranden op de
Piazza della Signoria
. Daar werd gevolg aan gegeven. Dit werd herhaald in de carnavalstijd van 1498 toen ook boeken, schilderwerk van
Sandro Botticelli
en
Fra Bartolomeo
in vlammen opgingen.
[8]
Na twee misoogsten van graan, met als mogelijk gevolg hongersnood, zonnen de partijen op een moordaanslag. Toen op
hemelvaartsdag
1497 Savonarola op weg was naar de Dom, probeerde de partij van de Compagnaci hem te doden, maar Savonarola had een te grote groep om zich heen. Ze probeerden tegen het einde van de preek door veel lawaai te maken paniek te zaaien onder de luisteraars in de Dom, maar Savonarola bleef koelbloedig en de aanslag mislukte. De partij van de
Palleschi
viel het San Marco-klooster aan in de nacht voor Maria Hemelvaart, 15 augustus 1497. De aanslag mislukte en Savonarola liet vijf hoofdverdachten arresteren en stemde in met hun onthoofding.
[9]
In de zomer van 1497 brak de
pest
uit in Florence. Elke dag stierven zo’n honderd mensen; de kinderen werden gespaard. Savonarola greep dit feit aan en preekte dat de toekomst van de kerk en maatschappij lag in de handen van kinderen en jonge mensen. De ouderen probeerden complotten te smeden om Savonarola uit de weg te ruimen, maar deze preekte dat het nu de tijd werd voor de grote vernieuwing. Groepen in de Signoria hielden de paus tegen om een
banvloek
over de stad uit te spreken, want dan zou de stad geisoleerd worden, zodat er geen geld- en handelsverkeer mogelijk was.
[10]
De Signoria besloot op voorstel van de
franciscaan
Francesco di Publia
, het pleit te beslechten door een
godsoordeel
, dat op zaterdag voor
Palmzondag
, 17 april 1498, zou plaatsvinden. Toen Savonarola weigerde daaraan mee te werken, bood zijn medestander
Domenico de Pescia
zich aan om voor ‘hem door het vuur te gaan’. Er waren zeven stellingen geformuleerd.
Maar voordat dit 'Godsoordeel' zou beginnen waren er vele juridische en theologische geschilpunten, die niet werden opgelost. Toen tegen de avond ook nog een onweer losbarstte, besloot de Signoria de test af te gelasten, tot grote onvrede van de bevolking, die meende dat Savonarola hierachter zat. Op Palmzondag 8 april 1498 bestormden leden van de partijen 'Arabiati' en 'Palleschi' het San Marcoklooster en namen Savonarola, Domenico de Pescia en
Silvester Maruffi
, "een labiele gewichtigdoener",
[11]
gevangen en sloten ze op in de kerkers.
Het verzoek van paus Alexander VI Savonarola uit te leveren werd door de Signoria afgewezen. Ze vonden het beter dat Savonarola te midden van de Florentijnen werd gedood. De paus verzocht toelating van waarnemers. De magister-generaal,
Joachim Turriani
, en de advocaat van de
Curie
,
Francesco Romolina
, kwamen naar Florence en werden toegelaten.
In de rechtszaak luidden de aanklachten tegen Savonarola: ketterij, het veroorzaken van een kerk
schisma
, het preken over ontoelaatbare zaken en het aantasten van de pauselijke autoriteit.
[12]
Savonarola en zijn twee medewerkers legden, na martelingen op de
strekbank
, uiteindelijk een bekentenis af. De beulen lieten alleen Savonarola's rechterarm ongemoeid, zodat hij in staat bleef zijn handtekening te zetten.
Na het oordeel van de kerkelijke rechtbank, werd Savonarola overgedragen aan de wereldlijke rechtbank die het vonnis ? dood door ophanging en vuur - uitvoerden op de Piazza della Signoria op de dag voor
Hemelvaart
, woensdag 23 mei 1498. Zo vonden Savonarola, Domenico de Pescia en Silvester Maruffi, na van hun ordesgewaad ontdaan te zijn, de dood. De uitvoerders van het vonnis pookten de vuren nog eens hoog op zodat geen resten van de lichamen over waren en gooiden de as in de
Arno
om te voorkomen dat er resten overbleven die als
relieken
zouden gaan dienen.
[13]
In gevangenschap schreef Savonarola twee van zijn bekendste werken.
Infelix Ego
, een
meditatie
over
Psalm 51
, voltooide hij vlak na zijn bekentenis op 8 mei. Hij vraagt God hierin om vergeving voor het feit dat hij aan de fysieke druk van de martelingen bezweken was en misdaden had bekend waaraan hij geloofde onschuldig te zijn. Op de dag van zijn executie, 23 mei 1498, was hij nog bezig aan
Tristitia obsedit me
, een meditatie over
Psalm 31
.
[14]
De geschiedschrijver
Jacopo Nardi
, die getuige was van de executie, schreef dat de beul die het vuur aanstak daarbij uitriep dat degene die hem had willen verbranden nu zelf dit lot onderging. Een andere getuige,
Lucca Landucci
, schreef dat de verbranding een paar uur duurde, waarbij de beulen de as een aantal keer omwoelden en met nieuw hout bedekten, zodat aanwezige vroegere aanhangers van Savonarola niet in staat zouden zijn stoffelijke resten te bemachtigen die dan als
relieken
bewaard zouden blijven. De as van het vuur werd bij de
Ponte Vecchio
in de
Arno
verstrooid.
[15]
Ook
Niccolo Machiavelli
was getuige van de executie en heeft deze beschreven.
Hoewel hij soms tot dezelfde categorie gerekend wordt als
reformatoren
als
Luther
en
Calvijn
, was Savonarola eigenlijk geen kerkhervormer, hij wilde slechts de
zedeloosheid
bestrijden die in zijn visie bestond binnen de kerk. Evenmin als Luther wilde hij een afsplitsing van de Katholieke Kerk veroorzaken. Hij bleef trouw aan de kerkelijke
traditie
en ook aan de
sacramenten-
en
heilsleer
van de katholieke
concilies
.
Het eigenmachtige optreden van Savonarola dat bepaald hardhandig en radicaal mag heten, valt niet eenvoudig positief of negatief te beoordelen. Het Florence in de tijd van Savonarola is beschreven in
De geboorte van Venus
, een roman van
Sarah Dunant
. Na zijn dood zouden de De' Medici's weer aan de macht komen in Florence.
Savonarola's preken, die bol stonden van dood, verderf en de verwachte
apocalyps
of
eindtijd
, leidden onder andere bij de jonge
Michelangelo
en
Pico della Mirandola
tot grote bewondering, gevolgd door innerlijke tweestrijd. Enerzijds dienden zij de kunst af te zweren, maar anderzijds moesten zij via de kunst Savonarola's visioenen van dood en verderf tonen. Zo vindt Savonarola paradoxaal genoeg zijn weg als belangrijk beinvloeder van de progressiefste kunst uit zijn tijd.
Reeds in
1558
verklaarde
paus Paulus IV
dat de dominicaner pater Savonarola niet schuldig was geweest aan
ketterij
of
schisma
.
In
1949
en opnieuw in
2007
maakte de
Dominicaner Orde
bekend, dat zij een onderzoek tot
zaligverklaring
van hun confrater Savonarola wilden instellen in het
Vaticaan
. De
jezuieten
verklaarden zich echter tegenstander van deze zaligverklaring. Volgens hen is de agitatie van Savonarola tegen de toenmalige paus een onvergeeflijk delict geweest. Reeds
Ignatius van Loyola
liet daarom strijdschriften van de hand van Savonarola in de jezuietenscholen verbieden en verbranden.
In het boek
Een Venetiaans geheim
van
Ian Caldwell
en
Dustin Thomason
wordt uitgebreid verwezen naar Savonarola en zijn invloed op de samenleving van die tijd.
In het boek
Het Sixtijns Geheim
van
Philip Vandenberg
komt de tweestrijd van Michelangelo naar aanleiding van het handelen van de kerk richting Savonarola aan de orde.
In het
Ubisoft
-spel
Assassin's Creed II
komt Savonarola in het bezit van een krachtig
artefact
, waarmee hij Florence onder de duim houdt. Uiteindelijk wordt hij gedood door
Ezio Auditore da Firenze
, die het artefact terugneemt.
De roman
De verleidster van Florence
van
Salman Rushdie
schetst een geromantiseerd beeld van het culturele en sociale leven in de stad tijdens en na de regeerperiode van Savonarola.
De roman
Romola
van de Engelse schrijfster
George Eliot
speelt in het Florence van Savonarola. Savonarola is zelf een van de hoofdpersonen in het boek.
Ook de Nederlandse literatuur heeft een roman over Savonarola:
Een vinger op de lippen
van
Pierre H. Dubois
. Het boek bevat zogenaamd de nagelaten bekentenissen van Savonarola (die hier Lorenzo Vitelli wordt genoemd).
In de televisiereeks
The Borgias
speelt Savonarola een belangrijke rol.
Bronnen, noten en/of referenties
Voetnoten
- ↑
Jaspers o.c. 11-14.
- ↑
Jaspers o.c. p.
- ↑
Jaspers o.c. 14.
- ↑
Jaspers, o.c. p.14-16.
- ↑
Jaspers o.c. p.16.
- ↑
Jaspers o.c. p. 17.
- ↑
Jaspers o.c. p. 20-21.
- ↑
Jaspers o.c. 24-25
- ↑
Jaspers, o.c. p. 28-29
- ↑
Jaspers o.c. p. 29
- ↑
Jaspers p.31
- ↑
Jaspers, o.c.p 31
- ↑
Jaspers o.c. p. 30-32
- ↑
Macey, 1998, p. 28
- ↑
Macey, 1998, p. 30-31
Literatuur
- (
en
)
Bedoyere, Michael de la, 1957:
The Meddlesome Friar
- (
en
)
Durant, Will, 1953:
The Renaissance
- (
nl
)
Jaspers, Gerard:
Savonarola 1452-1498 in de Nederlanden. Een bibliografie van zijn gedrukte werken met inleidende notities omtrent zijn leven, etc.
De Buitenkant, Amsterdam, 1998,
ISBN 90 76452 318
. Hoofdstuk II: Het leven van Savonarola in kort bestek, p. 11-32. In dit ‘kort bestek’ staan zeer nauwkeurige gegevens over het leven van Savonarola.
- (
en
)
Lawson, James, 1911:
Deeper Experiences Of Famous Christians
, Warner Press
- (
en
)
Martines, Lauro, 2006:
Scourge and Fire: Savonarola and Renaissance Florence
,
ISBN 0224072528
- (
it
)
Misciattelli, Piero, 1925:
Savonarola
, Alpes,
Milaan
- (
en
)
Pastor, Ludwig von, 1891:
The history of the popes, from the close of the Middle Ages : drawn from the secret archives of the Vatican and other original sources
40 delen, zie in
deel V
, 171ff.,
Corruption of the Italian Clergy of all Ranks,
en 181ff.,
Fra Girolama Savonarola.
- (
en
)
Ridolfi, Roberto, 1959:
The Life of Girolamo Savonarola
- (
en
)
Van Wyck, William, 1927:
Savonarola: A Biography in Dramatic Episodes
(toneelstuk)
- (
en
)
Weinstein, Donald, 1970:
Savonarola and Florence
Online literatuur
|