한국   대만   중국   일본 
Gaston Bachelard - Wikipedia Naar inhoud springen

Gaston Bachelard

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gaston Bachelard
Gaston Bachelard
Persoonsgegevens
Geboren Bar-sur-Aube , 24 juni 1884
Overleden Parijs , 16 oktober 1962
Land Frankrijk
Functie Filosoof
Orienterende gegevens
Discipline Epistemologie , cultuurfilosofie , wetenschapsfilosofie
Domein Westerse filosofie
Tijdperk Hedendaagse filosofie
Stroming Franse epistemologie
Belangrijkste ideeen obstacle epistemologique , rupture epistemologique , phenomenotechnique
Beinvloed door Auguste Comte , Comte de Lautreamont , Sigmund Freud , Carl Gustav Jung , Emile Meyerson , Leon Brunschvicg
Beinvloedde Georges Canguilhem , Alexandre Koyre , Jean Cavailles , Suzanne Bachelard , Francois Dagognet , Gilles-Gaston Granger , Louis Althusser , Michel Foucault , Dominique Lecourt , Roland Barthes , Michel Serres
Belangrijkste werken
1934 Le nouvel esprit scientifique
1938 La formation de l'esprit scientifique
1957 La poetique de l'espace
Handtekening Handtekening
Portaal   Portaalicoon   Filosofie

Gaston Bachelard ( Bar-sur-Aube , 24 juni 1884 ? Parijs , 16 oktober 1962 ) was een Frans filosoof en schrijver. Hij hield zich vooral bezig met wetenschapsfilosofie en poetica . Bachelard ging zich pas op latere leeftijd intensief bezighouden met de filosofie. Zijn eerste werken focussen zich vooral op wetenschapsfilosofische vraagstukken en de filosofische consequenties van de wetenschappelijke vernieuwingen aan het begin van de 20e eeuw, zoals de relativiteitstheorie . De bekendste werken die hieruit voortkwamen zijn Le nouvel esprit scientifique (1934) en La formation de l'esprit scientifique (1938). Een centrale stelling van Bachelard is dat wetenschappelijke vooruitgang wordt bereikt door los te komen van de menselijke verbeelding. Alledaagse mijmeringen en metaforen spelen de rol van een epistemologisch obstakel ( obstacle epistemologique ). In die zin typeerde hij zijn eigen werk dan ook als een psychoanalyse van de objectieve kennis.

Vanaf de jaren 40 begon Bachelard zich ook te interesseren in de analyse van de menselijke verbeeldingskracht als opzichzelfstaand fenomeen, eerder dan louter als obstakel voor wetenschappelijke vooruitgang. Het bekendste werk waarin dit naar voren komt is La poetique de l'espace (1957), dat focust op verbeelding rond ruimte en huiselijkheid. Verder focuste Bachelard vooral op de vier oerelementen (vuur, lucht, water, aarde) waarrond hij verschillende studies schreef. De dichterlijke verbeeldingskracht kan steeds, volgens Bachelard, verbonden worden met een (of meerdere) van deze oerelementen, die voor hem als archetypes golden. Ook in deze periode verschenen er nog wetenschapsfilosofische studies.

Leven en werk [ bewerken | brontekst bewerken ]

Bachelard werd geboren als zoon van een tabakshandelaar. Na het gymnasium werkte hij enige tijd als postbeambte en studeerde in zijn vrije tijd natuurkunde . Later studeerde hij filosofie, werd leraar en uiteindelijk professor in de wetenschapsgeschiedenis en de filosofie der natuurwetenschappen aan de Universiteit van Parijs . Hier volgde hij Abel Rey op, die ook de promotor van Bachelards proefschrift was. Hij was medeoprichter van het filosofische tijdschrift Dialectica (1947), samen met Paul Bernays en Ferdinand Gonseth . In 1951 werd hij door de Franse overheid onderscheiden met een benoeming in het Legioen van Eer .

Zijn dochter, Suzanne Bachelard (1919-2007), werd ook filosofe en schreef over gelijkaardige thema's. Haar vertrekpunt was vooral de fenomenologie van Edmund Husserl . Vanuit dat perspectief onderzocht ze de grondslagen van de wiskunde en wetenschap.

Epistemologisch werk [ bewerken | brontekst bewerken ]

Bachelard schreef belangrijke werken van epistemologische aard, waarin hij zich een tegenstander toont van Auguste Comtes positivisme . Voor Bachelard was de wetenschapsgeschiedenis geen rechtlijnige beweging van redeloosheid naar redelijkheid zoals in Comtes wet van de drie stadia wordt gesuggereerd. Eerder dan dat legt Bachelard zich toe op het beschrijven van de hardnekkige fouten of "epistemologische obstakels" ( obstacles epistemologiques ) die men in de geschiedenis van de wetenschappen terugvindt. Onder zulke obstakels verstaat Bachelard bepaalde onbewuste ideeen en metaforen die het wetenschappelijk denken sterk bepalen en daardoor ook verdere evolutie blokkeren. Hij focust dan ook in zijn werk eerder op wat er fout loopt, dan welke successen er geboekt worden. In die zin noemde hij zijn project ook weleens een " psychoanalyse van de (wetenschappelijke) kennis".

Uiteindelijk overwint de mens dit epistemologisch obstakel en kan men (in sommige gevallen) spreken van een " epistemologische breuk " ( rupture epistemologique ). Dit heeft als gevolg dat er plotseling nieuwe concepten kunnen ontstaan die andere volledig verwerpen dan wel incorporeren. Verder varieerde Bachelard op Rene Descartes cartesiaans materialisme en diens idee van onveranderlijkheid; tegenover de uitspraak van Descartes “ik denk dus ik ben” stelde hij de uitspraak “ik denk anders, dus ook mijn ik verandert”: de wetenschap moet niet de wereld verklaren, maar vooral de ervaring compliceren.

Met zijn epistemologisch werk heeft Bachelard invloed gehad op een reeks Franse filosofen, onder wie Georges Canguilhem , Louis Althusser , Dominique Lecourt , Michel Foucault en Gilles-Gaston Granger . Lecourt introduceerde de overkoepelende term ' historische epistemologie ' om deze stroming te typeren. Canguilhem volgde Bachelard op aan de Sorbonne en verrichtte wetenschapshistorisch onderzoek in de lijn van Bachelard, maar over een andere discipline, namelijk de biologie, eerder dan de natuur- en scheikunde. Althusser nam de term van 'epistemologische breuk' over, maar als coupure epistemologique , en stelde dat er zo'n breuk terug te vinden was in het werk van Karl Marx . Lecourt, een leerling van Althusser, schreef verscheidene studies over Bachelard, maar geherinterpreteerd vanuit een marxistisch kader. Foucault was een leerling van Canguilhem, maar ging ook duidelijk in debat met Bachelard. In L'Archeologie du savoir (1969) bespreekt hij onder andere het (on)nut van het onderscheid tussen verbeelding-wetenschap. Op een meer traditionele wijze ziet men het denken van Bachelard doorwerken bij Granger, die meer klassieke wetenschapsfilosofische studies schrijft, maar over de menswetenschappen, zoals de economie.

Literair-kritische studies [ bewerken | brontekst bewerken ]

Bachelard kreeg vooral bekendheid door zijn literair-kritische studies. Uitgangspunt daarbij zijn de door hem geconstateerde remmingen van affectieve oorsprong die het wetenschappelijk denken in zijn ontwikkeling ondervindt. Oorspronkelijk opgezet als “ psychoanalyse van het objectieve denken” worden deze literaire essays al snel autonome, fenomenologische beschrijvingen van poetische beelden. Bekend zijn zijn beschouwingen over de vier elementen, gezien als de archetypen van de dichterlijke verbeeldingskracht: verlangen naar rust (aarde), drang naar zuivering en sublimatie (vuur), liefdes- en doodsverlangen (water) en streven naar beweging en transcendentie (lucht). In zijn L’eau et les reves (1942) behandelt hij op originele wijze het narcisme . In een studie over Comte de Lautreamont analyseert hij de dierlijke agressiviteit als dichterlijke houding. In zijn La poetique de la reverie (1960) behandelt hij op fenomenologische wijze het dichterlijke dromen.

Hermeneutiek [ bewerken | brontekst bewerken ]

De hermeneutische methode die Bachelard toepast op zijn literaire werken beoogt zo veel mogelijk een creatief samenvallen van het bewustzijn van de lezer met de in het werk tot gelding komende literaire verbeelding van de auteur. In deze verbeelding kunnen zich volgens Bachelard elementen van een collectief bewustzijn manifesteren. Op grond van een duidelijke neiging tot groeperen en classificeren wordt Bachelards werk soms ook wel onder het structuralisme gerangschikt.

Bachelard oefende veel invloed uit op de Franse “Nouvelle critique” van de jaren vijftig en zestig, onder meer op Roland Barthes .

Bibliografie [ bewerken | brontekst bewerken ]

Herdenkingsmuur in Bar-sur-Aube met teksten van Bachelard
  • Essai sur la connaissance approchee (1928)
  • Etude sur l'evolution d'un probleme de physique: la propagation thermique dans les solides (1928)
  • La valeur inductive de la relativitee (1929)
  • La pluralisme coherent de la chimie moderne (1932)
  • L'Intuition de l'instant (1932)
  • Les intuitions atomistiques: essai de classification (1933)
  • Le nouvel esprit scientifique (1934)
  • La dialectique de la duree (1936)
  • L'experience de l'espace dans la physique contemporaine (1937)
  • La formation de l'esprit scientifique: contribution a une psychanalyse de la connaissance objective (1938)
  • La psychanalyse du feu (1938)
  • La philosophie du non: essai d'une philosophie du nouvel esprit scientifique (1940)
  • L'eau et les reves (1942)
  • L'air et les songes ( Air and Dreams , 1943)
  • La terre et les reveries du repos (1946)
  • La terre et les reveries de la volonte (1948)
  • Le Rationalisme applique (1949)
  • L'activite rationaliste de la physique contemporaine (1951)
  • Le materialisme rationnel (1953)
  • La poetique de l'espace (1957); Engelse vertaling door Maria Jolas, voorwoord John R. Stilgoe: The poetics of space (1994 2 [1964])
  • La poetique de la reverie (1960 [1] )
  • La flamme d'une chandelle (1961)
  • L'engagement rationaliste (1972)

Literatuur en bronnen [ bewerken | brontekst bewerken ]

  • A. Bachrach e.a.: Encyclopedie van de wereldliteratuur . Bussum, 1980-1984. ISBN 90-228-4330-0
  • Dominique Lecourt, L’epistemologie historique de Gaston Bachelard (1969). Parijs, 2002.
  • Dominique Lecourt, Pour une critique de l’epistemologie: Bachelard, Canguilhem, Foucault , Parijs, 1972.
  • Dominique Lecourt, Bachelard, le jour et la nuit , Parijs, 1974.
  • Didier Gil, Bachelard et la culture scientifique , Presses Univesitaires de France, 1993.

Externe links [ bewerken | brontekst bewerken ]