Garnalen
(infraorde
Caridea
) zijn een groep van kleine
kreeftachtigen
. Een groep met deze naam werd in 1852 voorgesteld door
James Dwight Dana
.
[1]
Onder meer de
gewone garnaal
(
Crangon crangon
) behoort tot deze groep.
Het woord garnaal wordt vaak gebruikt voor andere
kreeftachtigen
die niet tot de infraorde
Caridea
behoren. Zo is de wel als gamba aangeduide soort
Aristeus antennatus
geen echte garnaal, omdat deze een andere (boomvormig vertakte) kieuwstructuur heeft dan de echte garnalen, die een plaatvormige kieuwstructuur bezitten.
Over het algemeen worden garnalen groter naarmate het water waarin ze leven warmer is. Garnalen eten allerlei dierlijke en plantaardige resten.
Garnalen leven vooral 's zomers dicht onder de kust. In de winter trekken ze naar dieper water. De
gewone garnaal
is vooral 's nachts actief.
Zowel in zout- als in zoetwater komen garnalensoorten voor, maar de meeste soorten leven in
zee
. Veel soorten leven op een
zandbodem
waarin ze zich kunnen ingraven om zich te beschermen tegen
predatoren
.
Er zijn 3268 levende en 57 fossiele
[2]
soorten garnalen bekend, zowel in tropische, subtropische als koude wateren.
Hoewel garnalen in het water leven, zwemmen ze amper. Om voort te bewegen gebruiken ze vooral hun poten; garnalen hebben
10 poten
. Meestal lopen ze met hun achterste poten over de zeebodem, op zoek naar voedsel. Hun voorste poten hebben soms schaartjes; daarmee kunnen ze voorwerpen oppakken.
- Alpheoidea
Rafinesque, 1815
- Atyoidea
De Haan, 1849
- Bresilioidea
Calman, 1896
- Campylonotoidea
Sollaud, 1913
- Crangonoidea
Haworth, 1825
- Galatheacaridoidea
Vereshchaka, 1997
- Nematocarcinoidea
Smith, 1884
- Oplophoroidea
Dana, 1852A
- Palaemonoidea
Rafinesque, 1815
- Pandaloidea
Haworth, 1825
- Pasiphaeoidea
Dana, 1852A
- Physetocaridoidea
Chace, 194
- Pleopteryxoidea
†
Schweigert & Garassino, 2006
- Procaridoidea
Chace & Manning, 1972
- Processoidea
Ortmann, 1896
- Psalidopodoidea
Wood-Mason, 1892
- Stylodactyloidea
Bate, 1888
Garnalen worden vaak als menselijke
voedselbron
gebruikt, bijvoorbeeld in een (garnalen)salade of
garnalencocktail
. Voor consumptie gebruikte garnalensoorten zijn onder meer de grote tijgergarnaal (
Penaeus monodon
), de
grijze garnaal
of Noordzeegarnaal (Crangon crangon), de Noordse garnaal (
Pandalus borealis
) en de steurgarnaal (
Palaemon serratus
).
Garnalen werden aanvankelijk vaak met schepnetten of schuifnetten gevangen, in sommige landen wel met behulp van honden of paarden. Later gebeurde de vangst veelal met boomkornetten, die aan beide kanten van de
garnalenkotter
hangen. Andere vormen zijn garnalenzuigers en
pulsvisserij
. In Belgie vindt in
Oostduinkerke
nog steeds de traditionele
paardenvisserij
plaats.
Ruim de helft van de geconsumeerde garnalen wordt gekweekt. Het kweken van tropische garnalen gebeurt vooral in Azie en Zuid-Amerika.
[3]
[4]
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑
Dana, J. D.
(1852). Crustacea.
United States Exploring Expeditions during the years 1838, 1839, 1840, 1841, 1842, under the command of Charles Wilkes, U.S.N.
13
(1): 528
- ↑
De Grave, S., Pentcheff, N.D., Ahyong, S.T.
et al
.
(2009).
A classification of living and fossil genera of decapod crustaceans
.
Raffles Bulletin of Zoology Suppl.
21
: 1?109
- ↑
,
https://www.goodfish.nl/gamba/#:~:text=Er%20worden%20steeds%20meer%20garnalen,landen%20als%20Ecuador%20en%20Brazili%C3%AB
- ↑
Mediaforta, Saskia
,
Garnalen of gamba's, wild of gekweekt: wat is het verschil?
.
Pittman Seafoods
(
1 augustus 2018
). Geraadpleegd op
12 april 2024
.
|