Escapisme
(van
Engels
escape
, ontsnapping, lek, ontkoming, afleiding en
escapism
, gewoonte of neiging de werkelijkheid te ontvluchten; woord is afkomstig uit Oud-Noordfrans "escaper" en
Oudfrans
"eschaper" (vgl. modern
Frans
"echapper"), met de vulgair-
Latijnse
basis "excappare") is de
psychologische
neiging of gewoonte om de zorgen van het alledaagse leven en de daarbij horende verplichtingen te vergeten. Een escapist trekt zich terug in een "andere wereld", zoals
fictie
,
amusement
,
hobby
,
theater
,
videospellen
en
film
. Het begrip escapisme komt daarom voor in de
mediapsychologie
.
Sommige onderzoekers geloven dat escapisme eigen is aan het hedendaagse technologische leven omdat het de mensen afleidt van hun biologische, normale leven. Mensen ontsnappen aan de sleur van het dagelijks leven door middel van
fictie
en
geofictie
in de
literatuur
,
film
,
televisie
, rollenspellen,
pornografie
,
religie
,
drugs
,
internet
en
videospellen
. Vele activiteiten die een normaal deel van een gezond leven zijn (eten,
sporten
en
seksualiteit
) kunnen vormen van escapisme worden als ze overmatig worden beoefend.
Escapisme wordt vaak gezien als een extreem verschijnsel en daarom negatief beoordeeld. Dit suggereert dat lijders aan escapisme ongelukkig zijn en niet kunnen of willen deel uitmaken van hun omgeving.
Maar sommige auteurs vechten het idee aan dat escapisme negatief is.
J.R.R. Tolkien
bijvoorbeeld nam met zijn essay
On Fairy-Stories
("Over sprookjes",
1939
) deel aan een academisch debat over escapisme in
1930
. Hij schreef dat escapisme een bevrijdende rol kan spelen en een andere werkelijkheid kan vinden.
- Why should a man be scorned if, finding himself in prison, he tries to get out and go home? Or if, when he cannot do so, he thinks and talks about other topics than jailers and prison-walls?
[1]
- (vertaling: "Waarom zouden we een gevangene minachten, omdat hij probeert uit te breken en naar huis wil? Of, als dat onmogelijk is, omdat hij over andere onderwerpen denkt en praat dan over
cipiers
en muren?")
Vandaar dat zijn vriend
C.S. Lewis
vaak grapte dat de meeste vijanden van het escapisme cipiers waren. Tolkien ziet de literatuur ? zoals
Sigmund Freud
in zijn artikel
Der Dichter und das Phantasieren
(1907) ? als een mogelijkheid om in de verbeelding wensen en verlangens te vervullen als dit in de werkelijkheid niet kan.
Sommige critici waarschuwen voor pogingen van de instituties die de samenleving beheersen, om middelen voor escapisme aan te bieden in plaats van de toestand van het volk te verbeteren.
Karl Marx
[2]
schreef dat "Religie opium van het volk is". Dit is het omgekeerde van de bewering van
Augustinus van Hippo
, onder meer in de
Confessiones
: dat mensen voldoening proberen te vinden in materiele zaken om een innerlijke leegte te vullen die enkel
God
kan vullen.
Escapistische samenlevingen komen vaak voor in de literatuur. De sciencefictionroman
The Time Machine
(
1895
) van
H.G. Wells
vertelt over de
Eloi
, een zorgeloos mensenras uit de toekomst. Het boek bekritiseert
kapitalisme
of in ieder geval de
klassenmaatschappij
als een vorm van ontsnappen. Escapistische samenlevingen treden vaak op in
dystopische
romans, zoals
Fahrenheit 451
(
1953
) van
Ray Bradbury
, waarin de samenleving televisie en
schelpenradio's
gebruikt om te ontsnappen aan een leven van regels en angst voor de dreigende oorlog.
De Duitse sociale filosoof
Ernst Bloch
[3]
schreef dat
utopieen
en aansprekende fantasieen, hoe primitief ze ook mogen zijn, toch een stimulans voor radicale sociale verandering kunnen zijn. Volgens Bloch kan sociale gerechtigheid niet bestaan zonder dat men dingen fundamenteel anders gaat zien. Iets wat volgens de normen van een technologisch rationele samenleving slechts "
dagdromen
" of "escapisme" is, kan het beginpunt zijn voor een nieuwe en meer menselijke samenleving. Men kan escapisme beschouwen als een "onvolwassen, maar oprecht
surrogaat
voor
revolutie
".
- Katz, E. en Foulkes, D.:
On the Use of Mass Media as ?Escape“: Clarification of a Concept
, 1962
Bronnen, noten en/of referenties
|