De
Elbe
(verouderd:
Elve
[1]
,
Nedersaksisch
:
Elv
, Tsjechisch:
Labe
) is met een lengte van 1164
kilometer
en een
stroomgebied
van 144.000 km² een van de belangrijkste
rivieren
van
Midden-Europa
. De Elbe ontspringt in het
Reuzengebergte
en mondt uit in de
Noordzee
. Haar grootste
zijrivieren
zijn de
Moldau
en de
Saale
. In het Nederlands stond de rivier vroeger als
Elve
bekend.
De Elbe ontspringt in het
Reuzengebergte
in
Tsjechie
. Via
Pardubice
en
Usti nad Labem
loopt de rivier naar het westen en komt ten zuidoosten van
Dresden
Duitsland
(deelstaat
Saksen
) binnen. Het bergachtige gebied tot Dresden heet de
Sachsische Schweiz
. Vanaf
Riesa
bereikt de Elbe het laagland en begint de middenloop van de rivier.
Via
Dessau
en
Maagdenburg
verloopt de middenloop van de Elbe verder in noordwestelijke richting. Bij het stadje
Lauenburg
begint het Elbe-Lubeckkanaal, dat de rivier sinds 1900 met de
Oostzee
verbindt. Iets verder stroomafwaarts bevindt zich bij
Geesthacht
een
stuw
: vanaf hier is er
getijwerking
en begint de benedenloop van de rivier.
Aan de benedenloop domineert de stad
Hamburg
, de grootste stad aan de Elbe. De Elbe splitst zich hier in twee takken: de
Norderelbe
en de
Suderelbe
, die zich later weer verenigen. Het gedeelte van de benedenloop vanaf Geesthacht tot de Noordzee staat bekend als
Niederelbe
.
De Elbe mondt bij
Cuxhaven
via een
estuarium
uit in de
Noordzee
. Het estuarium bereikt bij Cuxhaven zijn grootste breedte: 15 km. De voortzetting van de Elbe in de Waddenzee heet de Buitenelbe (
Außenelbe
).
In 1962 werd in het bijzonder
Hamburg
zwaar getroffen door een
stormvloed
.
In augustus 2002 hadden grote delen van het stroomgebied van de Elbe ten gevolge van overvloedige regenval te maken met ernstige overstromingen.
Zie:
Hoogwater in Centraal-Europa 2002
.
De Elbe is bevaarbaar voor commerciele scheepvaart sinds 1842 en levert handelsbetrekkingen op met ver in het binnenland gelegen steden als Praag. De rivier is verbonden door kanalen (
Elbe-Seitenkanal
,
Mittellandkanal
) met de industriele gebieden van Duitsland, waaronder Berlijn. Het
Elbe-Lubeckkanal
verbindt de Elbe met de
Oostzee
, wat ook het
Noord-Oostzeekanaal
doet, waarvan de westelijke toegang nabij de monding van de Elbe ligt. De Elbe-Weser-vaarweg verbindt de Elbe met de Weser.
Nadat Duitsland in 1949 werd gescheiden, was het vervoer over de rivier gehinderd doordat de binnenvaart naar Hamburg door Oost-Duitsland moest. Het Elbe-Seitenkanal werd gebouwd tussen het Mittellandkanal en de Lagere Elbe om deze verbinding te herstellen. Toen de beide Duitslanden weer verenigd werden, begon men aan het verbeteren en herstellen van de originele verbinding: de
kanaalbrug Maagdenburg
maakt het nu mogelijk voor grote schepen om de Elbe over te steken zonder door de rivier te hoeven. De vaak lage waterstand van de Elbe hindert de navigatie naar Berlijn niet langer.
De scheepvaart vanaf de
Noordzee
naar de Elbe of omgekeerd vaart via de geul van het Elbe-estuarium die op zijn beurt weer aangesloten is op de
verkeersscheidingsstelsels op de Noordzee
. Schepen met grote diepgang zijn verplicht gebruik te maken van het verkeersscheidingsstelsel Elbe Approach voor de toegang tot de Elbe-geul verder stroomopwaarts.
Het Elbedal bij
Dresden
stond sinds 2004 op de
werelderfgoedlijst
van UNESCO. Het gebied van 1930
ha
, dat ook bekend is als
Elbwiesen
, is gelegen over een lengte van 18 km tussen
slot Ubigau
en de velden van
Ostragehege
in het noordwesten en het Elbe-eiland in het zuidoosten. De werelderfgoedinschrijving omvat het centrum van Dresden aan de Elbe met haar parken en monumentale gebouwen waaronder het
slot Pillnitz
.
UNESCO verwijderde het Elbedal van de Werelderfgoedlijst op 25 juni 2009 vanwege de bouw van de 636 meter lange
Waldschlosschenbrug
.
[2]
[3]
Langs de oevers van de Elbe staan op een aantal bodemstenen teksten als "Wie mij ziet zal wenen". Deze teksten worden pas zichtbaar bij grote droogte, en dat verklaart zowel de boodschap als de bijnaam van de stenen.
[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|