Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cryoglobulinen
zijn
immunoglobulinen
die uit het bloed neerslaan bij een temperatuur onder de
lichaamstemperatuur
(
cryo
=
koud
). Bij opwarming lossen ze weer op. De temperatuur waarbij dit plaatsvindt kan per cryoglobuline verschillen.
Een groot aantal verschillende ziektebeelden kan gepaard gaan met vorming van cryoglobulinen, onder andere bij
myelomen
en bij patienten met het
fenomeen van Raynaud
.
Er zijn drie verschillende typen cryoglobulinen.
- Type 1: het cryoglobuline is een
monoklonale antistof
, meestal IgG of IgM. Dit type cryoglobubiline wordt veelal gezien bij
ziekte van Kahler
of
ziekte van Waldenstrom
.
- Type 2: een mengsel van cryoglobulinen bestaande uit een monoklonaal immunoglobuline, vaak IgM, wat reumafactor-activiteit kan bezitten en een polyclonale immunoglobuline, vaak IgG. Dit type cryoglobubilinen kan ook worden gezien bij
ziekte van Kahler
of
ziekte van Waldenstrom
en bij auto-immuunziekten.
- Type 3: er is sprake van polyclonale cryoglobulinen, vaak IgM en IgG, die reumafactor-activiteit kunnen bezitten.
Cryoglobulinen kunnen in het bloed worden gemeten in een
klinisch-chemisch
laboratorium. Omdat cryoglobulinen neerslaan bij een temperatuur onder de lichaamstemperatuur dient het bloed direct na afname bij 37°C vervoerd en bewerkt te worden.